Mevrouw Mieke De Rieck, voorzitter van de Arbeidsrechtbank Antwerpen, schrijft ons aan n.a.v. een veelvoorkomend probleem inzake verzoekschriften kosteloze rechtsbijstand (art. 664 en 665 Ger. W.) neergelegd op de griffies van de Arbeidsrechtbank en vraagt de leden van de balie rekening te willen houden met het volgende:
Indien een procedure wordt ingeleid en gevoerd door een sociaal verzekerde tegen een instelling van sociale zekerheid, verloopt de procedure geheel kosteloos.
- De procedure kan kosteloos ingeleid worden via vereenvoudigd verzoekschrift (Art. 704 §2 Ger. W.);
- Er zijn geen rolrechten verschuldigd;
- De gerechtskosten (ook deze van een eventuele gerechtsdeskundige) zijn altijd ten laste van de instelling (behoudens tergend en roekeloos geding);
- Er is een vrijstelling van de bijdrage voor het fonds juridische tweede lijnsbijstand;
- De betekening van het vonnis gebeurt door de griffier met gerechtsbrief (art. 792 lid 2 Ger. W.).
Met andere woorden: de verzoekschriften zijn zonder voorwerp.
Het neerleggen van de verzoekschriften kost tijd en geld van diegenen die het verzoek behandelen, gaande van de raadsman, het BJB, de griffie en de magistraat. De aanstelling van de raadsman wordt ook vergoed met schaarse publieke middelen, waarmee men zuinig dient om te springen.
Gelieve in de toekomst rekening te willen houden met het bovenstaande, waarvoor dank.