DE MENS ACHTER DE CONFRATER: NUH ALKIS

17-03-2025

Confraterniteit is voor stafhouder Natascha Bielen een belangrijk gegeven. Dit woord omhelst heel veel, niet in de laatste plaats begrip voor mekaar.

Met het verstrijken der jaren en het jachtige leven dat de advocaten thans leiden, heeft stafhouder Bielen de indruk dat de confraterniteit danig aan het afnemen is.

Daarom lanceerde zij een nieuw item op onze website: ‘De mens achter de confrater’. Bedoeling is dat via een estafette systeem een confrater van onze balie een lijst van 8 niet-klassieke vragen voorgelegd krijgt. De confrater mag er 4 uitkiezen om te beantwoorden. Zo krijgen jullie de mogelijkheid hem of haar wat beter te leren kennen. De eerste vraag zal steeds zijn om jezelf even voor te stellen, vervolgens kies je 4 vragen uit een lijst van 8. Ten slotte zal de zesde vraag steeds zijn: ‘Aan wie geef jij deze estafette door en waarom?’

En twee weken later komt de volgende confrater aan bod.

In deze editie kunnen jullie Mr Nuh Alkis beter leren kennen:

1. Stel jezelf even kort voor aan onze confraters:

Ik ben Nuh Alkis, 47 jaar oud, dit jaar 20 jaar getrouwd met Hilal Yalcin en trotse vader van Azra Hatun (16) en Ömer (14). Ik ben geboren in Heusden-Zolder, opgegroeid in Leopoldsburg, en door huwelijksmigratie beland in Beringen. Een relatief korte afstand, zeker vergeleken met mijn grootvader zaliger, die in 1963 de stap zette van Konya (Turkije) naar Heusden-Zolder.

Ik heb de dubbele nationaliteit, maar thuis zeggen we altijd: niet half Vlaams en half Turks, maar 100% van beide. Mijn identiteit is een harmonieus samenspel van beide culturen, wat me een bredere kijk op de wereld geeft. Te vaak zie ik mensen vasthouden aan de waarden waarmee ze zijn opgegroeid, zonder ruimte voor groei of reflectie. Mijn motto? Overstijg je eigen context, sta open voor nieuwe inzichten en laat je verrassen door het onbekende.

 

2. Van welk klein geluk word je intens blij?

Zonder twijfel: een zonnestraal, blote voeten op het gras en een kop koffie in de hand.

 

3. Als je geen advocaat was geworden, wat zou je dan nu doen?

Ik heb wiskunde-wetenschappen gestudeerd in de humaniora en geneeskunde lag aanvankelijk voor de hand. Mijn vader zaliger werkte echter in de jaren ‘90 voor persagentschap Belga en stimuleerde mij om in zijn voetsporen te treden. Hij zag de media als de vierde macht, een essentieel platform voor maatschappelijk debat.

Zo belandde ik op de faculteit rechten met het idee: schrijfvaardigheid aanscherpen als advocaat en dan overstappen naar de journalistiek. 23 jaar later ben ik nog steeds advocaat.

Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik het niet met volle goesting doe, omdat het me niet helemaal ligt. In 2014 heb ik zelfs overwogen om het ingangsexamen geneeskunde af te leggen. Ik heb de boeken gekocht, maar tot mijn spijt vastgesteld dat wiskunde en wetenschappen niet meer vers in mijn geheugen zaten. We zullen zien wat de toekomst brengt, een beetje onzekerheid kan geen kwaad.

 

4. Wat is je favoriete manier om te ontspannen na een lange werkdag? 

Rummikub, zonder twijfel. We spelen al jaren fanatiek met een viertal koppels, meerdere keren per week. Op verjaardagen van de vrouwen organiseren we kampioenschappen, compleet met een trofee voor de winnaar en medailles voor de meest verdienstelijke, entertainende en ‘dummy’ speler. Vorig jaar hebben we zelfs een Europees kampioenschap in Malta gehouden.

 

5. Wat is je favoriete vakantiebestemming?

 

Architectuur is voor mij de rode draad.

In steden geniet ik van statige lanen met herenhuizen uit verschillende tijdsperioden, die ondanks hun diversiteit harmonieus in de omgeving passen. Parijs, Barcelona en Boedapest behoren tot mijn favorieten, steden die ik liefst jaarlijks bezoek.

Daarnaast maak ik elk jaar een mobilhome-trip en bezoek minstens één kasteel. Tot mijn favorieten behoren Mont Saint-Michel (Frankrijk) en Neuschwanstein (Duitsland). Mont Saint-Michel lijkt op een fata morgana en Neuschwanstein is pure sprookjesarchitectuur, een meesterwerk dat naadloos opgaat in het landschap.

 

6. Wat is een hobby of interesse die mensen misschien niet van je zouden verwachten?


Ik wandel graag ’s nachts, na middernacht, in het pikkedonker in de bossen. Mijn golden retriever, die ergens in zijn stamboom bezoek moet hebben gehad van een reuzenberghond (want hij weegt bijna 60 kg), krijgt dan de vrije loop.

 

7. Welke superkracht zou je willen hebben en hoe zou je die gebruiken?

 

Ik heb mijn superkracht afgekeken van de film Inception—niet het stelen van gedachten, maar het planten van een idee in iemands geest, zonder dat die beseft dat het niet van hemzelf komt.

"Een gedachte is als een virus. Veerkrachtig. Besmettelijk. En zodra ze wortel schiet in de geest, is ze bijna onmogelijk uit te roeien." (Dom Cobb – Inception)

Een enkel ingeplant idee kan een leven veranderen, een wereld herscheppen. Een gedachte kan een imperium bouwen of vernietigen. En eens een idee zich nestelt, laat het je nooit meer los.

De film is een absolute aanrader en zeker meermaals te bekijken!

 

8. Wat is het beste advies dat je ooit hebt gekregen?

 

Dan verwijs ik graag naar een Turkse volkswijsheid:
"Neem geen beslissingen wanneer je verdrietig bent,
Maak geen beloften wanneer je gelukkig bent,
Geef geen antwoorden wanneer je boos bent."

Daarnaast herinner ik mezelf er steeds aan: niet piekeren. Gedane zaken nemen geen keer.

 

9. Met welk dier zou je jezelf identificeren en waarom?

 

Ik zou niet direct zeggen dat ik me identificeer met een dier, maar als ik er één mocht kiezen, zou het de eend zijn. Niet vanwege een voorliefde voor botox, maar omdat de eend te land, ter zee en in de lucht zijn weg vindt...

 

10. Aan welke confrater geef je deze estafette door en waarom?

 

Ik geef met plezier de estafette door aan Ann-Sophie Bulen. Onze eerste kennismaking vond plaats toen ik een incasso voor haar kantoor moest afhandelen. Later kwamen we elkaar nog een paar keer kort tegen tijdens balieactiviteiten, waar we korte maar fijne gesprekken hebben gevoerd.

Ik ben benieuwd naar haar verhaal en haar antwoorden op de estafettevragen.

Tot slot, ik weet niet of het al eerder is gezegd, maar ik wil het toch benadrukken: dit ogenschijnlijk eenvoudige estafette-initiatief is een prachtig voorbeeld van warme verbondenheid. Het Limburgs baliegevoel blijft iets om te koesteren.