-
STAKING GEVANGENIS 5/10/2023
Dhr. Paul Dauwe, directeur van de gevangenis te Hasselt, laat weten dat er een staking zal zijn op 5/10/2023. -
DOOR DE BALIEBRIL (2)
De nieuwste generatie en oude principes De raad van de orde verwelkomde begin deze maand 27 nieuwe - en hoofdzakelijk vrouwelijke -stagiairs. Begin oktober komen er daar volgens de laatste informatie nog 10 bij, maar dat aantal kan nog toenemen. Het zijn allemaal gedreven jonge juristen die zich aangetrokken voelen door de balie en met een gezonde dosis gretigheid hun professionele leven aanvatten. De nieuwste generatie is mondig en gedreven. Bij de voorstelling aan de raad van de orde gaven ze aan in welke rechtstakken ze actief willen/zullen zijn. Er was niemand die zich als generalist voorstelde, zoals dat pakweg 10 jaar geleden nog het geval zou geweest zijn. Velen onder hen verwezen naar een heel specifiek rechtsdomein, soms ook wel een ver doorgedreven niche. Het zegt iets over hoe de nieuwkomers invulling willen geven aan het beroep. Ze zullen in het kader van de beroepsopleiding lessen moeten volgen om hen vertrouwd te maken met de specificiteit van het beroep. De meeste regels zijn vastgelegd in de deontologie, dat geheel van geschreven en ongeschreven regels die worden bepaald door de advocatuur zelf (de Orde van Vlaamse Balies en aanvullend de lokale raad). Toch zijn er ook enkele belangrijke regels in het Gerechtelijk Wetboek die van cruciaal belang zijn en soms niet de nodige aandacht krijgen. Het is daarom goed dat niet enkel de nieuwkomers, maar ook de oudere confraters, even blijven stilstaan bij art. 444 van het Gerechtelijk Wetboek, dat reeds in het eerste lid de lat voor de advocaat zeer hoog legt: “De advocaten oefenen vrij hun ambt uit ter verdediging van het recht en van de waarheid”. Er ligt een wetsontwerp voor om het beroep van advocaat te “moderniseren”, maar aan deze bepaling zal niet worden geraakt. Zelfs indien het de bedoeling is dat op termijn advocaten het sociaal statuut van bedienden zouden kunnen krijgen (het wetsontwerp voorziet dat de balies dan zelf de voorwaarden zullen bepalen) blijft het zo dat ze daaraan “vrij” en dus in alle onafhankelijkheid invulling moet geven. Ook een stagiair zal dus kritisch moeten blijven als dat basisbeginsel van het beroep onder druk komt te staan. En die onafhankelijkheid staat ten dienste van het zoeken naar de juridische waarheid, wat helaas niet altijd samenvalt met de “echte” waarheid. Hetzelfde wetsartikel bevat ook een belangrijk tweede lid, waar een bijkomende verplichting wordt opgelegd aan advocaten: “Zij informeren de rechtszoekende over de mogelijkheid tot bemiddeling, verzoening en elke andere vorm van minnelijke oplossing van geschillen. Indien zij van mening zijn dat een minnelijke oplossing van het geschil overwogen kan worden, trachten zij die in de mate van het mogelijke te bevorderen”. De verdediging “van het recht” uit het eerste lid van de wettekst moet dus worden gecombineerd met het onderzoeken van de mogelijkheid van “bemiddeling, verzoening en elke ander vorm van minnelijke oplossing.” De wet voorziet dus uitdrukkelijk dat de minnelijke oplossing de voorkeur moet krijgen op andere vormen van geschillenbeslechting. De regel dat de advocaat altijd oog moet hebben voor de “verdediging van het recht” maakt dat bij het zoeken van minnelijke oplossingen de advocaat er echter ook over moet waken dat een partij geen misbruik maakt van een bepaalde machtspositie en daarmee de andere partij onder druk kan zetten om afstand te doen van de rechten die de wet aan die partij toekent. Ook dat is een belangrijke opdracht voor de advocaat. Artikel 444 van het Gerechtelijk Wetboek voorziet tot slot ook dat advocaten “er zich van (moeten) onthouden enig ernstig feit tegen de eer en de faam van personen aan te voeren, tenzij dit voor de zaak volstrekt noodzakelijk is”. Hoffelijkheid is dus voor iedere advocaat een wettelijke verplichting. Het is een verheugende vaststelling dat er ook dit jaar weer vele nieuwe gezichten aan de balie zijn. Ze zijn al verschillende keren welkom geheten, zodat dit hier nu niet moet worden herhaald. Het past hier wél om ook even de stagemeesters te bedanken, want ze hebben de taak op zich genomen om de jonge stagiairs op te leiden, zodat ze hun juridische kennis op de juiste “advocatuurlijke wijze” kunnen inzetten. De kernwaarden van het beroep, zoals ze voortvloeien uit onze deontologie, is iets dat door ervaring wordt bijgebracht. De stagemeesters spelen daar een belangrijke rol in de kennisoverdracht, wat natuurlijk ook veronderstelt dat ze die regels zelf kennen en toepassen. Nu en dan eens doorheen het Gerechtelijk Wetboek en de OVB-codex deontologie bladeren is nuttig en aanbevelingswaardig. Hugo Lamon -
DOOR DE BALIEBRIL
Juristen worden anders. En hoe zit het met de balie? Een blik op de openingsconferentie Het gerechtelijk jaar wordt ieder jaar door de magistratuur plechtig geopend in Antwerpen. Het is een even oude traditie dat de advocatuur dat op een ander moment doet. Sinds de balies van Hasselt en Tongeren fuseerden tot balie Limburg zijn de Limburgse zittingszalen te klein om iedereen van een zitje te verzekeren. Daarom werd dit jaar voor de openingsconferentie uitgeweken naar de grote aula in de gevangeniscampus van de universiteit Hasselt (waar de wat oudere confraters met enige weemoed konden terugdenken aan de tijd dat ze daar cliënten gingen opzoeken). Dit jaar werd afgeweken van de traditie om een confrater van de eigen balie het woord te verlenen en daar waren goede redenen voor. Dag op dag 15 jaar nadat het eerste college plaatsvond in de nieuwe rechtsfaculteit, nam de decaan Prof. dr. Foubert het woord om te spreken over die rechtenopleiding. Voor de nieuwe lichting stagiairs was het thema zeer laagdrempelig, wat hun integratie aan de balie alleen maar kan bevorderen (ze waren trouwens massaal – en het moet gezegd ook razendenthousiast – aanwezig). Voor de oudere confraters was het even schrikken, want de rechtenopleiding is de afgelopen jaren wel grondig geëvolueerd. Het was alvast goed dat we ook binnen de balie daar aandacht voor hebben. De decaan gaf de aanwezigen een inkijk in de interne werking van de universiteit. Alles wordt aan de hand van een eindeloze reeks statistieken gemonitord. In Hasselt wordt ingezet op diversiteit, zodat zoveel mogelijk Limburgse jongeren de weg naar de universiteit vinden en tijdens hun studies zo weinig mogelijk sociale en andere drempels ontmoeten. Inclusief onderwijs is er het nieuwe mantra. Dat schijnt ook te lukken, al is de weg nog lang. Prof. dr. Foubert waarschuwde de vergadering ook voor een aantal nieuwe fenomenen. Studenten zijn over het algemeen veel mondiger geworden en kunnen zich vlot uitdrukken in het Engels (ze moeten trouwens verplicht een aantal vakken in het Engels volgen), maar de kennis van het geschreven Nederlands gaat bij alle studenten achteruit (en dus bij alle categorieën uit de statistieken). De “dt”-regel lijkt voor velen te ingewikkeld geworden en steeds meer studenten passen die zelfs ook toe op zelfstandige naamwoorden. De decaan deed dan ook een oproep om er blijvend op te hameren dat een van de kernvereisten voor een jurist er ook in bestaat over een goede schriftelijke taalbeheersing te beschikken. De decaan eindigde haar boeiende en begeesterende tussenkomst met een heel erg heikel thema: de rol van de universiteiten in de opleiding van de advocaat-stagiairs. Haar enthousiasme moest daar even wijken voor het “officiële standpunt” van de verenigde Vlaamse decanen, die allerhande praktische bezwaren hebben om bijvoorbeeld een MaNaMa advocatuur te organiseren. Ze was wel verheugd dat ze met de balie Limburg goede contacten had en hoopvol dat van daaruit misschien de dialoog kan worden hersteld. En dan kwam de Stafhouder aan het woord. Als gerespecteerd strafpleiter had hij niet meer nodig om meteen recht in doel te schieten. In zijn repliek fileerde hij de kritieken en bezwaren van de universiteiten. Hij stelde vast dat de huidige regeling van de stage aan de balie aan verbetering toe is en de recente hervormingen niet voldoende zijn. Hij fileerde daarop met brio de kritieken en bezwaren van de universiteiten, die zelf vinden dat ze geen “beroepsopleidingen” moeten geven. De Stafhouder schetste zijn plan, dat er in grote lijnen in bestaat om na de klassieke opleiding in een specifieke balieopleiding te voorzien (langs zijn neus weg sprak hij over 6 maanden) en te organiseren door de universiteiten met input van de balies. Hij had duidelijk grondig over het onderwerp nagedacht en je voelde dat hij staat te popelen om dit nu op de agenda van de Orde van Vlaamse Balies te zetten. Daar kan gewezen stafhouder Els Koninckx als nieuwe bestuurder aan de uitwerking ervan beginnen. De weergoden waren de balie daarna gunstig gezind, zodat de aansluitende receptie op het zonovergoten terras kon plaatsvinden. De talrijk aanwezige magistraten konden op informele wijze het glas heffen met de jonge en minder jonge confraters. De warme gezelligheid van “Forza balie Limburg” zorgde voor de rest. Het bestuur van de jonge balie overtrof zichzelf met een perfecte organisatie en de nieuwe voorzitter Laurens Evens deed dat met een présence die deed vergeten dat het eigenlijk zijn vuurdoop als voorzitter was. Er volgde nog een spetterend avondfeest waarop omwille van de discretie eigen aan de balie niet verder wordt ingegaan. Het bestaat dus, dat balie Limburg-gevoel. Hugo Lamon -
STAGE FACULTEIT RECHTEN UHASSELT
Geachte mevrouw, mijnheer, Beste stagebegeleider, Het nieuwe academiejaar staat alweer voor de deur en dit impliceert natuurlijk ook opnieuw een jaar vol leerrijke en boeiende stages. Een moment waar wij, samen met onze studenten, heel hard naar uitkijken. Het enthousiasme om de studenten te verwelkomen en actief met elkaar aan de slag te gaan, geeft ook onze opleiding een nieuwe impuls. Deze positieve energie trekken we ook graag door naar de stages voor onze studenten in het eerste masterjaar. We wensen hen dit jaar weer de ervaring toe om zich echt onder te dompelen in de stage en aanwezig te zijn en te leren op de werkvloer van hun stageplaats. Daarvoor zijn wij uiteraard opnieuw op zoek naar uiteenlopende stageplaatsen.Wij vroegen ons daarom af of uw kantoor bereid is enkele van onze masterstudenten rechten onder de vleugels te willen nemen gelet op de interesse van onze studenten in uw beroep. We geven alvast graag enkele praktische krijtlijnen mee: De stage kan in overleg tussen de stageplaats en de student-stagiair worden opgenomen tussen 6 november 2023 en 30 april 2024. De precieze stagedata worden afgesproken tussen de stageplaats en de student-stagiair, in functie van de wederzijdse mogelijkheden. De stage hoeft niet noodzakelijk in één blok van 2 stageweken te worden ingepland. Dit kan bv. ook door 1 stagedag per week over een langere periode.. Deze stage maakt deel uit van ons opleidingsonderdeel Methodologie 2 voor masterproef: stage en is verplicht in het 1ste masterjaar. Concreet betekent dit dat de stagiair die u zal begeleiden een masterstudent is.. De stage heeft een verplichte minimumduur van 10 werkdagenen is onbezoldigd. De studenten kunnen, in samenspraak met de stageplaats, kiezen om eventueel een langere duurtijd te besteden (bv. om een bepaald project en/of dossier mee te volgen tot het einde ervan). Dit wordt evenwel niet gevaloriseerd in het studietraject.. Tijdens de stage wordt door de stageplaats voorzien in een begeleiding van de student-stagiair en ininhoudelijk juridisch werk, opdat de stage ook een daadwerkelijke meerwaarde zou hebben voor de student-stagiair.. De studenten krijgen een lijst met mogelijke stageplaatsen in diverse sectoren en activiteiten aangereikt door de faculteit. Zij maken op basis daarvan een top-3 van hun voorkeuren. Vervolgens kandideren zij intern met een motivatiebrief, een uitgebreid cv en hun studieresultaten. De gemelde voorkeuren worden vervolgens door de stagebegeleiders van UHasselt zo nauwkeurig mogelijk gekoppeld aan het stage-aanbod en de opgegeven criteria van de stageplaatsen.. Daarnaast delen we ook graag mee dat onze faculteit ook dit jaar opnieuw in de ondersteuning van extracurriculaire vrijwillige stages voorziet. Dit betekent dat onze faculteit opnieuw modelovereenkomsten aanbiedt en de studenten verzekert. Deze vrijwillige stage staat, i.t.t. de verplichte stage, niet enkel open voor onze masterstudenten maar ook voor onze studenten van 3de bachelor. De periode en duur is hier volledig vrij en kan met de geïnteresseerde student worden overeengekomen (bijv. zomervakantie). De vrijwillige stage is net zoals de verplichte stage onbezoldigd.U kan uw medewerking aan de verplichte stage melden door het volgende formulier in te vullen voor 22 september 2023. Indien u graag ook op de lijst van vrijwillige stages wordt geplaatst kan u dit ook in dit formulier aanduiden.Indien u niet in de mogelijkheid bent uw medewerking te melden via het Google formulier, kan u ook aanmelden door het formulier in bijlage in te vullen en terug te mailen naar an.byloos@uhasselt.be. Wij hopen op uw medewerking te kunnen rekenen en kijken alvast uit naar een prettige samenwerking!Vriendelijke groet,An Byloos -
ADVOCAAT OP SCHOOL
Stond u al eens voor de klas als 'Advocaat op school'? Vindt u het belangrijk om kinderen en jongeren het belang van de rechtstaat en de rol van een advocaat daarin duidelijk te maken? Of wil u hen enthousiasmeren om later ook een toga aan te trekken? Ontdek dan het vernieuwde concept van 'Advocaat op school' waarin we u als advocaat ondersteunen met verschillende handige tools om in de klas te gebruiken. Stel u dan kandidaat! Meer info over het project 'Advocaat op School' vindt u hier. -
COMMUNICATIE ING PRIVALIS
Lees in dit document hoe u ING PRIVALIS kan bereiken.