-
LET OP! VERDACHTE EMAIL
Wij waarschuwen u voor emails die de ronde doen namens de heer Antoine Leroy met afzender "juixuwevei@gmail.com". Het openen van de juridische bestanden in bijlage zou kunnen leiden tot de versleuteling van uw pc. -
KB 18 MEI 2024 - VERGOEDING BEWINDVOERDERS
Waarde confraters, Bijgevoegd vinden jullie de publicatie in het Belgisch Staatsblad van het KB van 18 mei2024 tot vaststelling van de inkomsten die in aanmerking kunnen worden genomen voorde berekening van de vergoeding van de bewindvoerders alsook van de kosten die alsuitzonderlijk en de ambtsverrichtingen die als buitengewoon kunnen worden beschouwd. In dit KB wordt de berekeningsbasis voor het ereloon en de kosten (forfaitair) omschreven,alsmede de prestaties die als gewoon of buitengewoon te beschouwen zijn en die dan ookal dan niet bijkomend kunnen worden aangerekend, bovenop het forfaitaire ereloon. Ik vraag u bijzondere aandacht voor dit KB. Immers: het KB voorziet geen overgangsmaatregelen en verklaart de regeling van toepas-sing vanaf 1 juli 2024. Navraag bij de Vrederechter toonde aan dat alle staten vanaf 1 juli in overeenstemmingdienen te zijn met het KB. Met confraternele groeten, Mr. Caroline Kriekels . . -
LEES HIER DE VISIES VAN DE KANDIDATEN VICE STAFHOUDER
Hieronder leest u de vragen die gesteld werden aan de kandidaten vice stafhouder, mét de antwoorden van beide kandidaten. 1. De raad van de Orde heeft in de loop der jaren veel bevoegdheden moeten overdragen aan de Orde van Vlaamse Balies. Zullen de kandidaten vice stafhouder ijveren en op de barricades staan voor een (nog) sterkere OVB (met op korte termijn misschien zelfs de afschaffing van de lokale raad) of vinden ze daarentegen dat het lokale niveau moet worden versterkt met bijkomende lokale deontologische regels? Moet Limburg zich als een eiland opstellen om rekening te houden met de lokale eigenheid of moet daarentegen worden gestreefd naar zoveel mogelijk gelijkschakeling met wat er in andere provincies gebeurt? Erik Schellingen: Zoals u weet, heb ik zowel op het niveau van de balie als op het niveau van de Orde van Vlaamse Balies bestuurservaring opgedaan en is mijn visie u ongetwijfeld goed bekend. Mijn standpunt over dit onderwerp is trouwens ook bij het indienen van mijn kandidatuur als vice stafhouder al weergegeven: “In een razendsnel veranderende advocatuur is een sterke lokale orde van bijzonder groot belang. Nabijheid primeert. Een kwaliteitsvolle balie met haar Limburgse eigenheid, in constructief overleg met de Orde van Vlaamse Balies”. Ik geloof dus zeer sterk in een vorm van samenwerkingsfederalisme die er moet zijn tussen de lokale balies enerzijds en de Orde van Vlaamse Balies anderzijds. Een sterke Orde van Vlaamse Balies is nodig om de enorme uitdagingen op internationaal en nationaal niveau voor de advocatuur aan te kunnen, maar dit kan hoegenaamd niet zonder een performante en krachtige lokale balie, dé thuishaven van de Limburgse advocaat. Er is nood aan kruisbestuiving, optimale samenwerking, kortom verbinding in het belang van onze mooie beroepsgroep en de rechtzoekende. De “unique selling proposition” van de advocatuur die ons onderscheidt van andere beroepen moet dus gevrijwaard worden door zowel de Balie Limburg als de Orde van Vlaamse Balies. Bert Vandenreyt: Ik ben tegen de afschaffing van de lokale raad van Orde en ben dus een aanhanger van het ‘vinger aan de pols’ principe. Dit laat toe om lokale noden beter in te schatten, niet louter om eventuele tuchtrechtelijke problemen beter vast te stellen, maar ook om de laagdrempeligheid te behouden, vb. confraters die vereenzaamd raken en/of sociale- of financiële problemen hebben. Het is voor iedere balie dus erg belangrijk dat zij lokaal goed verbonden blijft. Dit betekent niet dat Limburg een eiland moet zijn. Het spreekt voor zich dat er op bepaalde domeinen moet gekeken worden naar best practics bij andere balies, bijvoorbeeld de huidige uniformisering van de tuchtrechtelijke procedures binnen de verschillende balies. 2. Steeds meer advocatenkantoren - ook in Limburg - worden het slachtoffer van cyberaanvallen. De oorzaak ligt dan soms bij het ontvangen van e-mails van confraters die onvoldoende aandacht hebben voor IT-security en daarmee ransomware-attacks veroorzaken bij de confraters. Dat is natuurlijk een grote uitdaging voor de OVB, maar vinden de kandidaten vice stafhouder dat ook de lokale balie daar een rol heeft te spelen, zodat er meer aandacht komt voor het probleem en advocaten van onze balie ook meer bescherming kunnen genieten? Erik Schellingen: Digitalisering, Artificial Intelligence, Blockchaintechnologie, Smart contracts, Cybersecurtiy… De wereld rondom ons, dus ook onze advocatuur, verandert in een ijltempo. Uiteraard geloof ik er sterk in dat wij als advocatuur mee op deze Tgv-trein moeten springen. Dit is de toekomst en wij moeten deze omhelzen. De futurist Christian Kromme zei het al op het afgelopen OVB-congres van 26/04/2024 ‘de Magie van het recht’: ‘Go Digital, Stay Human’ (de Soft Skills van de advocaat blijven primordiaal). De Vlaamse advocaat is, gelukkig, collectief verzekerd tegen cyberaanvallen, maar de Balie Limburg blijft een belangrijke rol spelen, waarbij ik hoofdzakelijk denk aan sensibilisering en vorming voor de Limburgse advocaat. Geen enkele confrater mag achterblijven op de digitale snelweg! Bert Vandenreyt: IT-security is een probleem dat zeker moet aangepakt worden, al was het maar omdat de cybersecurityverzekering die afgesloten werd door de OVB en waarvoor iedere advocaat jaarlijks meebetaalt (via de baliebijdrage) een aantal voorwaarden voorziet om te kunnen genieten van dekking bij een eventuele cyberaanval. Het lijkt mij aangewezen dat het CBLB op regelmatige basis seminaries organiseert over IT-security. Ik wil zelfs een stap verder gaan en jaarlijks en ad random, een twintigtal confraters selecteren die worden gecontroleerd door een specialist zodat er nagekeken wordt op welke wijze er om gegaan wordt met IT-security. De specialist die dit uitvoert kan dan aanwijzingen geven welke stappen dienen ondernomen te worden om te voldoen aan een aantal minimumvoorwaarden. 3. Er is soms nogal wat wrevel over de manier waarop de advocatuur in de media komt. Is het écht zo dat er voor strafpleiters een andere deontologie geldt? Wat vinden de kandidaten vice stafhouder van een baliewoordvoerder, die in de media op neutrale manier duiding zou geven en op die manier de gehele Limburgse balie op de kaart zou zetten om alzo het vertrouwen in de advocatuur te versterken? Erik Schellingen: De perceptie die weergegeven wordt in de vraag dat er (mogelijks) een andere deontologie geldt voor strafpleiters dan voor de rest van de advocaten is naar mijn bescheiden mening niet volledig juist. Deontologie geldt vanzelfsprekend voor alle advocaten. Zonder deontologie zal onze beroepsgroep verdwijnen. De Codex Deontologie voor Advocaten zou voor elke advocaat een handboek, een leidraad moeten zijn ongeacht of u civilist, ondernemingsadvocaat, fiscaal advocaat, milieurechtadvocaat, advocaat gespecialiseerd in overheidsrecht of wat dan ook bent. Wij zijn allen, en dat maakt ons dus uniek, advocaten met dezelfde deontologie. Een vaststaand feit is natuurlijk wel dat het publiek en de media graag bijzonder veel aandacht besteden aan strafzaken, waardoor de strafpleiter automatisch meer op het publieke forum moet verschijnen. De advocaat heeft trouwens ook de vrijheid van meningsuiting (arrest EHRM Morice t/Frankrijk dd.23/04/2015). Op 11 mei 2023 organiseerde de Balie Antwerpen een zeer interessant congres over het thema ‘advocaat en media’ waarbij nogmaals de kernpunten werden beklemtoond (artikelen 156-158 Codex Deontologie voor Advocaten) zoals onder andere het eerbiedigen van ons beroepsgeheim, het respecteren van het vermoeden van onschuld en het belang van de cliënt centraal stellen. Kortom, voer het proces zeker niet in de media en denk aan de regel dat spreken zilver is, maar zwijgen goud. Een baliewoordvoerder op Limburgs niveau? Naar mijn mening moeten we ons eerst hoeden voor een veelheid aan baliewoordvoerders die in grote strafzaken namens verschillende balies (waar de verscheidene strafpleiters aan verbonden zijn) zouden spreken. In verdeelde slagorde spreken, komt de advocatuur niet ten goede. Overdaad schaadt. Een woordvoerder op niveau van de Orde van Vlaamse Balies, die de centrale (overkoepelende) Vlaamse advocatuur belicht, is nodig. Uit de recent gepubliceerde justitiebarometer 2024 ‘de blik van de burger’ van de Hoge Raad voor de Justitie blijkt duidelijk dat er nog beter naar de burger moet gecommuniceerd worden gezien het vertrouwen van deze burger in justitie slechts 54% haalt. Er is dus nog werk aan de winkel. De advocatuur heeft hierin ook een voorname rol. Voor de Balie Limburg kan een lokale woordvoerder een goed idee zijn, zoals de parketwoordvoerder of de rechtbankwoordvoerder, die duiding geeft bij rechtszaken in Limburg (en Hof van Beroep Antwerpen). Dit moet natuurlijk altijd in overleg met de primus inter pares, de stafhouder. Bert Vandenreyt: Ik ben zeker niet tegen een baliewoordvoerder. Ik steun het idee dat er in de media op een neutrale manier duiding moet gegeven worden aan de inhoud van vonnissen en arresten. Dergelijke baliewoordvoerder dient echter op OVB-niveau aangenomen te worden en aangestuurd te worden. Tot voor kort had de OVB een woordvoerder, een gewezen VRT-journalist. – Mevrouw Sofie Demeyer. Het is zeer spijtig dat deze functie niet meer werd ingevuld. 4. De lokale raad is bevoegd voor de werking van de juridische tweedelijnsbijstand. Wat vinden de kandidaten vice stafhouder daarvan? Dat is een taak die het algemeen belang raakt (het garandeert het recht van iedereen om toegang te hebben tot de rechter) maar het is ook voor nogal wat confraters een belangrijke bron van inkomen. Moet de raad van de Orde zich daar meer mee moeien of wordt dit best (zoals nu het geval is) overgelaten aan een directeur? En zal er voor de aanduiding van de nieuwe directeur een transparante benoemingsprocedure georganiseerd worden? Volgens bepaalde rechtspraak is de OVB - en bij uitbreiding de lokale raad - een administratieve overheid, zodat ook de regels inzake openbaarheid van bestuur zouden moeten toegepast worden. Zijn de kandidaten vice stafhouder het daarmee eens? Erik Schellingen: De tweedelijnsbijstand (zoals ook de eerstelijnsbijstand) is een anker voor de rechtsstaat, gezien dit de toegang tot een advocaat en tot een rechter mogelijk maakt voor elke rechtzoekende. Rechtshulp is een basis mensenrecht voor eenieder, dat België ook faciliteert door het ter beschikking stellen van financiële middelen voor de tweedelijnsbijstand (150 miljoen euro voor het gerechtelijk jaar 2021-2022). Hetgeen niet onmiddellijk weergegeven is in de vraagstelling over de werking van het BJB is het gegeven dat zeer recent de juridische tweedelijnsbijstand werd hervormd, namelijk door het Koninklijk Besluit van 21/02/2024 alwaar onder meer controle werd overgedragen aan de communautaire ordes. Hierbij aansluitend werd op 15/05/2024 door de commissie van stafhouders binnen de OVB beslist om, in uitvoering van voormeld Koninklijk Besluit, een college van drie auditeurs op te richten die zich zullen focussen op kwaliteitsverhoging, uniformisering en het aansturen van de (lokale) controleurs. In die optiek meen ik dat de organisatie en controle van het BJB een belangrijk gegeven blijft binnen onze Balie Limburg, maar dat rekening moet worden gehouden met voormelde wijziging in normering. Wat betreft de benoeming van de voorzitter van het BJB (en de auditeurs) heeft de Balie Limburg een gecoördineerd reglement opgesteld, waarbij elke advocaat die in de voorwaarden is zich kandidaat kan stellen en geëvalueerd zal worden na onder meer het beoordelen van een beleidsplan dat de kandidaat indient. Zowel de benoeming van deze voorzitter van het BJB als de werking van het BJB moeten volledig transparant zijn voor alle leden van de balie. Vanzelfsprekend! Dit is een essentiële schakel in goed bestuur van de Balie Limburg. Openbaarheid en motiveringsplicht bij beslissingen mogen geen taboe zij, maar zij mogen zeker geen aantasting zijn van de noodzaak tot zelfregulering van onze beroepsgroep. Bert Vandenreyt: Ook voor wat betreft de juridische tweedelijnsbijstand vind ik het goed dat dit wordt georganiseerd op niveau van iedere balie. ( In Limburg heeft het BJB een voorzitter en geen directeur). De voorzitter van het BJB heeft geen alleenheerschappij. Ook in de tweedelijnsbijstand gelden de regels van de deontologie en heeft de stafhouder aldus een belangrijke rol om mee de kwaliteit van de tweedelijnsbijstand te garanderen. Vervolgens kan de raad van orde op grond van artikel 508/7 Ger.Wb. een impact hebben op de organisatie en het beleid van de tweedelijnsbijstand. De raad van orde bepaalt de regels en de voorwaarden voor het BJB. Zo worden jaarlijks de lijsten van de advocaten die meewerken aan de raad van orde voorgelegd. De raad van orde kan voorwaarden opleggen aan advocaten waar ze aan moeten voldoen om diensten te mogen verlenen in het kader van de tweedelijnsbijstand. Voor wat betreft de benoeming van de voorzitter van het BJB is dit voor balie Limburg voorzien in het reglement van de balie. Meer specifiek voorziet art. 3.2.3. de te volgen procedure. Ik voeg ze hieronder toe: 3.2.3.1. De voorzitter van het BJB wordt door de stafhouder aangesteld en dit overeenkomstig de procedure voorzien in dit reglement. 3.2.3.2. Om zich kandidaat te stellen voor het voorzitterschap zullen de advocaten hun aanvraag moeten indienen bij de stafhouder van de Balie van Limburg. Iedere kandidaat zal uiterlijk op 31 juli van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het mandaat aanvang zal nemen een beleidsplan overmaken aan de stafhouder. Om zich kandidaat te kunnen stellen moet de advocaat bij het indienen van het beleidsplan minstens zeven jaren ingeschreven zijn op het tableau van de orde van Advocaten Balie Limburg. De kandidaten zullen gehoord worden door de stafhouder in de loop van de maand augustus en iedere kandidaat zal zijn beleidsplan kunnen toelichten. Nadat de kandidaten gehoord zijn door de stafhouder, zal de stafhouder een beslissing nemen met betrekking tot de aan te stellen voorzitter. Hij zal die beslissing op de eerstvolgende raad voorleggen. Keurt de raad van de orde de beslissing af dan krijgen alle verkiesbare leden van de balie de mogelijkheid om opnieuw een beleidsplan in te dienen bij de secretaris van de orde, uiterlijk vier weken na de negatieve beslissing van de raad van de orde. De raad van de orde zal op de daaropvolgende vergadering waarop de kandidaten worden gehoord, een definitieve beslissing nemen. 3.2.3.3. Het mandaat van de nieuwe voorzitter van het BJB zal aanvang nemen op 1 januari van het kalenderjaar volgend op de aanstelling en geldt voor een periode van drie jaren. Het mandaat van voorzitter van het BJB kan hierna eenmaal verlengd worden voor een periode van drie jaren. De stafhouder heeft evenwel steeds de mogelijkheid om dit mandaat te beëindigen en dit na overleg met en advies van de raad van de orde. 5. Wat vinden de kandidaten vice stafhouders van de nieuwe vormen van beroepsuitoefening? Is het denkbaar dat verzekeringsmaatschappijen, accountants of psychologen investeren in advocatenkantoren (en er zelfs aandeelhouder van worden) en op die manier zaken (dossiers) bezorgen aan de advocaten (maar ook de winst opstrijken)? Dat is natuurlijk in de eerste plaats een bevoegdheid van de OVB, maar hoe zullen de kandidaten vice stafhouder in dat debat standpunt innemen (er is op dit hierover een zaak hangend voor het Europees Hof van Justitie, zodat de vraag bijzonder actueel gaat worden). Erik Schellingen: Ook de advocatuur dient vanzelfsprekend open te staan voor vernieuwing. Hierbij mogen we echter absoluut niet één van onze belangrijkste kernwaarden verliezen, namelijk onze onafhankelijkheid. Ons leidmotief. Ik geloof dat een samenwerking tussen advocaten en andere beroepsuitoefenaars, niet- advocaten zoals bijvoorbeeld psychologen of accountants, mogelijk moet zijn. Multidisciplinaire samenwerking of netwerking kan op dit ogenblik, zoals de artikelen 176 en volgende van de Codex Deontologie voor Advocaten, voorzien. Waar ik echter absoluut géén voorstander van ben, is een multidisciplinaire associatie, een vorm waar niet-advocaten investeren in advocatenkantoren en bijvoorbeeld aandeelhouder worden. Dit is voor mij absoluut te vermijden en is terecht op basis van artikel 178 van de Codex Deontologie voor Advocaten verboden, waarbij ik al huiver van het idee dat bijvoorbeeld rechtsbijstandsverzekeraars aandelen zouden verwerven in advocatenkantoren. Dat zal de dag zijn dat wij onze onafhankelijkheid verliezen. Maar, zoals vermeld in de vraag over de rechtszaak die hangt voor het Hof van Justitie in Luxemburg (hiermee wordt wellicht allusie gemaakt op de prejudiciële vraag vanuit het Bayerischer Anwaltsgerichtshof in de zaak Halmer Rechtsanwaltsgesellschaft t/ Rechtsanwaltskammer München), kijk ook ik met grote belangstelling uit wat de rechtspraak binnen de EU hierover zal zijn. Bert Vandenreyt: Investeringen door investeringsmaatschappijen / accountants in advocatenkantoren : De essentie van ons beroep is onze onafhankelijkheid. Gebrek aan financiële onafhankelijkheid bedreigt onze vrijheid om in eer en geweten op te treden ( cfr. De eed ). Wij moeten kritisch kunnen blijven t.o.v. onze opdrachtgevers, dit geldt zowel voor verzekeringsmaatschappijen, accountants, notarissen enz. Indien er een opdracht wordt gegeven door een notaris of door een accountant moet de advocaat steeds op een onafhankelijke wijze kunnen oordelen of de adviezen, de contracten of de aktes die opgesteld zijn wel correct werden opgesteld. Het gevaar bestaat immers steeds dat wiens brood men eet, diens woord men spreekt. 6. In Nederland worden advocaten die onvoldoende kwaliteit leveren door de raad van de Orde op de vingers getikt en dat kan daar zelfs aanleiding geven tot tuchtstraffen. Wat vinden de kandidaten vice stafhouder daarvan? Zou een intensere samenwerking met de Universiteit Hasselt in het kader van de permanente vorming een interessante gedachte zijn of vinden ze academische kennis te theoretisch? Erik Schellingen: Als voormalig bestuurder van de Orde van Vlaamse Balies, destijds bevoegd voor onder meer kwaliteitscontrole en permanente vorming, ben ik uiteraard overtuigd dat een professionele beroepsuitoefening door de advocaat, hand in hand gaat met een vorm van kwaliteitscontrole en vorming. Destijds richtte ik als bestuurder de ‘Peer Review’ op, een collegiale toetsing waarbij een auditor oordeelt of een advocatenkantoor voldoet aan de standaard kwaliteitsvereisten en dit door onder meer een audit van één dag (na bevraging en grondige voorbereiding met checklist). Van aanvang was het hierbij de bedoeling om advocaten te sensibiliseren dat kwaliteitsmanagement en klantentevredenheid belangrijk zijn. Hierbij is doelbewust gekozen voor vrijwilligheid. Mijn persoonlijke ervaring, na een aantal uitgevoerde Peer Reviews als auditor, is dat advocatenkantoren open staan voor een gesprek, een advies, een begeleiding en dus een vorm van kwaliteitscontrole. Ik ben trouwens hierbij ook voorstander van de zogenaamde intervisie waarbij advocaten in groep kennis en goede praktijken met elkaar delen. Wanneer de Balie Limburg, via de stafhouder, opmerkt dat er problemen zijn met de kwaliteit van een advocatenkantoor moet de balie kunnen ingrijpen. Eerst door begeleiding en het aanbieden van hulp. Indien echter het advocatenkantoor er niet in blijft slagen te voldoen aan de minimum kwaliteitsvereisten, moet een balie kunnen ingrijpen, bijvoorbeeld bij hardleersheid, met tucht (echter enkel als ultimum remedium). Trouwens, artikel 186 van de Codex Deontologie voor Advocaten verplicht elke advocaat om een ‘infrastructuur’ te hebben die een ‘behoorlijke uitoefening van het beroep mogelijk maakt’. Een samenwerking met de UHasselt of andere onderwijsinstellingen is zeker welkom, waarbij het belang van een goede vorming en permanent leren niet kan onderschat worden. Bert Vandenreyt: Om te beginnen ben ik van oordeel dat het tot de beroepsfierheid behoort van iedere advocaat dat hij/zij de nodige kwaliteit biedt in zijn dienstverlening. Dit betekent dat hij/zij consequent seminaries volgt, zeker in de materie waarin de advocaat veel actief is (en dus niet zomaar seminaries volgt om aan het aantal punten te komen voor permanente vorming). Vervolgens is het aan de OVB om te controleren dat de seminaries die aangeboden worden kwalitatief voldoende goed zijn. Ik ben er zeker niet op tegen dat bijscholingscursussen georganiseerd worden door een universiteit, doch dit zie ik op korte termijn niet gebeuren. Bij de universiteiten is er nu al weinig draagvlak om een bijkomende master te organiseren die instaat voor de opleiding van toekomstige advocaten. 7. Hoe evalueren de kandidaten vice stafhouder de huidige werking van de raad van de Orde? Is er genoeg communicatie met de basis en vinden zij dat de samenstelling representatief is voor de balie? Wat vinden zij overigens de beste beslissing van balie Limburg van de afgelopen jaren en waar zouden zij - indien zij verkozen zijn - volgend jaar prioritair op inzetten? Erik Schellingen: Zonder een raad van de orde, kan een lokale balie niet bestaan. Zij is de meester van het tableau, hetgeen ook wettelijk verankerd is in artikel 432 Gerechtelijk Wetboek. De leden van de raad van de orde van advocaten van de Balie Limburg leveren goed werk, dikwijls achter de schermen. Elk jaar kunnen alle Limburgse advocaten hun vertegenwoordigers in de raad verkiezen, waarbij het mij verheugt dat er ook dit jaar meerdere kandidaten zijn, van allerlei slag (grotere kantoren, kleinere kantoren, jongere en oudere confraters…). Dat bijvoorbeeld de voorzitter van de Conferentie van de Jonge Balie thans lid is van de huidige raad van de orde, is een meerwaarde. In mijn tijd als Jonge Balie voorzitter was het ooit anders. Het is en blijft van belang dat dat de diversiteit die onze mooie Balie Limburg kent, ook vertegenwoordigd kan worden in de raad van de orde. De Balie Limburg moet blijven inzetten op representativiteit en alle confraters stimuleren om actief deel te nemen aan verkiezingen, als kandidaat of als stemgerechtigde. Wat betreft de communicatie door de Balie Limburg naar haar advocaten, meen ik dat de Balie Limburg alles doet om tijdig, correct en transparant te communiceren. De vernieuwde website is een meerwaarde, ook de berichtgeving via deze website hierop, zoals eveneens via sociale media en WhatsApp. Echter, in een wereld waar iedereen soms overstelpt wordt door berichtgeving zal altijd moeten nagedacht worden op welke manier het meest efficiënt kan worden gecommuniceerd met de Limburgse advocaat. Een bevraging of studie hiertoe op regelmatige tijdstippen is zeker te overwegen. Wat betreft de vraag welke de beste beslissing is van de raad van de orde van de afgelopen jaren, denk ik - buiten uiteraard het initiatief ‘door de Baliebril’ waar confrater Lamon ons regelmatig bij brengt wat er reilt en zeilt in de juridische wereld en daarbuiten – onder meer aan de keuze van de nieuwe website en bijhorende communicatie aan de advocaten door de Balie Limburg en de oprichting van het comité S dat oog heeft voor de Limburgse advocaat die moeilijkheden ondervindt. De prioriteit moet er de komende jaren in bestaan nog meer verbinding te creëren met de Limburgse advocaat, waarbij de Balie Limburg, zoals eerder gezegd, de thuishaven moet zijn voor de Limburgse advocaat, zowel in rustige wateren als in stormachtig weer. Bert Vandenreyt: In de afgelopen jaren heeft balie Limburg wel degelijk gewerkt aan een verbetering van de communicatie. Verslagen van de raad van Orde kunnen ingekeken worden via de website en er wordt zoveel als mogelijk informatie meegedeeld via de nieuwe website. Indien er informatie nodig is, zijn de leden van de raad gemakkelijk bereikbaar en aanspreekbaar. Vragen over verzekeringen worden systematisch en snel beantwoord door Mr Jageneau. Wat de representativiteit van de raad van Orde betreft kan ik vaststellen dat advocaten die voldoen aan de voorwaarden zoals ze opgenomen zijn in het baliereglement, kunnen deelnemen aan de verkiezingen. Ieder jaar zijn er wel enkele leden die stoppen en worden zij vervangen door anderen. Het is een gegeven dat advocaten die zich bezighouden met consultancy en de ruimere aspecten van het ondernemingsleven zich niet kandidaat stellen voor de verkiezingen van de Raad van Orde. Dit kan uiteraard een probleem zijn voor de representativiteit doch, nogmaals, iedere advocaat die voldoet aan de voorwaarden opgelegd door de baliereglementen kan deelnemen aan de verkiezingen. Goede beslissingen van de raad van orde van balie Limburg: De coördinatie en actualisering van het balie reglement De beslissing om de verhoging van de baliebijdrage te beperken tot 50 euro ondanks de aanzienlijke stijging van kosten o.a. verzekeringspremies 8. Een vice stafhouder zit ambtshalve ook in de algemene vergadering van de OVB. Wat vinden de kandidaten vice stafhouder over de thema's die daar nu aan de Orde zijn: (i) een wijziging van de deontologie waardoor advocaten bediende kunnen zijn; (ii) de proportionalitietstoets (enkel nieuwe deontologische regels wanneer aangetoond is dat noodzakelijk zijn om de kernwaarden te beschermingen (iii) vreemd kapitaal. Erik Schellingen: De algemene vergadering is de wetgevende/regelgevende macht binnen de OVB en wordt ook omschreven als het ‘democratisch hoogste orgaan’. Zij bestaat uit de verkozen stafhouders en vicestafhouders (of prostafhouders) die van rechtswege zetelen, aangevuld met 51 rechtstreeks verkozen afgevaardigden, proportioneel verdeeld tussen alle balies. De algemene vergadering wordt nog aangevuld met twee leden met adviserende stem, de stafhouder van de Balie van het Hof van Cassatie en een lid van de CCBE (Council of Bars and Law Societies of Europe). De Balie Limburg telt, naast de stafhouder en vicestafhouder, 5 afgevaardigden. De thema’s die aangehaald werden, zijn drieërlei en zijn mij vanuit mijn ervaring als voormalig afgevaardigde en bestuurder van de Orde van Vlaamse Balies zeer goed gekend. a) Een wijziging in de deontologie waardoor advocaten bedienden kunnen zijn In het kader van het wetsontwerp van toenmalig justitieminster Vincent Van Quickenborne over de modernisering van het beroep van advocaat (met als hoofdpijlers een hervorming van het toezicht & tucht, de organisatie van het beroep, het ondernemerschap, de onafhankelijkheid en de stage), werd de mogelijkheid voorzien voor de advocaat om, naast het huidige statuut als zelfstandige, in het kader van een arbeidsovereenkomst tewerkgesteld te worden als bediende. Beide statuten zouden dus naast elkaar bestaan. De minister heeft de Orde van Vlaamse Balies hierbij bevraagd waarbij standpunt werd ingenomen door de Orde van Vlaamse balies waar – meerderheid tegen minderheid – gestemd werd voor de aanvaarding van het statuut van bediende (onder uitdrukkelijke voorwaarde dat het de advocatuur is die het statuut van de advocaat-bediende regelt), dit bij beslissing van de algemene vergadering op 21/12/2022. Onze stafhouder Luk Delbrouck is hierbij trouwens een vurig pleitbezorger voor de invoering van de mogelijkheid tot bediendenstatuut voor de advocaat (hetgeen hij met verve verdedigde in zijn stafhouder repliek op de openingsconferentie van de Balie Limburg van 2022). Het actuele wetgevend initiatief (wetsontwerp houdende modernisering van het beroep van advocaat dd. 06/03/2024) is intussen stilgevallen, waarbij het natuurlijk nu koffiedik kijken is wat de federale wetgever in de toekomst zal doen. Het debat is dus intussen terug aangewakkerd waarbij het momentum er is om als beroepsgroep zelf dit thema te regelen, na opnieuw een gezonde discussie binnen de advocatuur. b) De proportionaliteitstoets De proportionaliteitstoets is wettelijk ingevoerd (na Europese vraag) om alle ordes en beroepsorganisaties te verplichten na te gaan of nieuwe (deontologische) regels wel noodzakelijk zijn, of zij proportioneel zijn, dat zij met andere woorden het juiste evenwicht hebben en mededingingsrechtelijk toegelaten zijn. Binnen de algemene vergadering van de Orde van Vlaamse Balies is regelmatig gediscussieerd of een ‘Cel Proportionaliteit’ moet worden opgericht, waarbij vorige maand mei 2024 de algemene vergadering besliste om dergelijke cel op te richten die de naam kreeg van ‘Cel Evenredigheid’ waarbij nu reglementen worden ontworpen die voorgelegd worden ter stemming/amendering op de algemene vergadering van 26 juni aanstaande. De afgevaardigden van de Balie Limburg zullen dit debat ongetwijfeld verder opvolgen. c) Vreemd kapitaal Kapitaalparticipatie door niet-advocaten in advocatenkantoren is een thema dat ook al enige tijd opduikt in de besprekingen van de Orde van Vlaamse Balies. Het omhelst in feite het openstellen van de advocatuurlijke markt aan derden. Vreemd kapitaal in een advocatenkantoor is momenteel zondermeer verboden, volgens artikel 172.5 van de Codex Deontologie voor Advocaten. Het laat niemand binnen de advocatuur onberoerd omdat de grote bekommernis bestaat dat een aantal van onze kernwaarden hierbij in het gedrang zullen komen, met name: - Het belang van de cliënt - Het beroepsgeheim van de advocaat - De onafhankelijkheid van de advocaat - Verbod op tegenstrijd van belangen De Vlaamse advocatuur leeft niet op een eiland zodat wij open moeten (blijven) staan voor dit debat dat uiteraard in een Europees en internationaal kader volop wordt gevoerd, temeer zelfs vreemd kapitaal in familiale context bij onze Franstalige confraters van de OBFG tot de mogelijkheden behoort. Ook in Nederland loopt momenteel een experiment waarbij verzekeraars hun advocaten-in-loondienst mogen inzetten voor niet-verzekerde cliënten (kantoren BrandMR en VvAA Legal op basis van het zgn. rapport WODC – alternatieve bedrijfsstructuren voor advocaten). Naast dit thema zijn er nog tal van belangrijke items die binnen de Orde van Vlaamse Balies zullen worden gevoerd, zoals bijvoorbeeld TPF (Third Party Funding ) of litigation funding (hierbij kan ik u graag verwijzen naar het artikel dd.11/12/2020 van voorzitter Peter Callens in zijn ‘voorzitter op vrijdag’ met de titel: “de balie bereidt zich voor op de komst van de Thrid Party Funding” alsook de aanbevelingen van de OVB hierover, goedgekeurd bij AV van 28/06/2023) en SLAPPs (Strategic Lawsuits Against Public Partcipation). Er komt nog veel op de advocatuur af, obstakels of opportuniteiten? Bert Vandenreyt: Er worden 3 hot-issues naar voor gebracht. Over ieder onderwerp kan er een hele verhandeling worden geschreven, doch ik wens als volgt kort te reageren: Een wijziging van deontologie waardoor advocaten bedienden kunnen zijn.. Ook hier ben ik van oordeel dat advocaten best vrije beroepers zijn zodat zij steeds onafhankelijk kunnen blijven. Ik blijf me afvragen hoe een advocaat die bediende is en dus per definitie ondergeschikt is, kritisch kan blijven tov zijn werkgever. In andere landen hebben ze hier reeds ervaring mee hoe dit deontologisch opgelost wordt. Dit moet onderzocht worden. Ik blijf hier echter ernstige vragen over hebben. Wat de proportionaliteitstoets inzake deontologie betreft, kan ik helemaal akkoord gaan.. De deontologische beperkingen moeten proportioneel zijn met het beoogde doel van algemeen belang. Wat betreft vreemd kapitaal in advocatenvenootschappen ben ik geen voorstander van.. Ik besef dat vooral grote Brusselse en Antwerpse advocatenkantoren van oordeel zijn dat dit wel moet kunnen. Een opmerking die gehanteerd wordt is dat advocaten en advocatenkantoren zoals we die nu kennen, onvoldoende financiële middelen hebben om aanzienlijke investeringen te realiseren, oa in kader van AI. Wat dit aspect betreft, denk ik dan ook dat wij er moeten zorg voor dragen dat de OVB een (nog) sterkere financiële structuur krijgt waardoor deze in de mogelijkheid is om voor de advocaten in het algemeen bij te dragen in noodzakelijke belangrijke investeringen. 9. De balie moet ook gezellig zijn. De balie van Limburg is de gezelligste van het land is het credo van de raad van de Orde. Vinden de kandidaat vice stafhouders dat de balie Limburg te veel of te weinig geld uitgeeft aan feesten en gezelligheid? Erik Schellingen: De Balie Limburg is inderdaad de gezelligste balie van het ganse land, ontegensprekelijk. Dit was al zo aan de toenmalige balies Hasselt en Tongeren. Ik heb alle Openingsconferenties van alle balies ooit bijgewoond en kan bevestigen dat onze Balie Limburg de typische Limburgse gezelligheid uitdraagt, die door elke advocaat wordt gesmaakt. Persoonlijk geloof ik in een zekere samenhorigheid, een confraterniteit, een verbinding die tussen confraters groeit ter gelegenheid van allerhande activiteiten op balieniveau met vooral grote dank aan inspanningen van de Conferentie van de Jonge Balie Limburg. Er moet vanzelfsprekend budgettair correct en verantwoordelijk met het geld van de orde van advocaten Balie Limburg worden omgegaan maar wat dat betreft is er in het verleden m.i. nooit een probleem geweest. Feesten en gezelligheid op tijd en stond. Dit moet kunnen en draagt ook bij aan het welzijn en de zelfrelativering van de Limburgse advocaat. Een balierevue is hiertoe altijd een hoogtepunt van een gerechtelijk jaar. Bert Vandenreyt: Ik vind dat balie Limburg op een verantwoorde en gedoseerde manier geld uitgeeft aan gezelligheid en feesten. Hier moeten geen bijkomende budgetten voor uitgetrokken worden. Uiteraard moet er rekening gehouden worden met inflatie. De organisatie van feesten en gezelligheid is deels in handen van de Conferentie van de Jonge Balie en de raad van orde. Deze dragen bij tot een goede sociale cohesie aan de balie en werken ( soms ) conflictvermijdend door de spreiding van de taken wordt een grote groep van advocaten bereikt, ook al blijft het moeilijk om iedere advocaat die deel uitmaakt van de balie Limburg te bereiken. 10. Hoe zou u, als vice stafhouder, de verzuchtingen van advocaten over de werking van bepaalde rechtbanken aankaarten bij deze rechtbanken? Erik Schellingen: Het spreekt voor zich dat confraters die ‘verzuchtingen’ hebben ten aanzien van de werking van bepaalde rechtbank dit moeten kunnen ventileren aan de Balie Limburg, waarbij de stafhouder de persoon is die hierna in overleg zal gaan met de rechtbank en diens korpsoverste. Naast een regelmatig, structureel overleg, moet de stafhouder altijd een ‘open lijn’ hebben met de rechtbank. Een stafhouder vertegenwoordigt de balie en staat ter beschikking van de advocaten van zijn balie, altijd. Bert Vandenreyt: Advocaten die problemen ondervinden bij rechtbanken dienen dit te melden aan de stafhouder, zeker als dit structurele of steeds wederkerende problemen zijn. De stafhouder dient dit op een doortastende maar diplomatische wijze aan te kaarten bij de korpsoverste. Ik merk dat korpsoversten daar zeker voor open staan. Zij wensen ook een goede werking van hun rechtbank en wensen ook dat er kwaliteit wordt geleverd door hun magistraten zowel inhoudelijk en binnen redelijke termijnen. Korpsoversten verwachten ook dat hun magistraten tijdig aanwezig zijn op zittingen en dat deze zittingen vlot verlopen. Als balie kunnen we onze wil wel niet opleggen aan de magistratuur, dit is dus steeds het voorwerp van gesprekken met de magistratuur en haar korpsoversten. 11. Niet alle stagiairs maken hun stage af of veranderen tijdens hun stage van stagemeester. Hoe zou u de opvolging van de relatie tussen stagiairs en hun stagemeester organiseren? Erik Schellingen: De stage is een zeer vitaal onderdeel van de ontwikkeling van de advocaat, die “tot doel heeft de advocaat te vormen tot een deskundig en onafhankelijk advocaat, die de deontologie kent, het beroepsgeheim en de essentiële plichten van onafhankelijkheid en partijdigheid eerbiedigt, belangenconflicten vermijdt en zich de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die de grondslag zijn van het beroep van advocaat, eigen heeft gemaakt” (artikel 35 Codex Deontologie voor Advocaten). Elke advocaat-stagemeester is zelf begonnen als advocaat-stagiair. De opvolging van de relatie tussen een stagemeester en een advocaat-stagiair is bijzonder belangrijk. De stagecommissie binnen de Balie Limburg is alvast een meerwaarde, waarbij ook de rol van de Conferentie van de Jonge Balie Limburg essentieel is voor de (jonge) advocaat- stagiair. Als gewezen Jonge Balie voorzitter heb ik dit altijd zo ervaren. Ik ben overtuigd dat de we nog meer aandacht kunnen besteden als Balie Limburg aan de positie van de advocaat-stagiair om te vermijden dat er een snel vertrek is van de advocaat-stagiair en om ervoor te zorgen dat de advocaat-stagiair zich goed in zijn/haar vel voelt. De balans tussen werk en het privéleven en het welzijn van de advocaten-stagiairs zijn aandachtspunten. Het mentale welzijn van de advocaat in het algemeen trouwens (42% van de schadegevallen in 2022 bij Precura – onze verzekeraar gewaarborgd inkomen -hadden betrekking op een psychische problematiek van de advocaat). Een structureel (verder) opvolgen van de stage door de Balie Limburg, het aanstellen van een specifieke vertrouwenspersoon voor advocaten-stagiairs alsook het geven van nuttige vormingen aan advocaten-stagemeesters (waar ook uiteraard de stagemeester voordeel uit haalt, zodat dit een win-win situatie is voor beide zijden) zijn speerpunten waar ik graag wil op inzetten. En last but not least, dé stafhouder – en bij uitbreiding de vicestafhouder - is ook bij uitstek de vertrouwenspersoon voor elke advocaat, stagiair en stagemeester. Bert Vandenreyt: De commissie van stage en tableau dient per stagiair ( en dus individueel ) een analyse te maken van wat er is misgelopen, deze informatie kan zij krijgen uit de verslagen van stagiair en stagemeester. Vervolgens lijkt het nuttig om zowel de stagiair als de stagemeester op te roepen voor de commissie zodat iedere partij zijn uitleg kan doen en er door de commissie adviezen kunnen gegeven worden aan de stagiair en aan de stagemeester. Als er echt iets fout loopt met een stagemeester kan dit worden voorgelegd aan de raad van orde die in gesprek kan gaan met deze stagemeester en zelfs kan beslissen dat een advocaat niet langer kan optreden als stagemeester. 12.Waarom vinden de kandidaten vice stafhouder dat we op hen moeten stemmen en niet op de tegenkandidaat? Erik Schellingen: De Balie Limburg heeft de keuze uit twee kandidaten-vicestafhouder, hetgeen een democratische luxe is. Ik meen te mogen stellen dat zowel mijn gewaardeerde tegenkandidaat, confrater Bert Vandenreyt, als ikzelf valabele kandidaten zijn zodat het aan de Limburgse advocaat toekomt om de keuze te maken, waarbij ik andermaal verwijs naar mijn tekst ter gelegenheid van de indiening van mijn kandidatuur voor het vicestafhouderschap van de Balie Limburg: “Graag wil ik mijn ervaring en enthousiasme ten dienste stellen van de balie” #ForzaBalieLimburg Bert Vandenreyt: Als lid van de raad van de Orde heb ik mij de afgelopen 10 jaren vooral toegelegd op de lokale balie en heb ik steeds oplossingen gezocht in het belang van Balie Limburg. Met veel enthousiasme zou ik dat in de komende jaren ook willen doen, liefst als uw (vice) stafhouder. -
TIJDELIJKE AFWEZIGHEID MR. JESSIE APPELEN
Mr. Jessie Appelen is gehospitaliseerd sedert 16/6/24 en dit tot nader bericht. Wij verzoeken u geen vorderingen etc. te nemen opzichtens Mr. Jessie Appelen en dit tot nader bericht. De dossiers van Mr. Jessie Appelen worden slechts beperkt opgevolgd en enkel in de mate van het mogelijke.Voor dringende elementen kan u zich wenden tot het nummer: 089/36.43.81.Dank voor uw confraterniteit in deze. -
STEL UW VRAAG AAN DE TWEE KANDIDATEN VICE STAFHOUDERS!
Met Erik Schellingen en Bert Vandenreyt stellen er zich twee confraters kandidaat als vice stafhouder. Om u te faciliteren bij uw keuze leek het een goed idee om u allen de mogelijkheid te geven een vraag te stellen die dan door de beide kandidaten zal worden beantwoord. De termijnen zijn kort, maar vragen mogen tot woensdagavond worden gericht aan het baliesecretariaat (secretariaat@balielimburg.be), waarna dan maandag de antwoorden van de beide kandidaten zullen worden gepubliceerd op onze website. -
DOOR DE BALIEBRIL (18)
Bij elke verkiezing zijn er verrassingen Van verkiezingen wordt vaak gezegd dat het een hoogdag is voor de democratie. Voor vele confraters was het zondagochtend vooral vroeg opstaan en een ganse tijd alert blijven om de kiesverrichtingen als voorzitter goed te laten verlopen. Democratie is dan vaak ook een werkwoord. Daarna kon iedereen urenlang de verkiezingsuitslagen volgen, waarbij eens te meer is gebleken dat niet altijd alles loopt zoals door sommigen voorspeld en door anderen verwacht. Intussen kunnen we ons aan de balie voorbereiden op de verkiezingen voor de raad van de Orde en de vertegenwoordigers van de balie in de Algemene Vergadering van de Orde van Vlaamse Balies. De termijn om zich kandidaat te stellen voor de OVB is al verstreken, maar voor de raad van de Orde kan dit nog tot vrijdagavond. We zijn er met z’n allen collectief verantwoordelijk voor dat dit ook in onze balie een hoogdag voor de interne democratie wordt. In een ideale wereld is de raad van de Orde de weerspiegeling van de balie zelf. Onze balie is divers: advocaten werken in (relatief) grote kantoren, in kleine groeperingen of helemaal alleen. Sommigen verdienen handenvol geld, anderen hebben het financieel moeilijk. Sommigen zijn gedreven door een ondernemersspirit, terwijl anderen zich vanuit hun idealisme of sociale bewogenheid laten leiden en minder aandacht hebben voor het financiële. Sommigen voelen zich thuis aan de balie en voor anderen is het een tussenstap naar een ander leven. Er zijn er die dagelijks de toga aantrekken en anderen die er zelfs geen hebben. En alles daar tussenin. Er zijn advocaten van alle leeftijden en er zijn allicht meer meningen dan er advocaten zijn. De raad van de Orde zou dit allemaal moeten weerspiegelen én vertegenwoordigen. Dat is een grote uitdaging, maar het kan enkel lukken als er ook voldoende kandidaten zijn en de kiezers ook echt kunnen kiezen. Bij de balie van Brussel zijn de verkiezingen al achter de rug en dat zorgde voor enkele, wat mij betreft, aangename verrassingen. Professor ondernemingsrecht Joeri Vananroye haalde zomaar uit het niets de tweede beste score. Op sociale media schreef hij na zijn verkiezing; “Ik ben niet de meest typische advocaat maar de stafhouder-elect verzekerde mij dat atypische advocaten typisch zijn voor de balie van Brussel”. Het valt niet in te zien waarom dat enkel voor Brussel zou gelden. Ook in Limburg zijn er genoeg “atypische” advocaten waarvan het goed zou zijn dat hun stem wordt beluisterd. De stem van het aanstormend talent moet zeker ook worden gehoord. Het is daarbij overigens een misvatting dat enkel wie meedoet aan de balierevue geschikt is om beleidsverantwoordelijkheid te nemen in de balie. Volgens wandelganggeruchten zullen een aantal leden van de raad zich niet meer kandidaat stellen. Het is dus een opportuniteit voor wie zich geroepen voelt. Er is permanent nood aan vernieuwing in de raad van de Orde, om te vermijden dat de zelfgenoegzaamheid zich installeert, dat de gretigheid verdwijnt en er geen voeling meer is met wat er leeft aan de balie. Er is ook nood aan een toekomstvisie. Daar wordt (te) weinig over nagedacht en het is blijkbaar voor velen aantrekkelijker om alles zoveel mogelijk bij het oude te laten. Aan de balie van Gent heeft de zittende stafhouder een tegenkandidaat. Dat is niet gebruikelijk, maar het zet de zaken daar wel op scherp. Stafhouder Frank Van Vlaenderen zette zijn beleidsplan daarom op LInkedIn. Het is een tien pagina’s tellend document onder de titel “een balie voor iedereen” en begint met volgend citaat: “Zolang we willen, kunnen we onszelf overtuigen dat we virtuoos zijn, maar als anderen ons niet geloven, staan we nergens”. Er zullen dus in Gent nog boeiende debatten worden gevoerd. Volgens het “boekje” van de revue zijn er in onze balie twee kandidaten voor het vice-stafhouderschap. De kans dat er nog een andere kandidaat opduikt is klein. Gaan de twee kandidaten ook vooraf hun beleidsplan bekend maken en zal er daarover debat worden gevoerd? En zullen er dan toch velen zich kandidaat stellen voor de raad van de Orde, zodat die verkiezing aan belang kan winnen? Alle geledingen van de balie zouden zich betrokken moeten voelen om er op die manier voor te zorgen dat ook binnen de raad van de Orde wat onrust ontstaat. Dat kan helpen om de balie – en de individuele advocaat - meer bewust te laten worden van de eigen mogelijkheden en de beperkingen. En wie weet zijn er dan ook bij de Limburgse balieverkiezingen verrassingen. Leve de balie! Hugo LAMON -
DOOR DE BALIEBRIL (17)
De topadvocaat en andere confraters Uit gesprekken die confraters voeren naar aanleiding van een of ander juridisch mediaonderwerp, blijkt vaak de ergernis over het gebruik van de term topadvocaat. Ik vermijd opzettelijk het woord “titel”, want dat verdient de term vaak niet. Ook confrater Hugo Lamon schreef een artikel over dit onderwerp ( Jubel, 14 juni 2023, Over topadvocaten, gratis advocaten, pro-Deoadvocaten en holistische staatsadvocaten), maar hij gaf geen antwoord op de vraag: hoe word ik topadvocaat, als ik dat graag zou willen (quod non)? Een opleiding of erkenning om die term voor zichzelf te gebruiken bestaat niet. Noch de universiteiten, noch de OVB, noch ons geliefd CBLB, noch de talrijke organisatoren van de erkende opleiding bieden die aan. Bij nader onderzoek blijken de confraters die met die term worden aangesproken vooral het strafrecht te beoefenen. Advocaten die ondernemingsrecht, eerstelijnsbijstand, familierecht, sociaal recht, fiscaal recht, ondernemingsrecht, intellectueel recht of zelfs de meest ingewikkelde internationale financiële wetgeving beheersen lopen een groot risico buiten de prijzen te vallen wat het gebruik van die term betreft. Die confraters komen trouwens eerder zelden in de media. “Topadvocaat” ingeven in Google, geeft vooral gesponsorde informatie, en in Nederland is er zelfs een website ‘Topadvocaat’. Met 5 beoordelingen in de laatste 12 maanden, die allen voor 100% aanbevelen, lijkt dit qua aantal eerder mager. Volgens Google kan het uurtarief van een advocaat variëren van €100,- tot meer dan €500,- per uur. De hoogte van het tarief wordt onder andere bepaald door jaren ervaring, specialisatie, en “win ratio” van de advocaat (waar vind ik die?). Sommige advocatenkantoren prijzen hun kantoorgenoten als topadvocaat, maar dat is uiteraard geen objectieve referentie. Bovendien bestaat “de topadvocaat” niet die elke materie kan beheersen. Leonardo Da Vinci was de laatste allesweter en die is intussen al meer dan 500 jaren dood. Artificial Intellingence, zowel Gemini als Chatgtpt, geven een gelijkaardige definiëring voor de term “topadvocaat”. Ik vat de AI analyse even samen: Een topadvocaat is een advocaat die wordt erkend als een van de besten in zijn of haar vakgebied. Dit kan betekenen dat ze een uitzonderlijk hoge mate van expertise en kennis hebben, een indrukwekkend track record van successen in juridische zaken, en een sterke reputatie hebben binnen de juridische gemeenschap en bij cliënten. AI geeft dan de volgende kenmerken die vaak worden geassocieerd met een topadvocaat: Uitmuntende juridische kennis en vaardigheden;. Succesvolle casussen;. Reputatie en erkenning door collega's en juridische organisaties;. Netwerk en connecties;. Cliëntgerichtheid;. Continu leren en aanpassen;. Ethische standaarden.. AI is dus zo dom nog niet, maar ik weet niet waar zij de mosterd haalt om tot die min of meer juiste analyse te komen. Moeten ze allen tezamen vervuld worden? Neen. In ieder geval moet de term “topadvocaat” omzichtig worden gebruikt. De media zouden minstens een grondig vooronderzoek moeten doen, wat ze overigens in de meeste onderwerpen zelden doen, toch als het over justitie gaat. Veel in de media komen, en straffe standpunten innemen zijn absoluut geen elementen die bijdragen tot de term “topadvocaat”, wat nochtans de media wel denken. Ik stel ook vaak vast dat initiatieven tot het instellen van spectaculaire procedures met veel bombarie snel door de media worden opgepikt, en leiden tot het gebruik van de term voor de betrokken advocaten. De media hebben echter onvoldoende juridisch inzicht om die sensatieballon te doorprikken. Achteraf zullen ze dan maar zwijgen of heel beperkt communiceren, als de juridische actie uiteindelijk tot een zero-resultaat leidt. Gelukkig voor hem wordt dan vaak vergeten de naam van de initiatiefnemer te vermelden, wiens opgeblazen ballon in die zaak immers helemaal is afgelaten en verder dus zonder mediabelang blijft. Het juridisch belang doet er voor de media (uiteraard wel de vakbladen) verder niet toe. Zie daar mijn (oppervlakkige) analyse van de term topadvocaat. Er zijn uiteraard advocaten die de titel van topadvocaat wel waard zijn. Ik zou ze graag vermelden, maar ik zou mezelf bij gebreke aan volledig en grondig vooronderzoek verwijten aan slechte journalistiek te doen, en dat is net wat ik in deze aanklaag. Bernard Mailleux -
WIE ZIJN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN DE ORDE? (HANS VALKENBORG)
De leden van de raad van de Orde: Wie zijn ze? Wat doen ze? De raad van de Orde. Ze werden verkozen, ze zetelen maandelijks, beslissen over het reilen en zeilen van de balie. Maar kent u ze? Weet u wat ze doen?In deze korte rubriek laten we ze één voor één de revue passeren. Hans Valkenborg Wie is hij? Advocaat sinds 2011. Kantoor: Initio Advocaten te Hasselt. Voorkeurmateries: handelsrecht en strafrecht. Actief in de raad van de Orde sinds 2016. Hobby's en maatschappelijke engagementen: padel, skiën en andere minder sportieve dingen. Guilty pleasure: zowat alles wat ongezond is qua voeding, rode wijn, ... . Wat doet hij? Binnen de raad van de Orde heeft Hans de volgende specifieke taak: hij is voorzitter van de Commissie Stage en Tableau, waarbij men iederen maand voornamelijk de contracten van de nieuwe stagiairs doorneemt, de stageverslagen van stagiair en patron nagaat, geschillen tussen stagiair en patron tracht op te lossen, etc.Verder is Hans lid van de taxatiecommissie en tuchtonderzoeker. Tot slot is Hans ook voorzitter van het feestcomité waarbij men ieder jaar verantwoordelijk is voor het etentje met de eerstejaarsstagiairs, de huldigingen van confraters die 50 jaar aan de balie zijn en uiteraard het slotbanket! Wat wil hij? Wat zijn de uitdagingen? Hans vindt het vooral belangrijk dat hij met zijn taken zijn steentje kan bijdragen aan onze balie, maar ook dat hij op zeer actieve manier op deze wijze betrokken blijft. De grootste uitdaging voor de raad van de Orde is volgens Hans onze balie blijven ondersteunen en onze eigenheid te behouden zonder volledig op te gaan binnen de OVB. Zijn grootse persoonlijke voldoening binnen de raad van de Orde is steeds begin september wanneer alle documenten van alle nieuwe stagiairs in orde zijn en ze allen kunnen starten bij hun patron. Hans denkt dat we in de toekomst met de raad van de Orde bijzondere aandacht moeten hebben voor het welzijn van onze advocaten, de stijgende kosten binnen onze beroepsgroep en de verstandhouding met de magistratuur waarbij we zeker niet over ons heen mogen laten lopen. -
DOOR DE BALIEBRIL (16)
Het is tijd om wakker te schieten Het was de bedoeling om in deze rubriek regelmatig stil te staan bij wat er zoal in de raad van de Orde gebeurt. Uw dienaar heeft dan een aantal weken plichtsbewust volgehouden, maar werd wat moedeloos toen bleek dat er niemand anders zich geroepen voelde om het debat mee op gang te trekken. Ook toen ik de handdoek in de ring gooide en ontslag nam als lid van de raad van de Orde – het is u misschien ook al overkomen om in een moment van zwakte de vraag te voelen opborrelen: wat doe ik hier eigenlijk? – ja, pas toen voelde Mr. Remy (lid van de Algemene Vergadering van de OVB) het wat kriebelen en schreef hij het 15de stuk in de reeks. Dat is inmiddels ook zowat een maand geleden. Sindsdien? Windstil. Oorverdovend stil. Angstaanjagend stil. En wat mij betreft: onaanvaardbaar stil. En dus kruip ik terug uit mijn catacomben om mijn bezorgdheid te ventileren. Er zijn binnenkort weer balieverkiezingen. Eind juni wordt een nieuwe stafhouder, een nieuwe vice-stafhouder, een nieuwe raad van de Orde en nieuwe leden van de Algemene Vergadering van de Orde van Vlaamse Balies verkozen. “Nieuw” is allicht hier echt het meest adequate woord, want het lijkt erop dat alles grotendeels weer bij het oude zal blijven. De uittredende leden van de raad zullen, net als de voorbije jaren, zich weer opofferen. Uit de voorstellingsberichten die u op deze website kan lezen verneemt u uit eerste hand waar ze voor staan. Ben ik tegendraads als ik zeg dat daar niet onmiddellijk veel vernieuwende ambities te bespeuren vallen? Dat is overigens het goed recht van al die confraters, maar zou het geen goed plan zijn indien er nu eens véél meer kandidaten dan te begeven plaatsen zouden opduiken en er ook wat inhoudelijk debat zou komen over waar de raad van de Orde naar toe moet? Wanneer er eens een overschot aan kandidaten zou zijn, groeit misschien het besef dat een zitje in de raad niet een evidentie mag zijn. Is er geen nood aan wat nieuwe inzichten en aan wat meer confraters met afwijkende opvattingen? U kan zich tot 14 juni kandidaat stellen, ook als niemand u dat vraagt en misschien vooral als u niet gesolliciteerd wordt. Het beroep is toch te belangrijk om het aan die kleine kring van geïnteresseerden over te laten. Het gerechtelijk wetboek is nog niet aangepast aan de nieuwe realiteit, wat maakt dat die lokale raad op grond van de nog resterende bevoegdheden wat obees is, maar het zorgt er ook voor dat door die ruime bezetting het werk niet overdreven zwaar is. Er zijn ook vele lokale uitdagingen die maken dat die raad relevant is. De verkiezing van de stafhouder is een formaliteit, tenzij er een Harakiri-piloot bereid zou zijn tegenkandidaat te zijn tegen de zittende vice-stafhouder. Van groter belang is daarom de verkiezingsstrijd voor de nieuwe vice-stafhouder, want die loopt zich warm om de nieuwe stafhouder te worden. De stafhouder heeft reële macht en is een zeer belangrijk figuur in de balieorganisatie. Volgens doorgaans goed ingelichte baliegeruchten zijn er twee kandidaten voor het vice-stafhouderschap. Gelet op het belang van de functie doen we er goed aan voor “de beste” kandidaat te kiezen. Ik kijk gretig uit naar hun beleidsplan en hoop dat er een verkiezingsdebat komt. En ik geef toe, ik popel van ongeduld om hen vragen te mogen stellen of beter nog een debat tussen hen beiden op gang te mogen brengen. Waar staan ze voor, wat zijn hun prioriteiten, hoe willen ze de raad van de Orde dynamischer maken en op welke thema’s willen ze binnen de OVB wegen? Ik maak me geen illusies, maar toch doe ik hier publiekelijk het aanbod. Dat brengt me naadloos bij die andere belangrijke verkiezing. De Algemene Vergadering van de OVB wordt ook hernieuwd en daarvoor kan iedereen zich tot uiterlijk 3 juni kandidaat stellen. Dat is dus wel heel binnenkort. Doorgaans zijn daar weinig kandidaten voor, terwijl dat toch een belangrijk beleidsniveau is. Het is die Algemene Vergadering die de deontologische reglementen maakt. Wie echt begaan is met de toekomst van ons beroep zou zich daarvoor moeten interesseren. Het werkt zoals het echte parlement en je moet een beetje de ins-en-outs kennen om daar te kunnen wegen. Met wat coaching mag dat voor geen enkele enthousiaste confrater een probleem vormen. Waar blijft de nieuwe generatie confraters? Ik hoop vurig dat ze de schroom overwinnen en zich kandidaat stellen. De balie is te belangrijk om die verkiezingen zo ongemerkt te laten voorbijgaan. Hugo LAMON -
LET OP! PHISHING VIA DROPBOX
Wij waarschuwen u voor phishingmails die de laatste tijd de ronde doen. De mails lijken op een verzoek van een advocaat om een bepaald document na te kijken via Dropbox. Een voorbeeld van zo'n mail, kan u HIER zien. -
WIE ZIJN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN DE ORDE? (ILSE ROOX)
De leden van de raad van de Orde: Wie zijn ze? Wat doen ze? De raad van de Orde. Ze werden verkozen, ze zetelen maandelijks, beslissen over het reilen en zeilen van de balie. Maar kent u ze? Weet u wat ze doen?In deze korte rubriek laten we ze één voor één de revue passeren. Ilse Roox Wie is zij? Advocaat sinds 1995. Kantoor: Roox Advocaten te Hasselt en Lanaken. Voorkeurmateries: ondernemingsrecht, vermogensrecht, insolventie, bemiddeling. Actief in de raad van de Orde sinds 2002, met twee keer twee sabbatjaren tussendoor. Hobby's en maatschappelijke engagementen: lid van Markant Lanaken, tuinieren, de tennismatchen van zoonlief volgen. Guilty pleasure: chocolade . Wat doet zij? Binnen de raad van de Orde heeft Ilse de volgende specifieke taak: controle vennootschapsaktes, Comité S, afgevaardigde Algemene Vergadering OVB. Wat wil zij? Wat zijn de uitdagingen? Ilse vindt het vooral belangrijk dat ze met haar taken de belangen van de Limburgse advocaat kan behartigen bij de besluitvorming op Vlaams niveau. De grootste uitdaging voor de raad van de Orde volgens Ilse is de bewustmaking van het belang van de lokale raden voor de beroepsgroep in het algemeen en de individuele advocaat in het bijzonder. Haar grootse persoonlijke voldoening binnen de raad van de Orde is de ruimte voor een vurig debat om alzo tot een goede en onderbouwde besluitvorming te komen. Ilse denkt dat men in de toekomst met de raad van de Orde bijzondere aandacht moeten hebben voor de toenemende digitalisering en modernisering van de maatschappij en dat wij als beroepsgroep deze evolutie moeten volgen, willen we onszelf niet uit te markt prijzen. -
WIE ZIJN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN DE ORDE? (LAURENS EVENS)
De leden van de raad van de Orde: Wie zijn ze? Wat doen ze? De raad van de Orde. Ze werden verkozen, ze zetelen maandelijks, beslissen over het reilen en zeilen van de balie. Maar kent u ze? Weet u wat ze doen?In deze korte rubriek laten we ze één voor één de revue passeren. Laurens Evens Wie is hij? Advocaat sinds 2018. Kantoor: Law Evens te Lummen. Voorkeurmateries: strafrecht, ondernemingsstrafrecht. Actief in de raad van de Orde sinds 2023. Hobby's en maatschappelijke engagementen: Skiles geven bij Intersoc, fietsen en dansen. Guilty pleasure: Gaan fietsen tijdens een zonnige werkdag . Wat doet hij? Binnen de raad van de Orde heeft Laurens de volgende specifieke taak: als voorzitter van de Jonge Balie Limburg is Laurens te gast op de vegaderingen van de raad van de Orde. In die hoedanigheid zetelt hij ook in de Commissie Stage en Tableau. Wat wil hij? Wat zijn de uitdagingen? Laurens vindt het vooral belangirjk dat hij hiermee zorgt dat alle stagiairs zich welkom voelen aan balie Limburg. De grootste uitdaging voor de raad van de Orde is volgens Laurens ervaring kunnen blijven combineren met jonge, frisse ideeën. Zijn grootse persoonlijke voldoening binnen de raad van de Orde is wanneer hij merkt dat de samenhang tussen de leden van de raad (en alle andere advocaten bij uitbreiding) wordt versterkt door de informele sfeer op de activiteiten van de Jonge Balie. Laurens denkt dat men in de toekomst met de raad van de Orde bijzondere aandacht moeten hebben voor de rol van de stagemeesters tijdens de stage. -
WIE ZIJN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN DE ORDE? (WILFRIED REMY)
De leden van de raad van de Orde: Wie zijn ze? Wat doen ze? De raad van de Orde. Ze werden verkozen, ze zetelen maandelijks, beslissen over het reilen en zeilen van de balie. Maar kent u ze? Weet u wat ze doen?In deze korte rubriek laten we ze één voor één de revue passeren. Wilfried Remy Wie is hij? Advocaat sinds 1988. Kantoor: Wilfried Remy Advocatenkantoor (Groepering Equilex) te Hasselt. Voorkeurmateries: burgerlijk recht, aansprakelijkheidsrecht, aannemingsrecht, medisch recht, collectieve schuldenregeling. Actief in de raad van de Orde sinds 2023. Hobby's en maatschappelijke engagementen: lezen, plantenliefhebber (-en verzamelaar), lid Belgische Dendrologische Vereniging, museumbezoek (kunst) en klassieke concerten, ik heb een brede interesse in geschiedenis, literatuur, filosofie, …. Guilty pleasure: chocolade . Wat doet hij? Binnen de raad van de Orde heeft Wilfried de volgende specifieke taak: als lid van de Algemene Vergadering van de OVB is Wilfried te gast op de vegaderingen van de raad van de Orde. Wat wil hij? Wat zijn de uitdagingen? Wilfried vindt het vooral belangrijk dat hij als lid van de AV OVB binnen de raad de standpunten van de Limburgse Balie kan ondersteunen. Dat betekent zowel de bezorgdheden en belangen van de (Limburgse) advocaten ondersteunen binnen de OVB, uiteraard het algemeen belang van de advocaten en de rechtzoekenden behartigen. Ook is het belangrijk om ervoor te zorgen dat ook kleinere balies binnen de OVB voldoende aan bod komen. De wettelijke opdracht aan de OVB om het algemeen belang te dienen en de rechtstaat te verdedigen, draagt Wilfrieds belangstelling weg. Het vertrouwen van de rechtzoekenden in de advocatuur is belangrijk en kan verstevigd worden door aandacht te hebben voor en zorg te besteden aan een goede toegang tot het recht voor alle burgers. Anderzijds is het ook belangrijk dat als we willen dat advocaten goed functioneren, er ook de nodige zorg en aandacht wordt besteed aan het welzijn van de advocaten. Daar liggen belangrijke taken voor zowel de OVB als de raad van de Orde. Wilfried stelt dat de raad van de Orde voor meerdere belangrijke uitdagingen staat. De samenleving verandert steeds sneller en ook het beroep van advocaat is onderhevig aan die veranderingen. Het beroep en de beroepsorganisatie moeten mee evolueren en zich aanpassen, zonder uit het oog te verliezen dat alle confraters mee kunnen. Dat moet ook worden overgebracht naar de OVB. Zijn grootste persoonlijke voldoening binnen de raad van de Orde is de vaststelling dat de leden van de raad zich hard inzetten voor de Balie en dat er een sfeer van vriendschappelijkheid en inzet is. Wilfried denkt dat we in de toekomst met de raad van de Orde bijzondere aandacht moeten hebben voor de plaats van de advocaat in de samenleving en tussen andere spelers die diensten verlenen op juridisch vlak en voor een goed begrepen belangenverdediging van de advocaat. -
WIE ZIJN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN DE ORDE? (NATASCHA BIELEN)
De leden van de raad van de Orde: Wie zijn ze? Wat doen ze? De raad van de Orde. Ze werden verkozen, ze zetelen maandelijks, beslissen over het reilen en zeilen van de balie. Maar kent u ze? Weet u wat ze doen?In deze korte rubriek laten we ze één voor één de revue passeren. Natascha Bielen Wie is zij? Advocaat sinds 1997. Kantoor: Hegius Advocaten te Hasselt. Voorkeurmateries: strafrecht en familierecht. Actief in de raad van de Orde sinds 2012. Hobby's en maatschappelijke engagementen: lezen, mijn batterijen opladen in de zon, lid van Rotary Club Tongeren. En ieder weekend ‘meal preppen’ voor mijn studerende dochters (waarbij ik in het midden laat of dit een hobby of een engagement is). Ook kan ik intens genieten van goede gesprekken, al dan niet gecombineerd met etentjes.. Guilty pleasure: die zijn nogal wijzigend, al was het maar omdat ze anders niet meer guilty zijn. Eén constante is het dagelijks ochtendtelefoontje van een paar minuten met mijn beste vriendin. En uiteraard de melocakes van Blanckaert in Tongeren (diegenen die denken dat er betere zijn, mogen altijd proberen mij empirisch te overtuigen 😊). . Wat doet zij? Binnen de raad van de Orde heeft Natascha de volgende specifieke taak: vice-stafhouder Wat wil zij? Wat zijn de uitdagingen? Natascha vindt het vooral belangrijk dat ze als vice-stafhouder confraters echt kan bereiken. De afgelopen twee jaren heeft ze ook gemerkt dat de contacten met de instellingen waarmee wij als balie veelvuldig contact hebben (OVB, rechtbank, parket, notarissen, verzekeringen, …) zeker hun nut hebben. De grootste uitdaging voor de raad van de Orde is volgens Natascha zich zichtbaarder maken naar onze eigen confraters toe. Door transparantie laten zien dat wij echt veel werk verrichten ten goede van onze confraters, en daardoor ook voor de maatschappij en de cliënten in het bijzonder. Haar grootste persoonlijke voldoening binnen de raad van de Orde is dat ze zich kan nuttig maken voor onze beroepsgroep. Natascha is advocaat uit volle overtuiging, met veel passie voor het beroep. Zoals onze voorzitter van de Jonge Balie het zegt: ‘Natascha is een baliebeest’. Beetje gek compliment, maar het klopt wel. Natascha denkt dat men in de toekomst met de raad van de Orde bijzondere aandacht moet hebben voor onze eigen confraters. De raad als brug tussen onze Limburgse confraters is van onschatbare waarde. Aandacht voor welzijn, voor confraterniteit, … Dit alles zou ons beroep veel aangenamer en gemakkelijker maken. -
NIEUWE COMMISSIE VREEMDELINGENRECHT
In de schoot van Balie Limburg heeft een nieuwe commissie het levenslicht gezien. Op woensdag 24/04/2024 vond de eerste vergadering van de Commissie Vreemdelingenrecht plaats. Mr Lisa Ceunen is voorzitter van de commissie, Mr Geertrui De Groote fungeert als secretaris. Vanuit Balie Limburg willen wij de commissieleden alvast hartelijk danken voor het enthousiasme! -
DOOR DE BALIEBRIL (15)
De advocaat en de organisatie van zijn beroep In 2022 organiseerde de Organisatie van Vlaamse Balies (OVB) haar congres met als titel “De Jungle van het Recht”. Als “gewone” advocaat heb ik daaraan deelgenomen. Ik werd er, misschien ook door de beperkingen van de corona-periode, erg enthousiast over de onderwerpen waarmee “de balie” bezig was. Zoals wel meer confraters die niet betrokken zijn bij de werking van de balie had ik heel wat vragen over wat die ‘verre’ OVB allemaal deed, of onze baliebijdrage wel goed besteed werd, of de belangen van ‘de advocaten’ wel goed behartigd werden, enz. Mijn interesse na het OVB-congres, en mag ik ook toevoegen, mijn enthousiasme, was voldoende groot om mij bij de volgende verkiezingen voor de Algemene Vergadering van de OVB kandidaat te stellen. Intussen is het mij duidelijk dat de OVB goed gedocumenteerd haar rol als enerzijds belangenbehartiger van de Vlaamse advocaten opneemt en anderzijds veel inspanningen levert voor een efficiënte rechtsbedeling en laagdrempelige toegang tot het recht voor de rechtszoekende. De Limburgse, en bij uitbreiding alle Vlaamse, balies zetten zich in om enerzijds de OVB aan te vullen en anderzijds het concrete veldwerk voor de advocatuur uit te werken, ook als het moeilijk is. Wil dit zeggen dat alles binnen de OVB en de Limburgse balie goed verloopt en geen verbeteringen kunnen worden aangebracht? Neen, verbetering is op alle vlakken, altijd mogelijk. In elk geval zetten de leden van de raad en ook de afgevaardigden in de Algemene Vergadering van de OVB zich naar best vermogen in om binnen de mogelijkheden en beperkingen van hun mandaat er het beste van te maken. Zelf behoor ik niet tot de groep die door een gewezen OVB-voorzitter werd omschreven als “baliemandarijnen” en bekijk onze beroepsorganisatie, lijkt mij nog, vanuit een ander perspectief. Maar in elk geval ben ik ervan overtuigd dat het goed is om zoveel mogelijk confraters bij de werking van onze balie te betrekken, al dan niet in het kader van een verkozen functie. Het is goed dat iedereen die zich inzet daar zijn eigen motivering voor heeft en het is vooral goed dat iedereen dat vanuit zijn eigen (of vanuit een andere invalshoek), ervaring, kennis en persoonlijke inzet doet. Nadenken over de werking van de raad is nodig en nuttig, zoals het voor elke organisatie nuttig en verrijkend is om over zijn werking na te denken. Persoonlijke inzet en enthousiasme voor het beroep en voor de organisatie ervan zijn m.i. even belangrijk als kennis en ervaring. Het koppelen van het ene aan het andere is niet altijd eenvoudig. “Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren” , “en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren, en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat”. Dit citaat van Willem Elsschot, waarvan vaak enkel het eerste deel wordt aangehaald, maar dat ik volledig kon lezen in een bijdrage in JUBEL van een bekende Limburgse Law-influencer, is ook helemaal van toepassing op zowel de OVB als op onze eigen balie. Belangrijk is wel dat we met gretigheid zowel ons werk als advocaat kunnen blijven doen als dat we onze beroepsorganisatie kritisch blijven bekijken. De advocaat is in de afgelopen decennia ook ondernemer geworden en moet dus de regels van het Wetboek van Economisch Recht naleven. De advocaat is anderzijds ook nog een ‘vrije beroeper’ en de discussie gaat er niet over of de advocaat het ene of het andere is maar wel dat hij/zij beide is of met andere woorden dat hij ook of meer is dan een ondernemer. Het statuut van ondernemer heeft de advocatuur heel wat bijkomende verplichtingen opgelegd en heeft de advocatuur verplicht om haar deontologie aan te passen. Zoals steeds is het goed om voor ogen te houden dat nieuwe omstandigheden ook nieuwe mogelijkheden bieden ook als we soms weemoedig achterom kijken. Maar het is ook goed om te beseffen dat het idee dat we hebben dat het ‘vroeger (veel) beter’ was helemaal niet correct is. Het menselijk geheugen is erg selectief en de menselijke geest romantiseert ook graag, maar ook dat is van alle tijden. In elk geval is het beter om te denken in termen van oplossingen dan in termen van problemen. De maatschappij is voortdurend in beweging, zelfs al is het niet altijd duidelijk in welke richting, maar dat vergt van de ‘deelnemers’, dus ook van de advocatuur (de advocaten en hun beroepsorganisatie(s)) alertheid voor veranderingen en aanpassingsvermogen. Het is menselijk dat nieuwigheden (vaak) weerstand oproepen en dat vraagt dus inspanning en de wil om vooruit te denken. Het is goed dat ook de balie alle ideeën over de toekomst ter kennis neemt en dus ook rekening houdt met de bezorgdheden van alle advocaten. Het is dan ook nuttig dat zoveel mogelijk confraters deelnemen aan dit debat. Wilfried REMY -
DOOR DE BALIEBRIL (14)
Hoe dodelijk is enthousiasme? Elders op deze website kan u het lezen: de raad van de Orde telt twee nieuwe leden, die zich meteen lieten opvallen door hun “enthousiasme en positieve vibes”. Dat is goed nieuws voor de raad van de Orde en ik word daar oprecht gelukkig van. Ze komen in de plaats van twee andere leden van wie “afscheid is genomen”. Die omschrijving deed me wat denken aan het taalgebruik in woonzorgcentra. Wanneer daar iemand sterft, wat daar helaas nogal vaak gebeurt, spreken ze ootmoedig dat ze “iemand hebben moeten afgeven”. Dat klinkt daar wat minder hard. De realiteit is dat twee leden van de raad ontslag hebben genomen, niet omdat het moest, maar omdat ze zelf opstapten. Er was geen ruzie of een zeer concrete aanleiding. Beiden, waaronder uw dienaar, motiveerden hun vertrek door te zeggen dat ze daarmee hun enthousiasme voor de advocatuur willen behouden. Hoezo? Is het dan zo erg om in de raad van de Orde te zitten? Neen, natuurlijk niet. Het is een voorrecht om door de confraters te worden verkozen en mee de balie te mogen besturen. Er is veel engagement binnen de raad van de Orde. Ik heb daar ook over bericht in de vorige edities van dit rubriekje “Door de baliebril”. Sommigen vonden dat ik mij daar gedroeg als een “minister van propaganda” en alles te positief voorstelde. Dat kan zijn, maar het is geen misdrijf om graag advocaat te zijn en met gretig enthousiasme de evoluties binnen het beroep kritisch op te volgen. De advocatuur is permanent in evolutie en wie enige relevantie wil behouden kan maar best goed nadenken over hoe hij of zij over pakweg vijf jaar het beroep wil uitoefenen (dat zal in ieder geval anders zijn dan nu). Ieder doet het op zijn eigen manier. Zij die mij wat kennen weten dat ik via mijn wekelijkse blog op jubel.be verslag uitbreng over wat er leeft in de juridische wereld. Ik heb ook enkele boekjes geschreven over het beroep (al ben ik niet zeker dat die ook gelezen zijn) en spreek vaak – en graag – over ons beroep. Ik hamer er dan op dat advocaten ondernemers zijn en dus in de beroepsuitoefening het Wetboek van Economisch Recht moeten toepassen. Dat zorgt ervoor dat veel deontologische regels moeten worden herzien. Vrijdag zal ik op het congres van de Orde van Vlaamse Balies daarover een uiteenzetting geven (in het volle besef dat dit voor velen een “ver van hun bed” show is, maar ze hebben ongelijk). De raad van de Orde is een bijzondere biotoop. Oud OVB-voorzitter Jo Stevens had daar een eigen stelling over: de raden van de Orde worden bevolkt met goed menende en gemotiveerde “baliemandarijnen”. Ze zijn eerst actief geweest binnen de Jonge Balie, brengen het daar soms tot voorzitter, zetelen daarna in allerhande commissies van de raad en worden verkozen in de raad. En dan is het uitkijken naar wie dan de uitverkorene wordt die het tot vice-stafhouder brengt om daarna door te stoten tot de functie met aanzien én macht: het stafhouderschap. Jo Stevens – en hij zegt zelf “met enig optimisme” – schat die groep op hooguit 5 % van de totale balie. Voor de andere geldt het motto “laat ons met rust”. Voor wie in de raad zit is het allicht onbegrijpelijk dat een lid er de brui aan geeft. Misschien kan het ontslag ook helpen om eens na te denken over die werking van de raad. De advocatuur is mijn beroep, mijn voornaamste hobby en mijn passie. Ik besef dat dit niet voor iedereen zo is, maar wat is er verkeerd om wat van mijn enthousiasme te willen overdragen, mijn ervaring en kennis te delen en vooral iedereen scherp te houden? Misschien moet er toch wat meer angst komen in de raad van de Orde. Misschien moet de verkiezing wat minder vanzelfsprekend zijn en moet er daar wat meer concurrentie komen. Misschien mag er eens nagedacht worden over de snel wijzigende omstandigheden, die maken dat een bestuursorgaan van een groep ondernemers zich niet enkel meer zo vrijblijvend door het buikgevoel van de confraterniteit mag laten leiden. Misschien moeten die 95% anderen nu ook maar eens opstaan (niet allemaal natuurlijk, maar toch…) ,of toch minstens worden aangezet om uit de schaduw te treden. Misschien moet de raad van de Orde wat representatiever worden en ook confraters bevatten die “out of the box” anders naar het beroep kijken. En misschien moeten ze daartoe worden aangemoedigd, want zoals vaak zijn er zovele praktische bezwaren en is er geen tijd. Misschien hebben ze zelfs wel gelijk en is het wat gek dat die gedachte wordt uitgesproken door iemand die “afscheid nam” van de raad. Maar misschien is ontslag nemen nog iets anders dan afscheid nemen. Daarvoor ben ik zelf te zeer begaan met de balie. Daarvoor kom ik na enkele weken afwezigheid terug met deze “Door de baliebril” en dit zolang het mag. Daarvoor is het belangrijk dat u dit ook blijft lezen. Daarvoor is het nuttig dat u zich niet in de hoek laat drummen en we het debat blijven aangaan over de toekomst van ons beroep. Hugo LAMON -
NIEUW GECOÖRDINEERD REGLEMENT BALIE LIMBURG
Tijdens de laatste vergadering op 11 april 2024 heeft de raad van de Orde het gloednieuwe gecoördineerd reglement goedgekeurd. Vanaf diezelfde datum is dit reglement van kracht. Hierin werden alle bestaande Limburgse reglementen verzameld en zijn er een aantal aanpassingen gebeurd in functie van de OVB Codex. We willen jullie vragen dit reglement goed door te nemen en het strikt op te volgen. Het is ontworpen om de professionele normen hoog te houden en de integriteit van het beroep van advocaat binnen onze balie te waarborgen. Als u vragen heeft over het reglement, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen. -
WORD LID VAN DE ALGEMENE WHATSAPP-GROEP VAN BALIE LIMBURG!
Balie Limburg lanceert een algemene Whatsapp-groep! Bent u advocaat in Limburg? Neem dan deel aan onze nieuwe Whatsapp-groep?In deze groep zullen korte nieuwsberichten gepost worden, of linken vanop onze website gedeeld worden, zodat de leden van de balie nóg sneller in kennis gesteld worden over alles wat de balie aanbelangt (opleidingen, meldingen van de stafhouder, sluitingsdagen, activiteiten Jonge Balie, etc.). Het staat iedereen natuurlijk vrij om toe te treden of uit te stappen. In de lokalen van de balie te Hasselt zal er een QR-code ophangen. Na het scannen van die code zal men toegevoegd worden aan deze groep. (de QR-code vindt u ook hier terug (KLIK HIER). We hopen op deze manier korter op de bal te spelen en iedereen tijdig te informeren over de nieuwigheden aan onze balie.We willen wel vragen om aan uw Whatsapp-account een naam te voegen (indien dit nog niet het geval zou zijn). Op die manier kan er bij het verlaten van de balie makkelijk overgegaan worden tot verwijdering uit de groep. We waarderen uw privacy. De groep wordt beheerd volgens de geldende privacy- en beveiligingsnormen. -
GEBRUIK VAN GSM IN GEVANGENISSEN
Advocaten hebben vanaf nu toestemming om tijdens de uitoefening van hun functie een gsm te gebruiken binnen gevangenisfaciliteiten. Deze toelating is echter onderhevig aan strikte voorwaarden om de orde en veiligheid binnen de inrichting te handhaven. Dat wordt gespecifieerd door een ministeriële omzendbrief nr. 1821 over toegangscontrole. Zoals ook bepaald door deze omzendbrief, wordt van personen met een gsm-toelating verwacht dat zij daar op een verantwoordelijke manier mee omgaan zonder de orde en veiligheid in de inrichting in het gedrang te brengen. Meer informatie vindt u HIER. -
WIE ZIJN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN DE ORDE? (BERNARD MAILLEUX)
De leden van de raad van de Orde: Wie zijn ze? Wat doen ze? De raad van de Orde. Ze werden verkozen, ze zetelen maandelijks, beslissen over het reilen en zeilen van de balie. Maar kent u ze? Weet u wat ze doen?In deze korte rubriek laten we ze één voor één de revue passeren. Bernard Mailleux Wie is hij? Advocaat sinds 1980. Kantoor: Consenso te Genk. Voorkeurmateries: Insolventierecht, bouwrecht, gehandicaptenrecht, en deontologie.. Actief in de raad van de Orde sinds 1990 (twee jaren), dan opnieuw als stafhouder en prostafhouder, 2002-2004, en dan als stafhouder in Balie Limburg van 2016 tot heden. Hobby's: kleinkinderen, biologisch tuinieren, bosbeheer, crimi’s (Scandinavisch en Brits). Guilty pleasure: curryworst al dan niet “special”, tajine food . Wat doet hij? Binnen de raad van de Orde heeft Bernard de volgende specifieke taken: coördinatie baliereglement, af en toe wat ervaring meedelen en suggesties doen. Wat wil hij? Wat zijn de uitdagingen? Bernard vindt het vooral belangrijk dat hij met zijn taken de collectieve belangen van de balie, en zo de individuele positie van de advocaat dien. De grootste uitdaging voor de raad van de Orde is volgens Bernard de kloof met de burger zo klein mogelijk te houden en een signaalfunctie te hebben naar de OVB. Zijn grootse persoonlijke voldoening binnen de raad van de Orde is het constructief debat over alles wat ons beroep aangaat. Bernard denkt dat we in de toekomst met de raad van de Orde bijzondere aandacht moeten hebben voor de opkomende digitalisering, ook van de specifieke intellectuele kennis en vaardigheden die als individuele mens hebben opgebouwd, en waarmee we in concurrentie gaan komen. -
WIE ZIJN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN DE ORDE? (LENA DE GROOTE)
De leden van de raad van de Orde: Wie zijn ze? Wat doen ze? De raad van de Orde. Ze werden verkozen, ze zetelen maandelijks, beslissen over het reilen en zeilen van de balie. Maar kent u ze? Weet u wat ze doen?In deze korte rubriek laten we ze één voor één de revue passeren. Lena De Groote Wie is zij? Advocaat sinds 1999. Kantoor: Advocatenkantoor De Groote te Houthalen-Helchteren. Voorkeurmateries: Burgerlijk recht, Duits recht. Actief in de raad van de Orde sinds 2010 met een onderbreking in 2014-2016. Hobby's: tennis, padel, tuinieren en de zee. Guilty pleasure: "den après" op de tennis/padel . Wat doet zij? Binnen de raad van de Orde heeft Lena de volgende specifieke taken: Personeelsverantwoordelijke; lid Commissie Stage en Tableau; lid Arbitragecommissie; lid controlecel derdengelden; lid Comité S; erkenning buitenlandse diploma's.Hiernaast is Lena ook afgevaardigde in de AV van de OVB en plaatsvervanger in de commissie erelonen GCR. Wat wil zij? Wat zijn de uitdagingen? Als personeelsverantwoordelijke vindt Lena het uiterst belangrijk dat er via open communicatie een goede samenwerking met het personeel wordt gecreëerd. Ze probeert ervoor te zorgen dat iedereen zich gehoord en gewaardeerd voelt en dat de werkomgeving optimaal is. Verder vindt Lena het belangrijk dat de raad van de Orde tussen de advocaten staat en snel inspeelt op de noden van één of meerdere (groepen van) advocaten, uiteraard zonder het belang van de rechtzoekende uit het oog te verliezen. Haar grootste persoonlijke voldoening binnen de raad van de Orde is de kameraadschap die ze mag ervaren en dat ze kan bijdragen aan het algemeen welzijn van zowel het personeel als onze confraters. -
WIE ZIJN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN DE ORDE? (JOHAN VANMUYSEN)
De leden van de raad van de Orde: Wie zijn ze? Wat doen ze? De raad van de Orde. Ze werden verkozen, ze zetelen maandelijks, beslissen over het reilen en zeilen van de balie. Maar kent u ze? Weet u wat ze doen?In deze korte rubriek laten we ze één voor één de revue passeren. Johan Vanmuysen Wie is hij? Advocaat sinds 1979. Kantoor: Villa Juris Advocaten te Hasselt. Voorkeurmateries: administratief recht, ruimtelijke ordening, wet overheidsopdrachten, onroerend goed en vennootschapsrecht. Actief in de raad van de Orde sinds 2018.. Hobby's: recreatief lopen en wandelen, voorzitter schoolraad.. Guilty pleasure: / . Wat doet hij? Als lid van de Algemene Vergadering van de OVB is Johan gast op de vergaderingen van de raad van de Orde. Wat wil hij? Wat zijn de uitdagingen? Johan vindt het vooral belangrijk dat hij helpt zorgen voor een goede doorstroming van informatie tussen de vergaderingen van de OVB en die van de raad. Het is immers belangrijk dat de beslissingen van de OVB gebaseerd zijn op wat er leeft aan de basis maar omgekeerd ook dat de basis weet wat er reilt en zeilt binnen de OVB. Hiertoe draagt Johan graag zijn steentje bij. Met zijn leeftijd van 68 jaar blijft hij enorm geïnteresseerd in onze juridische wereld. Hij is blij dat hij nog iedere dag naar kantoor kan gaan en heeft veel plezier in het coachen van zijn jongere collega’s. Ook binnen de orde probeert Johan die taak te vervullen. De grootste uitdaging voor de raad van de Orde ligt volgens Johan bij het aspect van de opleiding van de nieuwe advocaten. Johan is pleitbezorger voor het inrichten van een manama voor de advocatuur. Die zou op dezelfde leest geschoeid moeten worden als de manama voor het notariaat. Voor onze beroepscategorie is een manama zeker nog belangrijker dan deze voor het notariaat. Johan heeft in die zin het voorstel gelanceerd op de Algemene Vergadering van de OVB. Sindsdien is er een werkgroep opgericht en wordt er verder gezocht naar de beste opleidingsvorm. Misschien in eerste instantie geen manama maar alleszins wel met een academisch gehalte. Johan blijft deze evolutie constant volgen. Zijn grootse persoonlijke voldoening binnen de raad van de Orde is te kunnen samenwerken met de confraters in Limburg maar ook op Vlaams niveau. Johan apprecieert de respectvolle inhoudelijke debatten die hij mag bijwonen zowel in de raad van de Orde als de Algemene Vergadering van de OVB. Johan is fier op onze beroepsgroep. Johan denkt dat we in de toekomst met de raad van de Orde bijzondere aandacht moeten hebben voor het bewaken van de democratie en de principes van de rechtsstaat. Zelf is hij nog steeds politiek geïnteresseerd nadat hij ook een tijd lang een uitvoerend politiek mandaat heeft bekleed. Wij leven in een tijdsbeeld waarbij de democratische basisprincipes in verdrukking komen te staan. De trias politica (wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht) moet gerespecteerd blijven in al zijn aspecten. Dit is een uitdaging waarin wij als advocaten zeker onze rol als waakhond moeten blijven vervullen, besluit Johan. -
WIE ZIJN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN DE ORDE? (DANNY LAVREYSEN)
De leden van de raad van de Orde: Wie zijn ze? Wat doen ze? De raad van de Orde. Ze werden verkozen, ze zetelen maandelijks, beslissen over het reilen en zeilen van de balie. Maar kent u ze? Weet u wat ze doen?In deze korte rubriek laten we ze één voor één de revue passeren. Danny Lavreysen Wie is hij? Advocaat sinds 2012. Kantoor: TVO Advocaten te Hasselt. Voorkeurmateries: Verkeers- en aansprakelijkheidsrecht. Actief in de raad van de Orde sinds 2017 als 'gast' en sinds 2019 als verkozen lid. Hobby's: reizen, eten en drinken en in een iets verder verleden was ik ook gepassioneerd tennis- en tafeltennisspeler.. Guilty pleasure: Expeditie Gooris: Thuiskomen, neerploffen in de zetel met een goed glas rode wijn en vervolgens verstand op nul. Héérlijk, toch? . Wat doet hij? Binnen de raad van de Orde heeft Danny de volgende specifieke taken: Voorzitter van de witwaspreventiecel, Lid van de Commissie Stage en Tableau en Voortrekken van het nieuwe ontwerp van de website van Balie Limburg. Wat wil hij? Wat zijn de uitdagingen? Danny vindt het vooral belangrijk dat hij met zijn taken een aanspreekpunt kan zijn van de balie. De witwaspreventieregeling is immers vooralsnog onbekend en onbemind, maar de naleving van deze regels zal in de toekomst steeds meer op de voorgrond treden. Verder liggen ook de stagiairs en bij uitbreiding de patrons hem na aan het hart. Onze Commissie Stage en Tableau houdt dan ook graag de vinger aan de pols van wat er leeft zowel bij de patrons als bij de stagiairs, zodat we maximaal kunnen inzetten op kwaliteit en vooruitgang binnen ons beroep. De grootste uitdaging voor de raad van de orde volgens Danny is ons prachtige beroep mee de 21e eeuw binnenloodsen. Onze samenleving evolueert bijzonder snel, terwijl ons beroep iets te vaak een logge tanker blijkt te zijn die moeilijk manoevreerbaar is, gelet op de grote diversiteit aan advocaten. Het is dan ook aan de raad van de Orde om de nodige flexibiliteit aan de dag te leggen om mee te kunnen evolueren, zonder dat we onze kernwaarden en normen daarbij verloochenen. Dit is een moeilijke evenwichtsoefening, maar wel eentje die gemaakt moet worden als we willen dat ons mooie beroep kan blijven bestaan. Zijn grootse persoonlijke voldoening binnen de raad van de Orde is verbinding maken tussen patrons en stagiairs, zodat de Balie Limburg (zoals ze steeds wordt aangekondigd) de warmste en gezelligste balie van het land kan blijven! Danny denkt dat we in de toekomst met de raad van de Orde bijzondere aandacht moeten hebben voor verdere digitalisering en modernisering van ons beroep. -
OVB CONGRES
Op vrijdag 26 april 2024 organiseert de OVB het spraakmakende OVB Congres: de Magie van het Recht. Dit boeiende evenement vindt plaats in het Elisabeth Center te Antwerpen. Advocaten die zich vóór 1 maart 2024 inschrijven, profiteren bovendien van een exclusief early bird tarief. Het OVB Congres staat bekend als een innovatief juridisch evenement met vooraanstaande sprekers, die tijdens inspirerende sessies de meest actuele juridische vraagstukken belichten. Er is dus voor elke advocaat wat wils. Na het succes van de vorige editie streeft men ernaar om ook dit jaar een onvergetelijke dag vol inspiratie, kennis en juridische magie te bieden. Alle informatie over het congres is te vinden op de website: https://ovbcongres.be/. -
DOOR DE BALIEBRIL (13)
Marathonvergadering van de raad van de Orde Het overkomt me wel eens dat een confrater zo langs zijn (of haar) neus een vraag stelt die eigenlijk al impliciet ook het antwoord bevat. De vraag stellen is misschien dan wel al een blijk van interesse, maar de vraagsteller wil vooral de bevestiging van zijn of haar hardnekkig vooroordeel. “Wat doen ze daar eigenlijk in de raad van de Orde?”. Misschien stelde u zich die vraag nog nooit, omdat u niet eens het bestaan van dat orgaan bevroedt (of zich hooguit vaagweg nog iets voor de geest kan halen van toen u aan de balie begon), of omdat u voor zichzelf al heeft uitgemaakt wat het politiek correcte antwoord is: de raad van de Orde doet niet zoveel. En misschien is zelfs dat nog te veel. “Laat ons met rust, bemoei u vooral niet te veel met ons” bekt goed op een receptie waar confraters samenkomen. Wedden dat u dat misschien ook wel eens overkomt wanneer u zo’n vervelende brief krijgt van de Stafhouder om uitleg te verschaffen over uw doen en laten? En vooral wanneer u zo plots in uw mailbox een pittige factuur ontdekt met de beknopte mededeling “balielidgeld”. Maar misschien las u daarna ook nog het vervolgmailtje met de mededeling dat een groot deel van dat geld door de balie meteen weer wordt uitgegeven aan het betalen van collectieve verzekeringspolissen? Via de baliebijdrage is de advocaat verzekerd voor zijn beroepsaansprakelijkheid. De advocatuur is het enige vrij beroep waar dat nog collectief gebeurt. Bij alle andere vrije beroepen moet de beroepsbeoefenaar zich individueel verzekeren. Vraagt u maar eens aan uw arts wat dat jaarlijks kost (u zal verschieten). Vrij uniek is ook dat we als beroepsgroep collectief een hospitalisatieverzekering hebben (al hoopt natuurlijk niemand daar ooit beroep op te moeten doen). En natuurlijk betaalt ieder jaar elke advocaat via de baliebijdrage enkele honderden euro’s voor de werking van de Orde van Vlaamse Balies. Veel geld, zegt u? Ja, maar je krijgt er ook wel wat voor in de plaats. De OVB is de laatste jaren uitgegroeid tot een stevige organisatie met een groot pakket aan dienstverlening. Andere vrije beroepen benijden ons op dat vlak. Maar de lokale raad van de Orde is ook, en vooral, een zaak van veel tomeloze inzet van de leden van de raad. De februarivergadering van de raad van de Orde begon om 16 u en eindigde om 20u30 en er werd aan een hels tempo een indrukwekkende agenda afgehandeld. Ik hoor sommigen al denken: dat moet daar nogal een praatbarak zijn. En toegegeven, zet een groep advocaten bij elkaar en er ontstaat discussie. Maar, tot spijt van wie het benijdt, er is constructief vergaderd én er werden beslissingen genomen. Het reglement van de Orde van balie Limburg (dat iedere advocaat moet naleven bovenop de OVB-Codex) werd onder het vergrootglas gehouden. Na enkele jaren was het tijd voor een grote schoonmaakbeurt om alles opnieuw in lijn te krijgen met de Codex deontologie voor advocaten van de Orde van Vlaamse Balies. Er werd ook nagedacht over hoe de stafhouder moet omgaan met de GDPR-regels wanneer die het “persoonlijk dossier” van iedere advocaat bijhoudt (en vooral de vraag wat hij niet mag bijhouden). Er is ook een "Comité S” aan onze balie, dat zich discreet het lot aantrekt van confraters in moeilijkheden (en dat zijn er toch meer dan we zouden denken). Ook discrete tussenkomsten moeten gestructureerd verlopen en daarvoor zijn goede afspraken nodig.Er was ook aandacht voor de financiën. In 2023 ontving de balie van Limburg 3.294.329,29 EUR aan inkomsten en werd er voor 3.262.344,66 EUR uitgegeven. Dat vergt dus ook een goede financiële opvolging en een strikte begroting, wat natuurlijk ook aanleiding geeft tot pittige discussies. Op dezelfde vergadering werd ook de lijst van erkende stagemeesters vastgelegd. Kandidaten-stagiairs hebben de keuze tussen 238 advocaten, zodat iedere stagiair wel zijn gading kan vinden. Deze maand kon de balie zich ook verheugen op de komst van twee nieuwe advocaten-stagairs en vier tableau-advocaten lieten grotere balies (en grotere kantoren) achter zich om zich aan de balie van Limburg te komen vestigen. De raad van de Orde herhaalt bij iedere voorstelling dat de balie van Limburg de gezelligste van het land is. Het mooie is dat al wie zich komt voorstellen dat meteen ook gelooft. En ook omdat het gewoon waar is. Hugo LAMON -
WIE ZIJN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN DE ORDE? (MIEK WARSON)
De leden van de raad van de Orde: Wie zijn ze? Wat doen ze? De raad van de Orde. Ze werden verkozen, ze zetelen maandelijks, beslissen over het reilen en zeilen van de balie. Maar kent u ze? Weet u wat ze doen?In deze korte rubriek laten we ze één voor één de revue passeren. Michaël (Miek) Warson Wie is hij? Advocaat sinds 1994. Kantoor: Solvimus te Hasselt. Voorkeurmateries: Ondernemingsrecht, vennootschapsrecht, familiaal vermogensrecht, vastgoed en aanneming, (collaboratieve) onderhandeling, bemiddeling, begeleiding van familiale ondernemingen.. Actief in de raad van de Orde sinds 2022. Hobby's: op vakantie gaan, eten, drinken (in die volgorde), skiën, golf spelen, uitwaaien aan zee. Guilty pleasure: ik eet heel erg graag negerinnentetten en andere vormen van chocolade (onder welke gedaante dan ook). Bij momenten bewust “onwoke”-achtige dingen zeggen (in veilige omgeving) . Wat doet hij? Binnen de raad van de Orde heeft Miek de volgende specifieke taak : Arbitrage (voorheen was hij ook al lokaal ombudsman tussen advocaten en consumenten-cliënten). Hij neemt buiten de Raad eveneens taken op zoals de BUBA-lessen, de lessen collaboratieve onderhandeling en de ADR-commissie en Welzijnscommissie OVB. Wat wil hij? Wat zijn de uitdagingen? Miek vindt het vooral belangrijk dat hij hiermee bijdraagt aan onze Balie en de instandhouding en vooruitgang van ons beroep. Als we er allemaal op vooruitgaan, gaat ook ieder van ons erop vooruit, stelt hij. De grootste uitdaging voor de raad van de Orde is ons aanpassen aan de tijd zonder navel te staren en te denken dat alles wel “bij het oude” zal blijven. De Balie en elke advocaat moet zich aanpassen aan de nieuwe maatschappelijke wensen en de tijdsgeest. Doen we dat niet, worden we irrelevant. Zijn grootse persoonlijke voldoening binnen de raad van de Orde is het bespreekbaar maken van zaken die normaal wat onder de radar liggen (welzijn, uitdagingen voor ons beroep door nieuwe wetgeving of andere impulsen (vb. inrichting KMS, ADR-kwesties…). Miek denkt dat we in de toekomst met de raad bijzondere aandacht moeten hebben voor de toegang tot het beroep voor jonge mensen (kansen voor advocaten-stagiairs), vermijden dat we vastroesten en ons niet aanpassen naar de noden van het cliënteel (fossilisatie van ons beroep) en het gegeven dat we waardevolle advocaten verliezen door niet voldoende aandachtig te zijn voor de welzijnsaspecten (niet in het minst door gebrek aan aangeleerde skills om goed met cliënteel om te gaan en om goed en constructief met onze confraters om te gaan). -
WIE ZIJN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN DE ORDE? (SOFIE KNUTS)
De leden van de raad van de Orde: Wie zijn ze? Wat doen ze? De raad van de Orde. Ze werden verkozen, ze zetelen maandelijks, beslissen over het reilen en zeilen van de balie. Maar kent u ze? Weet u wat ze doen?In deze korte rubriek laten we ze één voor één de revue passeren. Sofie Knuts Wie is zij? Advocaat sinds 2007. Kantoor: Koninckx & Broekmans te Hasselt. Voorkeurmateries: huurrecht, vastgoedrecht, aansprakelijkheidsrecht en wegverkeer.. Actief in de raad van de Orde sinds 2011. Hobby's: wandelen, lopen, fietsen, skiën. Guilty pleasure: zoveel mogelijk genieten van het leven met de mensen die ik graag zie… . Wat doet zij? Naast tuchtonderzoeker en lid van de controlecel Salduz is Sofie meest gekend en actief als de voorzitter van het Bureau voor Juridische Bijstand van onze balie. Samen met het meest fantastische BJB-team van het land (zo stelt ze zelf) probeert ze iedere dag de organisatie van de tweedelijnsbijstand binnen Limburg vlot te laten verlopen én aan zowel rechtzoekenden als advocaten, die met de tweedelijnsbijstand in aanraking komen, de nodige ondersteuning en omkadering te bieden. Wat wil zij? Wat zijn de uitdagingen? De tweedelijnsbijstand en de organisatie van het BJB draagt Sofie een bijzonder warm hart toe, omdat dit naar haar mening één van de belangrijkste maatschappelijke bijdrages is, die een lokale balie kan leveren. De meerwaarde die de balie hierdoor kan creëren voor de burger, levert haar persoonlijk veel voldoening op. -
KANTOOR MR. JURGEN MILLEN MOEILIJK TOT NIET BEREIKBAAR
Het kantoor van Mr. Jurgen Millen zal, om persoonlijke redenen, de komende dagen moeilijk tot niet bereikbaar zijn. Gelieve rekening te houden met deze uitzonderlijke situatie. -
DOOR DE BALIEBRIL (12)
De consorors De jaarlijkse nieuwjaarsreceptie van balie Limburg was best wel gezellig. De vele aanwezigen dienden eerst wat door de sneeuw te schuiven om dan dicht op elkaar gepropt nogmaals te ondervinden dat Balie Limburg écht wel de gezelligste balie van het land is. Het weerzien met enkele ere-confraters, die alhoewel ze met pensioen zijn, zich toch nog altijd thuis voelen aan de balie toont aan dat een oud begrip zoals “confraterniteit” voor hen nog iets tastbaars betekent. Er waren ook de vele gedreven jonge confraters, waarvan velen aan het begin staan van hun professionele carrière. Ze stralen enthousiasme uit en hebben nog niet vervulde idealen. Ze zullen nog allerhande hindernissen op hun weg ontmoeten en hopelijk zal hen dan niet ontmoedigen, want ze zijn nodig voor het beroep. De balie kan enkel overleven als er constant nieuwe schakels bijkomen. De jonge confraters moeten zelf kritisch blijven en mogen zeker niet slaafs alles ondergaan, want iedere generatie heeft ook waardevolle ideeën die hun plaats moeten krijgen. De receptie zelf werd georganiseerd door de conferentie van de jonge balie. In Limburg is het bestuur erg jong. Hun belangeloze inzet en de vele kwaliteitsvolle activiteiten die ze organiseren verdienen niet enkel waardering, maar tonen ook aan dat een balie meer is dan enkel prestaties leveren voor de cliënt of de patron. De jonge balie slaagt er steeds weer in om een soort groepsgevoel te doen ontstaan en dat warm te houden. Ook als het beroep grondig wijzigt. Geen nieuwjaarsreceptie zonder toespraak van de stafhouder. Die vertelde eerder in besloten kring dat hij zich met frisse tegenzin van die taak zou kwijten, maar daar was niets van te merken. Hij vertelde begeesterend en met flair over de plannen van de balie. Het kwam er eigenlijk op neer dat hij vindt dat het goed gaat met balie Limburg en dat hij hoopt dat dit in 2024 wordt bestendigd. Hij zette verschillende confraters in de bloemetjes, zoals het een goede stafhouder betaamt. Daarnaast hoopt hij ook dat de wetgever nog voor de verkiezingen het wetsontwerp over de modernisering van de advocatuur goedkeurt en het op termijn dan mogelijk wordt dat advocaten bedienden zijn (van een andere advocaat). Als uitsmijter liet de Stafhouder met een knipoog weten dat er nu nog nipt meer mannen dan vrouwen aan de balie zijn. Zeer binnenkort zal Limburg dus meer consorors dan confraters tellen. Dat zou vroeger spectaculair nieuws zijn, maar dat is het natuurlijk al lang niet meer. Al enkele jaren beginnen steeds meer vrouwelijke juristen aan de baliestage, zodat het in de sterren geschreven stond dat zij de meerderheid zouden vormen. In het bestuur van de conferentie van de jonge balie zijn ze ook al ruim vertegenwoordigd, al is er nog ruimte voor een inhaalbeweging binnen de raad van de orde. Natuurlijk is de vice-stafhouder een vrouw, zodat er een perspectief is dat zij de volgende stafhouder zal zijn. Dé vraag is natuurlijk of het nu maakt dat die evolutie ook zal betekenen dat dit de werking van de balie zal wijzigen. Daar zijn niet onmiddellijk aanwijzingen voor, maar dat is misschien een wat voorbarige conclusie. In ieder geval is het beroep permanent in evolutie en dat vereist ook een aangepaste benadering van de wijze waarop het beroep in de toekomst wordt uitgeoefend. Daarbij valt te denken aan de wijze waarop de juridische tweedelijnsbijstand wordt georganiseerd en de vraag of de overheid daar meer controle op zal uitoefenen en strenger wil zijn over de wijze waarop die prestaties worden vergoed. De advocaat die een dossier in de tweedelijnsbijstand behandelt mag in principe niet anders handelen dan wanneer het om een betalende cliënt zou gaan en allicht zal dat ook in de nabije toekomst strenger worden bekeken. Er is ook de vraag of advocaten andere beroepsactiviteiten mogen hebben. De bestaande ruime en soepele regeling wordt door sommigen in vraag gesteld en is voorwerp van debat. Daarnaast zijn er ook de steeds grotere wettelijke verplichtingen (zoals die onder meer voortvloeien uit de anti-witwas, de GDPR e.a.) die confraters doen twijfelen om zelf met een eigen kantoor te starten. Het zijn de uitgagingen van een beroep in evolutie. Het komt iedereen toe om daarover grondig na te denken en het debat mee vorm te geven. Daarbij maakt het niet uit of de bedenkingen nu komen van confraters of consorors. Hugo LAMON -
WIE ZIJN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN DE ORDE? (ERIC JAGENEAU)
De leden van de raad van de Orde: Wie zijn ze? Wat doen ze? De raad van de Orde. Ze werden verkozen, ze zetelen maandelijks, beslissen over het reilen en zeilen van de balie. Maar kent u ze? Weet u wat ze doen?In deze korte rubriek laten we ze één voor één de revue passeren. Eric Jageneau Wie is hij? Advocaat sinds 1983. Kantoor: Ruiters & Jageneau te Tongeren. Voorkeurmateries: aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht in ruime zin, verkeersrecht, lichamelijke schade. Actief in de raad van de Orde sinds 2016 (voordien meermaals lid van de Raad van Balie Tongeren). Hobby's: kunst en cultuur, reizen, zwemmen, tuinieren, gastronomie, lid van een serviceclub. Wat doet hij? Eric is de verantwoordelijke inzake verzekeringen en collectieve voorzieningen: opvolging, vertegenwoordiging bij OVB (o.a. advies bij wijziging polissen), aanspreekpersoon confraters. Wat wil hij? Wat zijn de uitdagingen? Eric vindt vooral belangrijk dat hij met zijn taak onze balie kan vertegenwoordigen en onze confraters bijstand kan verlenen bij vragen of problemen. Zijn grootse persoonlijke voldoening binnen de raad van de orde is de inzet, de openheid en de goede samenwerking van de leden onderling. De grootste uitdaging voor de raad van de orde is volgens Eric de confraters voldoende te kunnen bereiken en hen te overtuigen van de inzet en beschikbaarheid van de leden van de raad voor hun welzijn in het algemeen. Eric sluit af met de stelling dat we in de toekomst met de raad van de orde blijvende aandacht moeten hebben voor het maatschappelijk belang van ons beroep en dus de bescherming hiervan. -
WIE ZIJN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN DE ORDE? (RUBEN CORTHOUTS)
De leden van de raad van de Orde: Wie zijn ze? Wat doen ze? De raad van de Orde. Ze werden verkozen, ze zetelen maandelijks, beslissen over het reilen en zeilen van de balie. Maar kent u ze? Weet u wat ze doen?In deze korte rubriek laten we ze één voor één de revue passeren. Ruben Corthouts Wie is hij? Advocaat sinds 2007. Kantoor: Corthouts Advocaten te Hasselt. Voorkeurmateries: huurrecht, jeugdrecht, familierecht. Actief in de raad van de Orde sinds 2013. Hobby's: Tijdens de weekends kan je me wel eens terugvinden naast een voetbal- of hockeyveld, zoals het een goede voetbal- en hockeyvader betaamt.. Guilty pleasure: Als Bourgondiër kan ik volop genieten van de geneugten des levens.. Wat doet hij? Ruben is de verantwoordelijke voor de beroepsopleiding van de stagiairs; voorzitter van de arbitragecommissie; lid van de anti-witwascel; lid van het feestcomité en lid van het comité S (dat instaat voor het welzijn van de Limburgse advocaten). Wat wil hij? Wat zijn de uitdagingen? Ruben zegt dat de grootste uitdaging voor de raad van de orde is om in te spelen op de noden van de advocaat en om de hartslag te voelen van alle leden van onze balie, om zo hun stem te kunnen laten horen in Hasselt en in Brussel. Rubens grootse persoonlijke voldoening binnen de raad van de orde is om mee te bouwen aan een goed werkende balie met een hart voor de Limburgse advocaat. Ruben denkt dat we in de toekomst met de raad van de orde bijzondere aandacht moeten hebben voor de lokale verankering van de baliestructuren, een positieve communicatie met de magistratuur en het zorgen voor een luide stem binnen alle geledingen van de OVB. -
WIE ZIJN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN DE ORDE? (LUK DELBROUCK)
De leden van de raad van de Orde: Wie zijn ze? Wat doen ze? De raad van de Orde. Ze werden verkozen, ze zetelen maandelijks, beslissen over het reilen en zeilen van de balie. Maar kent u ze? Weet u wat ze doen?In deze korte rubriek laten we ze één voor één de revue passeren. Luk Delbrouck Wie is hij? Advocaat sinds 2000. Kantoor: Delbrouck-Daeninck Advocaten te Hasselt. Voorkeurmateries: straf- en strafprocesrecht. Actief in de raad van de Orde sinds 2018 (in 2010 al eens één jaar lid geweest. Hobby's: Ik probeer 5 dagen op 7 een uur te sporten. Daarnaast ga ik graag naar sportwedstrijden kijken. Ik was lang lid van de Ronde Tafel, nu van de Lions.. Guilty pleasure: Ik ga graag op citytrip. Helaas deelt mijn hele gezin dit enthousiasme voor korte tripjes niet.... Wat doet hij? Luk is de stafhouder van onze balie. Wat wil hij? Wat zijn de uitdagingen? Eén van Luks aandachtspunten is om de communicatie tussen advocaten van onze balie onderling, en tussen advocaten en magistratuur te verbeteren. Hij zegt dat we ons gelukkig mogen prijzen in een provincie waar er een goede samenwerking tussen de actoren van justitie heerst. Op boven-balie-niveau, blijft Luk vooral ijveren voor het statuut van advocaat-bediende en voor een hervorming van de opleiding. Hij geeft toe misschien wat te naïef geweest te zijn geweest in zijn verwachtingen wat dit alles betreft, maar hij geeft niet op. Verder stelt Luk dat de raad van de Orde zich ten dienste stelt van de advocatuur. Hij is zelf ook overtuigd van de raad van de Orde voor de advocaten. De grootste uitdagingen voor de raad van de Orde, zijn misschien nog wel de visibiliteit te geven aan de advocaten over waar men exact mee bezig is, en het ernaar streven dat elke Limburgse advocaat zich ook verbonden voelt met zijn of haar raad, besluit onze stafhouder. -
DOOR DE BALIEBRIL (11)
De gezelligste balie Het is een mantra dat de stafhouders en de leden van de raad van de orde al jaren hoog in het vaandel voeren: de balie van Limburg is de gezelligste balie van het land. Of dat zo is, valt moeilijk te bewijzen. De balie zelf is daar in ieder geval van overtuigd en dat zorgt natuurlijk al voor een deel van de gezelligheid. Wie aanwezig was op de door de jonge balie naar goede traditie recent georganiseerde jaarlijkse kerstborrel kan het getuigen: de gezelligheid mondt vaak uit in bacchanale euforie met een verbazingwekkend groot “wij”-gevoel. Het was leuk om daar alle generaties van de balie in variërende graad van door alcohol verstrekt enthousiasme te mogen ontmoeten, wat enkel maar bevestigt dat we nood hebben aan een ander kader dan het louter “tegenstrever” zijn. De confraterniteit heeft de laatste jaren wel een geheel andere invulling gekregen, want we worden geacht ook allemaal ondernemers te zijn en dus ook mekaars concurrenten. We bespelen allemaal de markt van de juridische dienstverlening en dat maakt dat we soms in de zoektocht naar cliënteel wel wat onderling tegenstrijdige belangen hebben. Maar ondanks die evoluties willen we ook nog oog hebben voor de mens achter de confrater, voor zijn of haar persoonlijke zorgen of uitdagingen binnen en buiten de balie. Er is nog een soort wederzijds respect, wat ook soms leidt tot oprechte vriendschappen. De leuke borrels (en meer) in de opperbeste sfeer vertellen uiteraard niet alles, want ondanks de grote onderlinge contacten zijn er ook tal van confraters die – vaak ongezien – in stilte persoonlijke problemen met zich meedragen. Gezondheidsproblemen of socio-economische moeilijkheden maken dat het dan ook professioneel minder goed gaat. Dat mondt soms uit in deontologische en helaas ook dan pijnlijke tuchtproblemen. Dat is ook de raad van de orde niet ontgaan, zodat er enige tijd geleden een “comité S” in het leven werd geroepen. Dat sociaal comité wil confraters met persoonlijke zorgen en problemen al in vroeg stadium een helpende hand aanreiken. Er zijn de talrijke collectieve verzekeringen die de balie heeft afgesloten, maar soms kan het ook helpen om in alle vertrouwen een persoonlijk gesprek te hebben. Voor wie in een moeilijkere situatie zit, is erover praten al vaak de eerste stap naar de oplossing, zeker met iemand die hetzelfde beroep uitoefent en soms dingen in een breder perspectief kan bekijken. Dat moet natuurlijk discreet kunnen gebeuren. Het kader dat de raad van de orde daarvoor heeft uitgestippeld staat daar garant voor. De gezelligste balie betekent ook dat er grote betrokkenheid is voor wie het wat moeilijker heeft. De raad van de orde wil daarnaast ook zorgen dat de beroepsuitoefening zelf in de juiste context verloopt en dat geldt voor iedereen, dus ook voor diegenen die blaken van zelfvertrouwen en succesvol zijn. De raad heeft in december daarom ook een nieuw reglement gestemd, waardoor het mogelijk dat wie het in de juridische tweedelijnsbijstand laat hangen en de afspraken niet nakomt kan worden gesanctioneerd. Dat betekent concreet dat er nu een reglement is dat het mogelijk maakt de betrokken advocaat “zoals in tucht” op te roepen voor de raad en kan worden gesanctioneerd. Wie de regels inzake pro deo overtreedt kan als sanctie bijvoorbeeld een aantal maanden het verbod krijgen om nog actief te zijn in de tweedelijnsbijstand. Voor stagiairs, voor de deelname aan het BJB een stageverplichting is, kan dit betekenen dat de stage voor de duurtijd van die BJB-schorsing zal worden verlengd. Balie Limburg mag dan wel de gezelligste balie van het land zijn, ze wil ook de meest plichtsbewuste zijn wanneer het gaat op de wijze waarop met overheidsgeld wordt omgegaan. De gezelligste balie wil ook de meest kwaliteitsvolle balie zijn. Enkel op die wijze kunnen we ons blijven onderscheiden en ervoor zorgen dat ook in de toekomst het publiek vertrouwen blijft hebben in ons beroep en we er ook in blijven slagen om beloftevolle jonge juristen de stap te laten zetten naar balie Limburg. Intussen: geniet van de laatste dagen van het jaar, vier uitbundig het nieuwe jaar en sta juridisch scherp om ook in 2024 de wereld te veroveren. Zorg dat je ook de gezelligste confrater wordt van de gezelligste balie. Hugo LAMON -
DIENSTREGELING HOF VAN BEROEP ANTWERPEN GERECHTELIJKE VAKANTIE
Bekijk HIER de beschikking van voorzitter Hobin inzake de dienstregeling voor het gerechtelijk verlof van het Hof van Beroep te Antwerpen. -
HOE GAAT HET MET U? (WELZIJNSENQUÊTE OVB)
Er wordt meer en meer aandacht geschonken aan het welzijn van de advocaat. Daarom nodigen we u graag uit om te surfen naar de enquête van de OVB. Uw stem is van onschatbare waarde om een diepgaand inzicht te krijgen in de uitdagingen waarmee advocaten worden geconfronteerd op het gebied van stress, burn-out en grensoverschrijdend gedrag. Het invullen van de enquête duurt slechts 5 minuten. U kan deelnemen tot 21/12/2023. -
WIE ZIJN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN DE ORDE? (TOM VAN OVERBEKE)
De leden van de raad van de Orde: Wie zijn ze? Wat doen ze? De raad van de Orde. Ze werden verkozen, ze zetelen maandelijks, beslissen over het reilen en zeilen van de balie. Maar kent u ze? Weet u wat ze doen?In deze korte rubriek laten we ze één voor één de revue passeren. Tom Van Overbeke Wie is hij? Advocaat sinds 2008. Kantoor: TVO Advocaten te Hasselt. Voorkeurmateries: strafrecht, jeugdrecht. Actief in de raad van de Orde sinds 2022. Hobby's: tennis en fitness als hobby, Raad van Bestuur YAR als engagement. Guilty pleasure: Selling Sunset op Netflix. Wat doet hij? Tom is lid van de taxatie commissie, van het feestcomité en van comité S (dat inzet op het welzijn van confraters).Hij vindt het vooral belangrijk dat hij een aanspreekpunt kan zijn voor confraters en hiermee op een bescheiden manier een bijdrage kan leveren aan de wijze waarop we onze job kunnen uitoefenen. Wat wil hij? Wat zijn de uitdagingen? Volgens Tom is de grootste uitdaging voor de raad van de Orde om het simpel te houden omdat ons beroep steeds complexer wordt. Het is belangrijk om te blijven streven naar eenvoud, zodat onze job beheersbaar en plezant blijft. Zijn grootse persoonlijke voldoening binnen de raad van de Orde is om het vertrouwen van de confraters ook effectief te kunnen omzetten naar iets wat voor hen een meerwaarde vormt. Tom denkt dat we in de toekomst met de raad van de Orde bijzondere aandacht moeten hebben voor een goede communicatie naar alle leden van de balie (waarbij de nieuwe website alleszins een enorme meerwaarde is) en naar het betrokken houden van iedereen op elk moment. -
STAFHOUDER LUC SAVELKOUL SCHRIJFT BOEK OVER PIETER BRUEGEL DE OUDE
Voorstelling van het boek ‘Pieter Bruegel de Oude – Plejdoe:j vuur Bruegel’. Pieter Bruegel, een van de meest enigmatische en fascinerende schilders ooit, verdween zowat 100 jaar na zijn dood (†Brussel, 5 of 9 september 1569) eeuwenlang in de vergetelheid en, samen met hem, de kennis van zijn geboorteplaats. Tegen het einde van de 19de eeuw werd hij ‘herontdekt’ en sindsdien breken (kunst)historici zich het hoofd over zijn plaats van herkomst. Luc Savelkoul (°Bree, 1959), advocaat te Beringen, heeft zich in deze kwestie verdiept en stelt zijn boek ‘Pieter Bruegel de Oude – Plejdoe:j vuur Bruegel’ voor. Minutieus heeft hij al het beschikbare bewijs- en bronnenmateriaal van deze ‘cold case’ verzameld, geordend, geanalyseerd en verwerkt in een boek, dat Pieter Bruegel de Oude bijna 500 jaar na zijn geboorte weer met zijn geboortegrond verenigt. Het boek (hardcover, 164 blz, 1,046 kg, 97 illustraties) is uitgegeven in eigen beheer. Het kost 45 EUR en is verkrijgbaar bij de auteur te 3583 Beringen, Paalsesteenweg 131 (Advocatenkantoor Advocom). De kost voor verzending per post in België bedraagt 10 EUR. Bestellen kan via e-mail aan: pleaforBruegel@gmail.com. -
WIE ZIJN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN DE ORDE? (ELS KONINCKX)
De leden van de raad van de Orde: Wie zijn ze? Wat doen ze? De raad van de Orde. Ze werden verkozen, ze zetelen maandelijks, beslissen over het reilen en zeilen van de balie. Maar kent u ze? Weet u wat ze doen?In deze korte rubriek laten we ze één voor één de revue passeren. Els Koninckx Wie is ze? Advocaat sinds 1991. Kantoor: Koninckx & Broekmans Advocaten te Hasselt. Voorkeurmateries: letselschade, verkeersrecht, aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht. Actief in de raad van de Orde sinds 2006. Hobby's: lezen als hobby, het balieleven en onze beroepsorganisatie als engagement. Guilty pleasure: is ABBA een guilty pleasure?. Wat doet ze? Binnen de raad van de Orde heeft Els de volgende specifieke taak: ze komt als genodigde in haar functie van bestuurder bij de OVB. Ze brengt graag verslag uit van alles wat er gebeurt bij de OVB en neemt de wensen, bezorgdheden en opmerkingen van de balie mee naar "Brussel". Ze vindt het vooral belangrijk dat ze hiermee de nodige verbinding kan creëren tussen de advocaten en hun beroepsorganisaties. Wat wil ze? Wat zijn de uitdagingen? Volgens Els is de grootste uitdaging voor de raad van de Orde net zoals voor de OVB alle advocaten bereiken en voor hen bereikbaar zijn.Haar grootste persoonlijke voldoening binnen de raad is het gedeelde engagement voor alles wat onze beroepsgroep aanbelangt.Els denkt dat we in de toekomst met de raad van de Orde bijzondere aandacht moeten hebben voor zowel het bestaansrecht als het welzijn van de advocaat in een steeds sneller veranderende omgeving. -
WIE ZIJN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN DE ORDE? (ANOUK CLEEREN)
De leden van de raad van de Orde: Wie zijn ze? Wat doen ze? De raad van de Orde. Ze werden verkozen, ze zetelen maandelijks, beslissen over het reilen en zeilen van de balie. Maar kent u ze? Weet u wat ze doen?In deze korte rubriek laten we ze één voor één de revue passeren. Anouk Cleeren Wie is ze? Advocaat sinds 2001. Kantoor: Advocatenkantoor Simons & Cleeren te Hasselt. Voorkeurmateries: alle domeinen van het familierecht. Actief in de raad van de Orde sinds 2012. Hobby's: Skiën, mountainbiken, reizen. Guilty pleasure: Foute muziek. Wat doet ze? Anouk is de secretaris van de raad van de Orde en is afgevaardigd lid in de Algemene Vergadering van de OVB.Met de taken van secretaris, waaronder de verslaggeving van de raad van de Orde, de vergaderingen van de tuchtcel ed., ervaart ze het kloppend hart van Balie Limburg. Wat wil ze? Wat zijn de uitdagingen? Voor Anouk bestaat de uitdaging erin om dit kloppend hart nog beter en efficiënter te laten werken tot een nóg krachtiger en sterker Balie Limburg. Zo dient er nog meer gestreefd te worden naar een uniformisering wat moet gepaard gaan met de nodige digitalisering, ook over de verschillende balies heen. Eén en ander zal tevens een meer transparante organisatie met zich meebrengen. -
DOOR DE BALIEBRIL (10)
Een wetboek of een gedicht? De communicatiedienst van de Orde van Vlaamse Balies draait de laatste weken op volle toeren. Er is de veertiendaagse nieuwsbrief die in de mailbox van iedere advocaat beland, met de altijd lezenswaardige column van de voorzitter van de OVB (u moet écht de inspanning doen om die te lezen, want u leest er iedere keer interessante dingen). Maar er zijn ook de filmpjes die via social media worden verspreid en bijvoorbeeld het live congres over human ressources in een advocatenkantoor dat via youtube kon worden bekeken. Het is soms wel wat te veel afgelikte zelfpromotie, maar het is mooi en professioneel gedaan en het zet aan om verder te kijken. Op die wijze zet de Orde de ramen en deuren open voor de buitenwereld en hoopt de OVB via die nieuwe communicatie ook de jongere confraters te bereiken. Dat lijkt te lukken. In blitse filmpjes stellen de bestuurders van de OVB zichzelf dan weer voor. Zag u het filmpje over onze gewezen stafhouder en huidig OVB-bestuurder Els Koninckx? Ze gaf een kleine inkijk in hoe ze in het leven staat. Ze leest veel romans en poëzie, zegt ze zelf. Dat helpt haar om empathisch in het leven te staan en dat ervaart ze als verrijkend voor haar job als advocaat. Ze is niet de enige. Een goed advocaat is met meer bezig dan alleen maar het recht. Vaak ligt de oplossing van een juridisch geschil niet in een wetboek of een hooggespecialiseerde bijdrage over een detail uit het recht, waar trouwens het gevaar bestaat dat het niet meer actueel is op het ogenblik dat u het leest (omdat bijvoorbeeld intussen de wet is aangepast). Van een advocaat wordt vooral creativiteit verwacht. Een dagelijkse portie poëzie helpt mij om mijn geest scherp te houden, al zullen vele confraters iets anders doen om voeling te houden met de wereld. Die diversiteit maakt juist de kracht uit van de balie. Het werkt ook andersom. De juridische insteek wordt soms ook gebruikt om andere debatten te voeren. Enkele dagen geleden stelde oud Stafhouder Luc Savelkoul zijn boek “Pieter Bruegel de Oude – Plejdoe:j vuur Bruegel” voor, waarin hij met juridische hardnekkigheid bewijzen aanlevert voor de geboorteplaats van Pieter Bruegel (volgens hem in Limburg). Dat rijkelijk geïllustreerd boek is bijzonder lezenswaardig. Het recht opent vele deuren. Zeer binnenkort start een nieuwe reeks op deze website, waarin de leden van de raad van de orde zich aan u zullen voorstellen. Wie zijn ze, wat doen ze en wat denken ze? De voorstelling is kort, om te vermijden dat u als lezer te snel afhaakt. Ze beantwoorden ook allemaal de vraag wat hen buiten de balie boeit. U zal soms verrassende dingen lezen, zodat de lectuur ervan enkel maar valt aan te bevelen. Deze kleine rubriek wil ook iedere week even stilstaan bij de juridische actualiteit in Limburg. De Hoge Raad voor de Justitie heeft een voordracht gedaan voor een nieuwe voorzitter van de ondernemingsrechtbank Antwerpen (waar ook de afdelingen Hasselt en Tongeren onder vallen). Er was slechts één kandidaat (Thijs Laurens, nu ondervoorzitter van de ondernemingsrechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen) en die is dan ook voorgedragen. Voor het ambt van Procureurs des Konings van Limburg heeft de Hoge Raad Frank Bleyen voorgedragen (Limburger, maar nu actief op het Parket-Generaal in Antwerpen). Er blijkt – toch wat onbegrijpelijk - niemand kandidaat te zijn om de rechtbank van eerste aanleg van Limburg te leiden. Er is dus voorlopig geen opvolger voor Nicolas Jadoul, die zelf niet om de verlenging van zijn mandaat had gevraagd. Het is merkwaardig te noemen dat die vacature niet ingevuld geraakt, terwijl het toch een belangrijke functie is in het juridisch landschap van Limburg. En om te eindigen, toch nog deze herhaling. Een advocaat die zijn beroep in een vennootschap uitoefent is deontologisch verplicht de statuten vooraf ter goedkeuring voor te leggen aan de raad van de orde. Wie die statuten nog niet heeft aangepast aan het nieuwe vennootschapsrecht heeft, krachtens de wet, nog de tijd tot 1 januari . Dat betekent dat het ontwerp van gewijzigde statuten dus uiterlijk op de vergadering van de raad van de orde van begin december moet goedgekeurd worden. Wie daar dus nog niet aan gedacht heeft zal zich dus moeten reppen, want de uiterste deontologische en wettelijke deadline komt schrikbarend naderbij. Hugo Lamon -
DOOR DE BALIEBRIL (9)
Verbindende advocatuur Wanneer oudere confraters een zaak gaan pleiten op de rechtbank, verbazen ze er zich soms over dat ze nog maar weinig confraters kennen. De balie heeft, gelukkig maar, nog een grote aantrekkingskracht en dat zorgt ieder jaar voor aanstormend nieuw talent. De balie mag er zich over verheugen dat er ieder jaar een grote instroom van nieuwe stagiairs is. In tegenstelling tot vroeger, is voor vele advocaten de rechtbank ook niet de plek waar ze het vaakst vertoeven. Dat zorgt er dan ook voor dat we mekaar onderling minder kennen en dat we wat van mekaar vervreemden. Is de vroeger zo geroemde confraterniteit onder de leden van de balie dan helemaal verdwenen? Hopelijk niet. Allicht krijgt ze nu gewoon een andere invulling. Zo zijn de nieuwste generaties stagiairs bijvoorbeeld actief in allerhande whatsappgroepjes, waarmee ze onder elkaar communiceren en zo de banden aansterken. Uiteraard blijven de traditionele activiteiten van de conferentie van de jonge balie nog altijd een uitgelezen plek om de onderlinge contacten warm te houden. Het bestuur van de conferentie van de jonge balie trok dit weekend zelfs met de eerstejaars op weekend. Ze streken neer in een scoutslokaal in Pelt en dat gebeurde in een ongedwongen sfeer, die sommigen deed terugdenken aan hun vroeger engagement in de jeugdbeweging. Meer dan de helft van de nieuwe stagairs gaven present en dat zorgde ervoor dat het een heuse logistieke uitdaging was, maar het bleek de moeite waard. Traditioneel blijft de jonge balie discreet over wat er allemaal op het programma stond, maar naar kon worden vernomen was het gezellig. De verbondenheid onder de nieuwkomers aan de balie is daarmee wat verankerd, als alternatief voor het groepsgevoel dat vroeger tijdens de Buba-lessen ontstond. Het is goed dat jonge confraters mekaar actief opzoeken en op die manier ook de confraterniteit een nieuwe dimensie geven. In de whatsappgroepjes delen ze ook tips and tricks, omdat het beroep van advocaat toch nog altijd valkuilen kent en het goed is mekaar daar tijdig van te informeren. Het bestuur van de jonge balie en de raad van de orde gingen vorige week dan weer samen op teambuilding. Bij een bord pasta werden er banden aangehaald, om ervoor te zorgen dat ook daar iedereen van mekaar weet waar het op staat. Het is goed dat de bekommernissen van de jonge confraters door de raad van de orde worden opgepikt. Er zijn wel wat uitdagingen in de advocatuur. Tijdens de laatste vergadering van de raad van de orde werd stilgestaan bij het imago van de balie. Het gebeurt soms dat sommige confraters op een niet al te positieve manier in het nieuws komen, wat negatief afstraalt op de ganse beroepsgroep. De beroepsgroep heeft niet de gewoonte om daarop te reageren, maar stilzitten kan soms de indruk geven dat wordt ingestemd met die schaduwzijden. De raad van de orde gaat daar nu een actieplan rond uitwerken, om op die manier meer aandacht te vragen voor al het goede dat door de advocatuur wordt verricht. Er wordt door de raad van de orde ook nagedacht over de kwaliteitsbewaking in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand. Het bijstaan van hulpbehoevende rechtzoekenden behoort al sinds het ontstaan van de advocatuur tot één van de kerntaken van de orde. Het is ook de plicht van de balie om ook daar een kwaliteitsvolle dienstverlening te leveren. Dat is vaak ook het geval, maar helaas niet altijd. De raad van de orde heeft de mogelijkheid om in te grijpen. Er wordt nu nagedacht over hoe die kwaliteitscontrole kan worden geoptimaliseerd en welke de gevolgen moeten zijn indien een advocaat zich niet naar behoren inzet in de pro deo-dossiers. Er wordt gewerkt aan een regeling waarbij aan de in gebreke blijvende advocaten als sanctie het recht kan ontzegd worden om nog aanstellingen te krijgen in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand. Dat is natuurlijk een verregaande maatregel, maar de rechtzoekende (én de samenleving) verdienen het dat er wordt toegezien op welke wijze de dienstverlening loopt. Dat debat moet grondig, zorgvuldig en met de nodige nuance worden gevoerd. Advocaten moeten immers in alle onafhankelijkheid de rechtmatige belangen van hun cliënt kunnen verdedigen, maar goede dienstverlening veronderstelt natuurlijk ook dat de advocaat contact heeft met de cliënt, geen termijnen laat schieten en zich ook correct gedraagt ten aanzien van de behandelende magistraten. Dat zijn meetbare criteria. Hugo LAMON -
STATUUT EN VERGOEDING VAN DE BEWINDVOERDER WETTELIJK GEREGELD
Het wetsontwerp betreffende het statuut van bewindvoerder over een beschermde persoon werd op 26 oktober 2023 goedgekeurd door de plenaire vergadering van de Kamer (hierna wet statuut bewindvoerder). De wet voert een statuut in voor de professionele bewindvoerder, maar is nog niet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.Op de website van de OVB verscheen er vorige week een samenvatting.Lees alle verdere informatie hier. -
DOOR DE BALIEBRIL (8)
Advocaten zijn ook (maar) mensen De media pakken graag uit met topadvocaten. Wie dat juist zijn en hoe je “topadvocaat” wordt is niet zo duidelijk, maar er zijn confraters die van zodra ze hun neus aan het venster steken de aandacht opzuigen van journalisten. Ze hebben het dan over het recht en justitie, althans zo lijkt het op het eerste gezicht. Het gaat bij nader inzien meestal over de dossiers die ze behandelen, of zouden willen behandelen of waarvan ze vinden dat hun mening ertoe doet. Met wat geluk brengen ze daarna het tot Bekende Vlaming en wordt hun mening over alles en nog wat gevraagd, ook over dingen die niets met hun beroep te maken hebben. Maar er zijn ook de vele “gewone” advocaten. De confraters die iedere dag hun best doen voor hun cliënten, los van de aandacht die de media (zelden of niet) aan hen besteedt. Maar ook zij zijn mensen met hun eigen verhalen, bekommernissen en interesses. En soms hebben de media ook aandacht voor hun leven achter de toga. De afgelopen dagen verschenen in de kranten leuke en diepmenselijke berichten over enkele Limburgse confraters, die iets van zichzelf lieten zien. Zo was er het grote interview in de weekendkrant van het Belang van Limburg met een assisenpleiter die nog vijf jaar wil doorgaan met de advocatuur om zich daarna dan volledig te storten op de duivenmelkerij, wat hij als zijn grote passie omschrijft. “Mijn duiven brengen mij gemoedsrust en leiden me af. Het is de manier om even te ontsnappen uit het werk en te ontspannen. Ik sta ’s morgens extra vroeg op om ze te verzorgen en eten te geven. Het zal mijn levenswerk worden.” Leuk toch, hoeveel menselijkheid hier van uitgaat. De Standaard had dan weer aandacht voor een andere confrater van onze balie. In een openhartig interview heeft ze het over haar guilty pleasure met haar partner: roddelen. “Spilling the tea”- of “hot tea”momenten zijn zeker aan haar besteed, zo laat ze het in de krant optekenen. Vertellen over de nieuwtjes over mensen uit haar omgeving vindt ze geweldig. Leuk toch, hoeveel menselijkheid hier van uitgaat. In het Laatste Nieuws van dit weekend mocht dan weer een andere Limburgse confrater zijn hart luchten. “Ik ben de meest correcte mens die er rondloopt en dat kan je breed invullen. Ik ben zo old school als de pest. Een woord is een woord” zo lezen we in het interview. Hij vertelt verder dat hij eerst bokser was en dan pas advocaat. Een passie en een beroep, zo lijkt het . “Mijn neus is vier keer gebroken geweest, ik heb dertien operaties gehad en dat is allemaal in de gevechtssport geweest. (…) Mensen hebben het vaak over een ‘bromance’ of broederliefde, maar diegenen met wie je in de vechtsport hebt getraind, blijven je altijd bij”. Ook hier: leuk toch, hoeveel menselijkheid hier van uitgaat. Onze confrater gaat nog wat verder wanneer hij het over de menselijkheid heeft: “Ik druk het nu misschien bruut uit, maar de advocatuur in het algemeen mag wel een spiegel worden voorgehouden. Ik heb er soms een probleem mee dat dat de advocatuur zich een beetje mooier wilt voorstellen dan dat ze zijn. We zijn allemaal mensen” zo klinkt het. Ook hier: mensen dus. Vele andere confraters delen hun zieleroerselen via berichten op sociale media. De ene al wat ernstiger dan de andere, maar vaak vanuit een diepmenselijke benadering. Die communicatie is niet meer weg te slaan in onze samenleving. Ook hier: leuk toch, hoeveel menselijkheid daar van uitgaat. Vroeger moest een advocaat zich zeer discreet opstellen en keek de stafhouder mee over de schouders van iedere publieke verklaring. Die tijden liggen, gelukkig maar, achter ons. Toch betekent het niet dat ieder advocaat zomaar eender wat mag vertellen. Een advocaat blijft dat ook in zijn of haar privé-leven en dat vereist altijd en overal een zekere waardigheid. Dat laatste begrip is evolutief en mag niet te beperkend worden geinterpreteerd, maar is toch nog altijd iets dat ieder advocaat in het achterhoofd moet houden. Maar dat mag de advocaat niet beletten om zich ook te laten zien als de gewone mens in het gewone leven. Hugo Lamon -
DOOR DE BALIEBRIL (7)
Een advocaat is meer dan enkel een jurist Advocaten zijn juristen, maar met het recht alleen hebben we niet genoeg. We staan ook met onze beide voeten in de samenleving en dat is ook zichtbaar. Enkele dagen geleden maakte ik, op weg naar een weekendje zee, een tussenstop in het West-Vlaamse dorp Sijsele (deelgemeente van Damme), waar een benefietavond plaatsvond van een VZW die een school steunt in Nepal. Ik wilde een lid van die vereniging steunen, maar toen ik het zaaltje van dat liefelijk dorpje binnenstapte kwam ik meteen een confrater van de Limburgse balie tegen. We keken mekaar aan en vroegen ons tegelijkertijd af: “wat brengt u hier?”. De confrater blijkt een liefhebber van Nepalese kunst te zijn en kent persoonlijk de plaatselijke voorzitster van de organiserende vereniging. We hadden een leuke babbel over Nepal en de Nepalese kunst, waarmee meteen duidelijk werd dat een advocaat met meer begaan is dan enkel de dossiers en de kennis van het recht. Dat Nepal twee Limburgse advocaten in een dorpszaal in West-Vlaanderen zou samenbrengen blijft toch merkwaardig. Over enkele weken verschijnt het boek van een andere Limburgse confrater, die zich de afgelopen jaren verdiepte in de levensloop van kunstschilder Pieter Breughel de oude. Van die man is geweten dat hij in Brussel overleed op 9 september 1569, maar over zijn geboorteplaats bestaat veel onduidelijkheid. Volgens sommigen zou hij in Breda geboren zijn, maar anderen denken dat hij misschien wel in onze contreien het levenslicht zag. Onze confrater deed hierover een uitgebreid bronnenonderzoek en het resultaat van zijn jarenlange opzoekingen bundelde hij in een prachtig boek. Volgens hem bewijst hij hiermee dat Pieter Breughel (die werd geboren tussen 1525 en 1530) het levenslicht zag in Limburg en meer in het bijzonder in Kleine Brogel. Met zijn juridische inzichten inzake het bewijsrecht van stukken wilde hij een kunsthistorisch discussiepunt beslechten. Advocaten zijn meer dan alleen maar bezig met het kil analyseren van rechtsregels. En u weet natuurlijk hoeveel confraters van onze balie actief zijn in het verenigingsleven, in serviceclubs of in de lokale politiek. Was dat engagement het gevolg van hun opleiding (“laten we het aan advocaat vragen, die weet hoe het moet”) of is het eerder zo dat een advocaat maatschappelijk betrokken is. Het zijn diegenen die in hun humanioratijd actief waren in de jeugdbeweging, later in de studententijd in het praesidium van een studentenclub zaten, daarna als bij toeval in het bestuur van de jonge balie terechtkwamen of in het bestuur van de tennis-voetbal- of andere sportclub, een culturele vereniging of in een wijkcomité. Advocaten vind je overal in het maatschappelijk leven en het toont aan dat een advocaat meer is dan een dossiervreter. Soms doen ze dat in stilte en ver weg van de schijnwerpers, in het vrijwilligerswerk of in hulporganisaties allerhande. Een confrater uit St.-Truiden organiseert zelfs bokswedstrijden waarvan de opbrengst gaat naar kankerpatiënten. Sommigen zeggen dat de advocaat zich “moet laten zien” wil hij ook de aandacht trekken van potentiële cliënten, maar andere vinden het niet meer dan normaal dat een advocaat zich engageert en zich ten dienste stelt van de samenleving. Misschien moet je om een goed advocaat te zijn meer dan enkel een goed jurist zijn. De oudere confraters herinneren zich misschien nog wijlen Prof. Marcel Storme (vader van Prof. Matthias Storme) die jarenlang gerechtelijk recht doceerde aan de universiteit in Gent. Bij het mondeling examen ondervroeg hij niet enkel over de kennis van het burgerlijk procesrecht, maar peilde hij ook naar algemene kennis over cultuur en samenleving. Dat zou nu aanleiding geven tot klachten en procedures, maar het is nog maar de vraag of de gedachte zelf zo verfoeilijk is. Advocaten zijn meer dan technocratische kennismachines van recht en van procedures. We zijn ook mensen van vlees en bloed, die met beide voeten in de samenleving staan en door een brede kennis ook beter de juridische geschillen in een beter perspectief kunnen plaatsen. Dat allemaal dus om te zeggen dat het goed is dat er nog zovele confraters zich overal in de samenleving engageren. Advocaten geven daarmee blijk van een grote betrokkenheid bij wat er in de wereld gebeurt. In een wereld waarin de artificiële intelligentie in opmars is, kunnen advocaten zo het verschil blijven maken. -
DOOR DE BALIEBRIL (6)
Alles in de juiste kast leggen In dit rubriekje wordt met enige zalvende mildheid de actualiteit aan de balie overlopen. De conferentie van de jonge balie serveerde vorige vrijdag volgens een aloude traditie weer kilo’s mosselen, terwijl op datzelfde moment in Brussel de minister van justitie ontslag nam omdat op het Brussels parket iemand een dossier “in de verkeerde kast had gelegd”. Enkele uren ervoor vond de openingsconferentie plaats van de Antwerpse balie, waar de openingsredenaar reflecteerde over de vraag hoe groot de impact van artificiële intelligentie is op justitie. De spreker wees er op dat computers nooit de advocaten (en bij uitbreiding de rechters) gaan kunnen vervangen, omdat AI weliswaar een nuttig hulpmiddel kan zijn maar toch nooit het menselijk oordeel om een zaak te beslechten zal kunnen vervangen. De spreker kon niet vermoeden dat enkele uren later toch pijnlijk duidelijk is geworden dat er voor justitie nog een lange weg te gaan is en we toch nog lange tijd met “oude” problemen zullen blijven worstelen. Er blijken dus nog papieren dossiers te bestaan die blijkbaar in geen enkele databank zijn opgenomen, waarbij dan nog een wankel rappelsysteem wordt gehanteerd. Op die manier kunnen dus op het parket in Brussel dossiers van de radar verdwijnen omdat ze in een verkeerde kast zijn terechtkomen. Op de vraag of dat ook bij andere parketten zou kunnen, is er (voorlopig) nog geen antwoord. U heeft ondertussen in de media kunnen lezen dat de Procureur des Konings van Limburg Guido Vermeiren door de Hoge Raad voor de Justitie werd voorgedragen als nieuwe Procureur Generaal bij het Hof van Beroep in Antwerpen. Recent kwam hij nog in het nieuws toen hij zich namens het parket verontschuldigde omdat per vergissing in de zaak van de Reuzegommers de besmeurde kleren van het slachtoffer werden vernietigd. Hij toonde toen een nederige justitie, wat ook door de balie werd geapprecieerd. Op dinsdag 24 oktober zal de Hoge Raad voor de Justitie in principe de voordracht doen van de opvolger van Guido Vermeiren aan het hoofd van het Limburgs parket. Vorige week was de voorzitter van de Orde van Vlaamse Balies aanwezig op de opening van het gerechtelijk jaar aan de balie van Montreal in Canada, nadat hij al eerder werd gespot bij de Law Society in Londen. Wie kennis krijgt van de reisverslagen van die buitenlandse expedities ontdekt dat overal ter wereld de balie voor dezelfde uitdagingen staat: naast de vraag of Artificiële Intelligentie een bedreiging vormt voor ons beroep, zijn er overal ook discussies over wie toegang moet kunnen krijgen tot het beroep en hoe het komt dat zoveel talentvolle juristen snel afhaken. Uiteraard blijft er ook wereldwijd de bezorgdheid over het vrijwaren van de onafhankelijkheid van de advocatuur. Vorige week had de Stafhouder van Antwerpen het in haar repliek op de openingsredenaar over het eigen mentaal welzijn van de advocaten. “Advocaten zijn de professionele ontzorgers van hun cliënten. We zijn gewend om de belangen van onze cliënt boven de onze te stellen. Maar wat als ons eigen mentaal welzijn daaronder lijdt?” vroeg ze zich af. In 2022 was 42 % van alle schadegevallen die aangegeven zijn bij Precura (onze verzekeraar gewaarborgd inkomen) gerelateerd aan psychische klachten. De Stafhouder van Antwerpen riep de advocatenkantoren op aandacht te hebben voor de balans tussen werk en privé en ze vond dat ze daar een prioriteit van moeten maken. “Jong talent zal niet langer aangetrokken worden zonder aandacht te besteden aan een veilige, flexibele en inclusieve werkplek en genoeg (door)groeimogelijkheden voor jonge advocaten”. Ook onze eigen balie zal daarover verder moeten nadenken. We besteden nu veel aandacht en zorg aan de stagiairs en dat moeten we zeker blijven doen. Maar moeten we ook niet wat meer aandacht hebben voor de jonge medewerkers? Voor hen bestaat er geen opvolgingskader meer, of zij nu ervoor kiezen op eigen benen te staan, dan wel aansluiten als advocaat-medewerker. Geen minimumbescherming zoals tijdens de stage, geen stagecommissie bij wie ze terecht kunnen. Natuurlijk zijn het advocaten die als ze goed willen opkomen voor de belangen van hun cliënten ook in staat moeten zijn voor zichzelf te kunnen opkomen. Maar zo simpel is het niet. Het verdient alvast ook in Limburg de aandacht van de raad van de orde. Ook hier moeten we ervoor zorgen dat de problemen niet in de verkeerde kast terechtkomen. Hugo Lamon -
DOOR DE BALIEBRIL (5)
De tijden veranderen U las misschien in de krant het overlijdensbericht van Henri Lenders, gewezen advocaat aan de balie van Hasselt. Hij ging met pensioen op zijn 70 ste verjaardag op 1 januari 1998. Hij was zijn carrière aan de balie aangevat in 1958 en zijn naam prijkte tussen 1961 en 31 december 1997 op het tableau van de orde. Alleen de oudere confraters kunnen hem zich nog herinneren en voor de geest halen als de fietsende confrater. Hij was van de generatie die nog enkel een mechanische typmachine gebruikte (de enige frivoliteit was dat het inktlint in zwarte of rode stand kon worden gezet) en voor wie een fotokopieermachine iets modernistisch was. Vele confraters van zijn generatie maakten de stukken nog in origineel over aan de tegenstrever die deze na inzage netjes in origineel terugbezorgde. Er is de laatste jaren wel wat veranderd aan de balie, al is de evolutie van de laatste tien jaar veel spectaculairder dan de voorgaande periodes. Toen 20 jaar geleden de balie een deontologische aanbeveling maakte om ook een e-mailadres te hebben, leidde dat bij enkele confraters tot hevig protest. Toen een oudere confrater toch onder druk werd gezet ook een e-mailadres te hanteren liet hij het adres noemail@thisperson.be opnemen in het balieboekje (dat was het toen nog jaarlijks verspreide adressenboekje van de balie). Overigens is de algemene verplichting om de e-mail te gebruiken pas zeer recent in de OVB-codex deontologie opgenomen. Er was een coronacrisis nodig om ook de balie vertrouwd te maken met elektronische neerlegging van stukken en conclusies. De tijd dat het net voor sluitingsuur van de griffie het aanschuiven was om nog “de stempel” te krijgen voor tijdige neerlegging van een conclusie, ligt dan nu ook maar sindsdien definitief achter ons. Dat de afhandeling van faillissementen volledig digitaal zou kunnen, was tien jaar geleden volstrekt ondenkbaar en ook nu pas ingeburgerd. Er zijn niet alleen de technische evoluties. Er zijn ook steeds meer confraters, en na de fusie tussen de balies van Hasselt en Tongeren zijn we in Limburg met meer dan 1.000 advocaten. Oudere confraters herinneren zich nog de toespraken van wijlen Stafhouder Maris (meerdere malen stafhouder aan de balie van Hasselt) die ieder jaar op het slotbanket het woord nam om eraan te herinneren dat toen hij tussen de twee wereldoorlogen zijn baliestage aanvatte, de overige confraters hem vroegen wat hij daar kwam doen, omdat er al te veel advocaten waren. Hij debiteerde graag dat er bij aanvang van zijn loopbaan in het arrondissement Hasselt 13 advocaten waren. Op dit ogenblik is Mr. Renaat Broekmans onze oudste confrater aan de Limburgse balie en dus onze nr. 1 van het tableau. Hij was stafhouder tussen 1994 en 1996. Hij was – en is – de minzaamheid zelve. Hij volgt de juridische evoluties nog op de voet. Mr. Broekmans kwam recent als toehoorder tussen op een Limburgse Rechtsconferentie, waarin hij interessante beschouwingen gaf over de discrepantie tussen het theoretisch juridisch kader en dagdagelijkse praktijk. Met zijn jarenlange ervaring kan hij ook op dat vlak met groot gezag spreken. De balie heeft een grote traditie en het is goed dat deze wordt gekoesterd. Van de top 10 van het tableau zijn de meesten ook nog écht actief en dat is een verrijking voor de balie. Zij verdienen onze aandacht. Vrijdag vindt de openingsconferentie in Antwerpen plaats. Daar is er een oude traditie om de nr. 1 van het tableau een staande ovatie te geven. Ook na de fusies van de balies van de provincie Antwerpen blijft Mr. Tricot er de nr. 1. Hij zal weer stralen wanneer de spotlights even op hem zullen gericht zijn. Waarom zouden we dat ook niet in Limburg invoeren? Deze week zal er nog een andere oude traditie weer tot leven worden gebracht met de mosselsouper van de conferentie van de jonge balie. Sinds mensenheugenis is dat de plaats waar de nieuwe stagiairs aan de balie worden voorgesteld. De tijden mogen dan wel veranderd zijn, maar de maaltijd, het rijkelijk vloeiend gerstenat (en andere dranken) en de ambiance blijven onverstoord hetzelfde. De tijdsgeest zorgde ervoor dat, mits wat aandringen, het ook mogelijk was om een vegetarisch alternatief te bestellen, maar veel verder gaat de evolutie niet. De balie blijft die biotoop van wat het al zo lang was: een groep bevlogen juristen die beroepshalve permanent met elkaar in de clinch gaan, maar daarnaast ook altijd aandacht blijven hebben voor de mens achter de tegenstrever die we met confrater aanspreken. Hugo Lamon -
ADVOCAAT OP SCHOOL: VERNIEUWD PROJECT
Sinds 1 oktober heeft de OVB de vernieuwde versie van het project Advocaat op school gelanceerd. De ideale manier om kinderen en jongeren, rechtstreeks in de klas, te inspireren op een interactieve manier. Met drie verschillende tools, op maat gemaakt voor 11- en 17-jarigen, willen ze advocaten ondersteunen bij het geven van een boeiende en informatieve les. Voor dit mooie project zoekt de balie nog heel wat vrijwilligers. Meer informatie over het project, de tools en inschrijvingen vindt u hier. -
DOOR DE BALIEBRIL (4)
Balie Limburg als magneet De meeste confraters hebben niet veel voeling met “hun” raad van de orde. De meesten onder ons herinneren zich nog wel de verplichte passage bij die raad wanneer de opname op de lijst van de stagiairs wordt gevraagd, maar voor het overige leeft vaak het gevoel dat het beter is daar weg te blijven. Die perceptie is onterecht, maar leeft wel sterk. Het is misschien niet slecht om daar toch wat meer aandacht aan te besteden. Dat kan helpen om de goede sfeer die er binnen de raad van de orde leeft ook buiten die raad te kunnen uitdragen. Die sfeer is inderdaad zeer constructief, of om het met de woorden van Mr. Knuts (al jarenlang lid van de raad en ook voorzitster van het BJB) te zeggen: “Het verbaast me ieder jaar opnieuw dat hoewel de leden van de Raad evenals de genodigden allen zeer divers in pluimage zijn, er toch telkens meteen bij aanvang van het werkingsjaar één ding meteen duidelijk is : dat we allen de balie en al haar leden een bijzonder warm hart toedragen en de goesting om ons te smijten van meet af aan present is”. Deze maand werden 10 jonge juristen toegelaten tot de baliestage. Met de 27 die al in september aan de lijst werden toegevoegd, mag de balie dus weer een nieuwe generatie aanstormend talent verwelkomen. Het is Tom Van Overbeke (lid van de raad) opgevallen dat de vervrouwelijking van ons beroep zich verder zet. Van de 37 nieuwkomers zijn er (toch nog?) 7 mannen. Het is ooit anders geweest. Net als alle andere leden van de raad, hoopt hij dat al deze nieuwkomers hun weg vinden aan de balie, maar hij neemt zich voor om op het einde van het gerechtelijk jaar toch eens na te gaan of iedereen dan nog aan boord is gebleven. Danny Lavreysen (lid van de raad) vindt het ook goed dat onze balie de traditie nog in ere houdt van de persoonlijke voorstelling aan de raad. Elders gebeurt dat soms louter elektronisch, maar hij vindt het belangrijk dat de raad van de orde de nieuwkomers persoonlijk kan verwelkomen. Ook stafhouder Luk Delbrouck vindt die persoonlijke benadering van groot belang en heeft daar bij de aanvang van het gerechtelijk jaar nogal wat tijd in geïnvesteerd. Opmerkelijk was ook dat er daarnaast 12 confraters aan de raad van de orde verzochten om op het tableau te worden opgenomen. Ze maken daarbij de overstap van een andere balie of keren, na een doortocht in de privé-sector, terug naar hun oude liefde. Vice-stafhouder Natascha Bielen spitste haar oren en het is haar niet ontgaan dat de confraters die van elders de overstap maakten naar balie Limburg, hun accent verraadde dat de wortels van de geboortegrond erg sterk zijn. Het feit dat balie Limburg ook een aantrekkingskracht behoudt voor tableauadvocaten is positief. Naast de voorstellingen van de nieuwkomers aan onze balie, had de raad van de orde deze maand ook aandacht voor het administratief toezicht. Wie als advocaat zijn beroep uitoefent in een vennootschap moet de statuten eerst vooraf laten nalezen door de raad van de orde, die nagaat of de statuten de regels uit de OVB-codex deontologie respecteren. Wie zijn of haar vennootschap nog dient in overeenstemming te brengen met de nieuwe vennootschapswet moet zich dus stilaan haasten (de in de wet voorziene overgangstermijn verstrijkt op 31 december). De raad van de orde zal in de volgende weken ook de beleidsverklaring van het OVB-bestuur bespreken en stilstaan bij de vraag wat een advocaat nog naast zijn klassieke taak mag doen. Dat debat heeft dan betrekking op de perimeter (welk ander beroep mag er nog buiten de advocatuur worden uitgeoefend) en andere bezigheden (en onder meer de vraag in welke mate betrokkenheid in het verenigingsleven een invloed kan hebben op het beroep). Die benadering verschilt nogal eens van balie tot balie, zodat een inventarisatie nuttig is, om daarna de situatie tegen het licht te houden. Tot slot nog even dit, en enkel om de vele roddels op dat vlak nog eens de kop in te drukken: ja, de leden van de raad van de orde gaan na de vergadering samen op restaurant. Maar neen, het gebeurt niet op kosten van de balie. Ieder betaalt eten en drinken uit eigen zak. Hugo Lamon -
DOOR DE BALIEBRIL (3)
De (Limburgse) advocatuur verandert Vorige donderdag organiseerde balie Limburg, samen met de Universiteit Hasselt, een studieavond over “De Limburgse advocaat in de 21ste eeuw”. Toegegeven, er was niet echt een volkstoeloop. Bovendien is die eeuw al 23 jaar bezig, zodat de indruk kon ontstaan dat het niet echt toekomstgericht was. De afwezigen hadden ongelijk. Ook binnen onze balie leeft het gevoel dat ons beroep zich op een keerpunt bevindt. Op de studiedag werd dat omschreven als een evolutie van een “conflictmodel naar een oplossingsmodel”. We moeten niet alleen maar willen procederen, maar vooral aan oplossingen werken. Naast pleiten betekent dat ook onderhandelen, minnelijk schikken, verzoenen, collectief onderhandelen en natuurlijk ook bemiddelen. Dat laatste woord was met lengtes voorsprong het meest geciteerde begrip. De universiteit nodigde alle Limburgse advocaten uit om deel te nemen aan een bevraging en 177 confraters gingen daar op in, zodat volgens de onderzoekers de resultaten representatief zijn. 83,8 % deelde mee te weten hoe bemiddeling werkt en iets meer dan de helft was het eens met de stelling dat bemiddeling meestal tot betere oplossingen leidt dan deze die door de rechtbank worden “opgelegd”. Dat zorgde voor toch wat euforie bij de sprekers. De avond kan verder samengevat worden rond drie thema’s: (i) de evoluties rond de vraag of een advocaat bediende kan worden (ii) hoe zit het met de stage aan de balie en (iii) hoe zit het met de interne democratie. Wie al wat langer meedraait aan de balie weet dat het debat over het sociaal statuut terug is van nooit echt weggeweest. Laatste stand van zaken: de ministerraad heeft in eerste lezing een wetsontwerp goedgekeurd waarbij via een wetgevend ingrijpen in het Gerechtelijk Wetboek (en dus niet via de deontologie) een advocaat zal kunnen kiezen om bediende te zijn van een andere advocaat. De modaliteiten zullen dan door de OVB moeten worden vastgelegd. De minister wil de wet voor het einde van de maand december laten goedkeuren door het parlement, maar daarna zal er dus nog binnen de advocatuur verder debat moeten komen over de wijze waarop. Er blijkt verder eensgezindheid over de stelling dat de baliestage aan hervorming toe is. De vraag hoe is nog onbeslist: Wordt het een opleiding van 6 maanden vooraleer de advocateneed kan worden afgelegd, gevolgd door 2 ½ jaar stage? En wie zal die opleiding organiseren (de universiteiten?)? Komt er toch een MaNaMa advocatuur? De stafhouder had er al over op de openingsconferentie en ook op de studieavond was er hierover een geanimeerd debat. Tot slot ging het over de democratie aan de balie. Is er nog nood aan een (lokale) raad van de orde en is de Orde van Vlaamse Balies wel goed bezig? De OVB legt de deontologische regels vast (balie Limburg kan enkel aanvullend reglementeren) maar loopt dat wel goed? Uit de bevraging blijkt dat de Limburgse confraters in veel gevallen geen al te helder zicht hebben over wat de lokale balie en de OVB doen en hoe die zich onderling verhouden. Sinds de oprichting van de OVB zit er steeds een Limburger in de raad van bestuur (nu gewezen Stafhouder Els Koninckx) en is Limburg een loyale supporter van de OVB. Mr. Els Koninckx vindt het een gedeelde verantwoordelijkheid van alle “mandaathouders” (zowel lokaal als op OVB-niveau) om bij de advocaten interesse op te wekken voor de werking van de baliestructuren. Op de studiedag pleitte ze voor “nabijheid, verbinding en communicatie”. Vorige week kwam de algemene vergadering van de OVB weer samen. Voor confrater Wilfried Remy was het zijn vuurdoop. Wat onthoudt hij van zijn eerste vergadering? “Hoofdonderwerp was de presentatie van het beleidsplan van de nieuwe raad van bestuur. De modernisering van het beroep in een veranderende samenleving en de advocatuur als hoeksteen van de rechtsstaat zijn voor mij de grootste aandachtspunten, naast de aandacht voor het welzijn en het goed functioneren van de individuele advocaat”. Mr. Koninckx onthoudt van die vergadering dat er gestart wordt met de verbetering van de interne werking om “het proces van reglementering efficiënter te laten verlopen”. Opmerkelijk was wel dat het beleidsplan, voor het eerst in de geschiedenis, niet werd goedgekeurd. Er was een geanimeerd discussie en verschillende stemmen in de algemene vergadering vonden dat een aantal dingen onvermeld bleven. Het ging dan onder meer over de vergoeding voor de bewindvoerders, het feit dat de OVB nog meer moet inzetten op (echte) belangenbehartiging op politiek niveau en een meer duidelijke communicatie over de OVB-commissies. De raad van bestuur moet haar beleidsplan aanvullen tegen de volgende vergadering. Wordt dus vervolgd. -
DOOR DE BALIEBRIL (2)
De nieuwste generatie en oude principes De raad van de orde verwelkomde begin deze maand 27 nieuwe - en hoofdzakelijk vrouwelijke -stagiairs. Begin oktober komen er daar volgens de laatste informatie nog 10 bij, maar dat aantal kan nog toenemen. Het zijn allemaal gedreven jonge juristen die zich aangetrokken voelen door de balie en met een gezonde dosis gretigheid hun professionele leven aanvatten. De nieuwste generatie is mondig en gedreven. Bij de voorstelling aan de raad van de orde gaven ze aan in welke rechtstakken ze actief willen/zullen zijn. Er was niemand die zich als generalist voorstelde, zoals dat pakweg 10 jaar geleden nog het geval zou geweest zijn. Velen onder hen verwezen naar een heel specifiek rechtsdomein, soms ook wel een ver doorgedreven niche. Het zegt iets over hoe de nieuwkomers invulling willen geven aan het beroep. Ze zullen in het kader van de beroepsopleiding lessen moeten volgen om hen vertrouwd te maken met de specificiteit van het beroep. De meeste regels zijn vastgelegd in de deontologie, dat geheel van geschreven en ongeschreven regels die worden bepaald door de advocatuur zelf (de Orde van Vlaamse Balies en aanvullend de lokale raad). Toch zijn er ook enkele belangrijke regels in het Gerechtelijk Wetboek die van cruciaal belang zijn en soms niet de nodige aandacht krijgen. Het is daarom goed dat niet enkel de nieuwkomers, maar ook de oudere confraters, even blijven stilstaan bij art. 444 van het Gerechtelijk Wetboek, dat reeds in het eerste lid de lat voor de advocaat zeer hoog legt: “De advocaten oefenen vrij hun ambt uit ter verdediging van het recht en van de waarheid”. Er ligt een wetsontwerp voor om het beroep van advocaat te “moderniseren”, maar aan deze bepaling zal niet worden geraakt. Zelfs indien het de bedoeling is dat op termijn advocaten het sociaal statuut van bedienden zouden kunnen krijgen (het wetsontwerp voorziet dat de balies dan zelf de voorwaarden zullen bepalen) blijft het zo dat ze daaraan “vrij” en dus in alle onafhankelijkheid invulling moet geven. Ook een stagiair zal dus kritisch moeten blijven als dat basisbeginsel van het beroep onder druk komt te staan. En die onafhankelijkheid staat ten dienste van het zoeken naar de juridische waarheid, wat helaas niet altijd samenvalt met de “echte” waarheid. Hetzelfde wetsartikel bevat ook een belangrijk tweede lid, waar een bijkomende verplichting wordt opgelegd aan advocaten: “Zij informeren de rechtszoekende over de mogelijkheid tot bemiddeling, verzoening en elke andere vorm van minnelijke oplossing van geschillen. Indien zij van mening zijn dat een minnelijke oplossing van het geschil overwogen kan worden, trachten zij die in de mate van het mogelijke te bevorderen”. De verdediging “van het recht” uit het eerste lid van de wettekst moet dus worden gecombineerd met het onderzoeken van de mogelijkheid van “bemiddeling, verzoening en elke ander vorm van minnelijke oplossing.” De wet voorziet dus uitdrukkelijk dat de minnelijke oplossing de voorkeur moet krijgen op andere vormen van geschillenbeslechting. De regel dat de advocaat altijd oog moet hebben voor de “verdediging van het recht” maakt dat bij het zoeken van minnelijke oplossingen de advocaat er echter ook over moet waken dat een partij geen misbruik maakt van een bepaalde machtspositie en daarmee de andere partij onder druk kan zetten om afstand te doen van de rechten die de wet aan die partij toekent. Ook dat is een belangrijke opdracht voor de advocaat. Artikel 444 van het Gerechtelijk Wetboek voorziet tot slot ook dat advocaten “er zich van (moeten) onthouden enig ernstig feit tegen de eer en de faam van personen aan te voeren, tenzij dit voor de zaak volstrekt noodzakelijk is”. Hoffelijkheid is dus voor iedere advocaat een wettelijke verplichting. Het is een verheugende vaststelling dat er ook dit jaar weer vele nieuwe gezichten aan de balie zijn. Ze zijn al verschillende keren welkom geheten, zodat dit hier nu niet moet worden herhaald. Het past hier wél om ook even de stagemeesters te bedanken, want ze hebben de taak op zich genomen om de jonge stagiairs op te leiden, zodat ze hun juridische kennis op de juiste “advocatuurlijke wijze” kunnen inzetten. De kernwaarden van het beroep, zoals ze voortvloeien uit onze deontologie, is iets dat door ervaring wordt bijgebracht. De stagemeesters spelen daar een belangrijke rol in de kennisoverdracht, wat natuurlijk ook veronderstelt dat ze die regels zelf kennen en toepassen. Nu en dan eens doorheen het Gerechtelijk Wetboek en de OVB-codex deontologie bladeren is nuttig en aanbevelingswaardig. Hugo Lamon -
DOOR DE BALIEBRIL
Juristen worden anders. En hoe zit het met de balie? Een blik op de openingsconferentie Het gerechtelijk jaar wordt ieder jaar door de magistratuur plechtig geopend in Antwerpen. Het is een even oude traditie dat de advocatuur dat op een ander moment doet. Sinds de balies van Hasselt en Tongeren fuseerden tot balie Limburg zijn de Limburgse zittingszalen te klein om iedereen van een zitje te verzekeren. Daarom werd dit jaar voor de openingsconferentie uitgeweken naar de grote aula in de gevangeniscampus van de universiteit Hasselt (waar de wat oudere confraters met enige weemoed konden terugdenken aan de tijd dat ze daar cliënten gingen opzoeken). Dit jaar werd afgeweken van de traditie om een confrater van de eigen balie het woord te verlenen en daar waren goede redenen voor. Dag op dag 15 jaar nadat het eerste college plaatsvond in de nieuwe rechtsfaculteit, nam de decaan Prof. dr. Foubert het woord om te spreken over die rechtenopleiding. Voor de nieuwe lichting stagiairs was het thema zeer laagdrempelig, wat hun integratie aan de balie alleen maar kan bevorderen (ze waren trouwens massaal – en het moet gezegd ook razendenthousiast – aanwezig). Voor de oudere confraters was het even schrikken, want de rechtenopleiding is de afgelopen jaren wel grondig geëvolueerd. Het was alvast goed dat we ook binnen de balie daar aandacht voor hebben. De decaan gaf de aanwezigen een inkijk in de interne werking van de universiteit. Alles wordt aan de hand van een eindeloze reeks statistieken gemonitord. In Hasselt wordt ingezet op diversiteit, zodat zoveel mogelijk Limburgse jongeren de weg naar de universiteit vinden en tijdens hun studies zo weinig mogelijk sociale en andere drempels ontmoeten. Inclusief onderwijs is er het nieuwe mantra. Dat schijnt ook te lukken, al is de weg nog lang. Prof. dr. Foubert waarschuwde de vergadering ook voor een aantal nieuwe fenomenen. Studenten zijn over het algemeen veel mondiger geworden en kunnen zich vlot uitdrukken in het Engels (ze moeten trouwens verplicht een aantal vakken in het Engels volgen), maar de kennis van het geschreven Nederlands gaat bij alle studenten achteruit (en dus bij alle categorieën uit de statistieken). De “dt”-regel lijkt voor velen te ingewikkeld geworden en steeds meer studenten passen die zelfs ook toe op zelfstandige naamwoorden. De decaan deed dan ook een oproep om er blijvend op te hameren dat een van de kernvereisten voor een jurist er ook in bestaat over een goede schriftelijke taalbeheersing te beschikken. De decaan eindigde haar boeiende en begeesterende tussenkomst met een heel erg heikel thema: de rol van de universiteiten in de opleiding van de advocaat-stagiairs. Haar enthousiasme moest daar even wijken voor het “officiële standpunt” van de verenigde Vlaamse decanen, die allerhande praktische bezwaren hebben om bijvoorbeeld een MaNaMa advocatuur te organiseren. Ze was wel verheugd dat ze met de balie Limburg goede contacten had en hoopvol dat van daaruit misschien de dialoog kan worden hersteld. En dan kwam de Stafhouder aan het woord. Als gerespecteerd strafpleiter had hij niet meer nodig om meteen recht in doel te schieten. In zijn repliek fileerde hij de kritieken en bezwaren van de universiteiten. Hij stelde vast dat de huidige regeling van de stage aan de balie aan verbetering toe is en de recente hervormingen niet voldoende zijn. Hij fileerde daarop met brio de kritieken en bezwaren van de universiteiten, die zelf vinden dat ze geen “beroepsopleidingen” moeten geven. De Stafhouder schetste zijn plan, dat er in grote lijnen in bestaat om na de klassieke opleiding in een specifieke balieopleiding te voorzien (langs zijn neus weg sprak hij over 6 maanden) en te organiseren door de universiteiten met input van de balies. Hij had duidelijk grondig over het onderwerp nagedacht en je voelde dat hij staat te popelen om dit nu op de agenda van de Orde van Vlaamse Balies te zetten. Daar kan gewezen stafhouder Els Koninckx als nieuwe bestuurder aan de uitwerking ervan beginnen. De weergoden waren de balie daarna gunstig gezind, zodat de aansluitende receptie op het zonovergoten terras kon plaatsvinden. De talrijk aanwezige magistraten konden op informele wijze het glas heffen met de jonge en minder jonge confraters. De warme gezelligheid van “Forza balie Limburg” zorgde voor de rest. Het bestuur van de jonge balie overtrof zichzelf met een perfecte organisatie en de nieuwe voorzitter Laurens Evens deed dat met een présence die deed vergeten dat het eigenlijk zijn vuurdoop als voorzitter was. Er volgde nog een spetterend avondfeest waarop omwille van de discretie eigen aan de balie niet verder wordt ingegaan. Het bestaat dus, dat balie Limburg-gevoel. Hugo Lamon -
ADVOCAAT OP SCHOOL
Stond u al eens voor de klas als 'Advocaat op school'? Vindt u het belangrijk om kinderen en jongeren het belang van de rechtstaat en de rol van een advocaat daarin duidelijk te maken? Of wil u hen enthousiasmeren om later ook een toga aan te trekken? Ontdek dan het vernieuwde concept van 'Advocaat op school' waarin we u als advocaat ondersteunen met verschillende handige tools om in de klas te gebruiken. Stel u dan kandidaat! Meer info over het project 'Advocaat op School' vindt u hier. -
COMMUNICATIE ING PRIVALIS
Lees in dit document hoe u ING PRIVALIS kan bereiken.