DOOR DE BALIEBRIL

17-09-2023

Juristen worden anders. En hoe zit het met de balie? Een blik op de openingsconferentie

Het gerechtelijk jaar wordt ieder jaar door de magistratuur plechtig geopend in Antwerpen. Het is een even oude traditie dat de advocatuur dat op een ander moment doet. Sinds de balies van Hasselt en Tongeren fuseerden tot balie Limburg zijn de Limburgse zittingszalen te klein om iedereen van een zitje te verzekeren. Daarom werd dit jaar voor de openingsconferentie uitgeweken naar de grote aula in de gevangeniscampus van de universiteit Hasselt (waar de wat oudere confraters met enige weemoed konden terugdenken  aan de tijd dat ze daar cliënten gingen opzoeken). Dit jaar werd afgeweken van de traditie om een confrater van de eigen balie het woord te verlenen en daar waren goede redenen voor. Dag op dag 15 jaar nadat het eerste college plaatsvond in de nieuwe rechtsfaculteit, nam de decaan Prof. dr. Foubert het woord om te spreken over die rechtenopleiding. Voor de nieuwe lichting stagiairs was het thema zeer laagdrempelig, wat hun integratie aan de balie alleen maar kan bevorderen (ze waren trouwens massaal – en het moet gezegd ook razendenthousiast – aanwezig). Voor de oudere confraters was het even schrikken, want de rechtenopleiding is de afgelopen jaren wel grondig geëvolueerd. Het was alvast goed dat we ook binnen de balie daar aandacht voor hebben.

De decaan gaf de aanwezigen een inkijk in de interne werking van de universiteit. Alles wordt aan de hand van een eindeloze reeks statistieken gemonitord. In Hasselt wordt ingezet op diversiteit, zodat zoveel mogelijk Limburgse jongeren de weg naar de universiteit vinden en tijdens hun studies zo weinig mogelijk sociale en andere drempels ontmoeten. Inclusief onderwijs is er het nieuwe mantra. Dat schijnt ook te lukken, al is de weg nog lang.

Prof. dr. Foubert waarschuwde de vergadering ook voor een aantal nieuwe fenomenen. Studenten zijn over het algemeen veel mondiger geworden en kunnen zich vlot uitdrukken in het Engels (ze moeten trouwens verplicht een aantal vakken in het Engels volgen), maar de kennis van het geschreven Nederlands gaat bij alle studenten achteruit (en dus bij alle categorieën uit de statistieken). De “dt”-regel lijkt voor velen te ingewikkeld geworden en steeds meer studenten passen die zelfs ook toe op zelfstandige naamwoorden. De decaan deed dan ook een oproep om er blijvend op te hameren dat een van de kernvereisten voor een jurist er ook in bestaat over een goede schriftelijke taalbeheersing te beschikken.

De decaan eindigde haar boeiende en begeesterende tussenkomst met een heel erg heikel thema: de rol van de universiteiten in de opleiding van de advocaat-stagiairs. Haar enthousiasme moest daar even wijken voor het “officiële standpunt” van de verenigde Vlaamse decanen, die allerhande praktische bezwaren hebben om bijvoorbeeld een MaNaMa advocatuur te organiseren. Ze was wel verheugd dat ze met de balie Limburg goede contacten had en hoopvol dat van daaruit misschien de dialoog kan worden hersteld.

En dan kwam de Stafhouder aan het woord. Als gerespecteerd strafpleiter had hij niet meer nodig om meteen recht in doel te schieten. In zijn repliek fileerde hij de kritieken en bezwaren van de universiteiten. Hij stelde vast dat de huidige regeling van de stage aan de balie aan verbetering toe is en de recente hervormingen niet voldoende zijn. Hij fileerde daarop met brio de kritieken en bezwaren van de universiteiten, die zelf vinden dat ze geen “beroepsopleidingen” moeten geven. De Stafhouder schetste zijn plan, dat er in grote lijnen in bestaat om na de klassieke opleiding in een specifieke balieopleiding te voorzien (langs zijn neus weg sprak hij over 6 maanden) en te organiseren door de universiteiten met input van de balies.  Hij had duidelijk grondig over het onderwerp nagedacht en je voelde dat hij staat te popelen om dit nu op de agenda van de Orde van Vlaamse Balies te zetten. Daar kan gewezen stafhouder Els Koninckx als nieuwe bestuurder aan de uitwerking ervan beginnen.

De weergoden waren de balie daarna gunstig gezind, zodat de aansluitende receptie op het zonovergoten terras kon plaatsvinden. De talrijk aanwezige magistraten konden op informele wijze het glas heffen met de jonge en minder jonge confraters. De warme gezelligheid van “Forza balie Limburg” zorgde voor de rest.

Het bestuur van de jonge balie overtrof zichzelf met een perfecte organisatie en de nieuwe voorzitter Laurens Evens deed dat met een présence die deed vergeten dat het eigenlijk zijn vuurdoop als voorzitter was.

Er volgde nog een spetterend avondfeest waarop omwille van de discretie eigen aan de balie niet verder wordt ingegaan.

Het bestaat dus, dat balie Limburg-gevoel.

Hugo Lamon