DOOR DE BALIEBRIL (9)

22-11-2023

Verbindende advocatuur

Wanneer oudere confraters een zaak gaan pleiten op de rechtbank, verbazen ze er zich soms over dat ze nog maar weinig confraters kennen. De balie heeft, gelukkig maar, nog een grote aantrekkingskracht en dat zorgt ieder jaar voor aanstormend nieuw talent. De balie mag er zich over verheugen dat er ieder jaar een grote instroom van nieuwe stagiairs is.

In tegenstelling tot vroeger, is voor vele advocaten de rechtbank ook niet de plek waar ze het vaakst vertoeven. Dat zorgt er dan ook voor dat we mekaar onderling minder kennen en dat we wat van mekaar vervreemden.

Is de vroeger zo geroemde confraterniteit onder de leden van de balie dan helemaal verdwenen? Hopelijk niet. Allicht krijgt ze nu gewoon een andere invulling. Zo zijn de nieuwste generaties stagiairs bijvoorbeeld actief in allerhande whatsappgroepjes, waarmee ze onder elkaar communiceren en zo de banden aansterken. Uiteraard blijven de traditionele activiteiten van de conferentie van de jonge balie nog altijd een uitgelezen plek om de onderlinge contacten warm te houden.

Het bestuur van de conferentie van de jonge balie trok dit weekend zelfs met de eerstejaars op weekend. Ze streken neer in een scoutslokaal in Pelt en dat gebeurde in een ongedwongen sfeer, die sommigen deed terugdenken aan hun vroeger engagement in de jeugdbeweging. Meer dan de helft van de nieuwe stagairs gaven present en dat zorgde ervoor dat het een heuse logistieke uitdaging was, maar het bleek de moeite waard. Traditioneel blijft de jonge balie discreet over wat er allemaal op het programma stond, maar naar kon worden vernomen was het gezellig.

De verbondenheid onder de nieuwkomers aan de balie is daarmee wat verankerd, als alternatief voor het groepsgevoel dat vroeger tijdens de Buba-lessen ontstond. Het is goed dat jonge confraters mekaar actief opzoeken en op die manier ook de confraterniteit een nieuwe dimensie geven. In de whatsappgroepjes delen ze ook tips and tricks, omdat het beroep van advocaat toch nog altijd valkuilen kent en het goed is mekaar daar tijdig van te informeren.

Het bestuur van de jonge balie en de raad van de orde gingen vorige week dan weer samen op teambuilding. Bij een bord pasta werden er banden aangehaald, om ervoor te zorgen dat ook daar iedereen van mekaar weet waar het op staat. Het is goed dat de bekommernissen van de jonge confraters door de raad van de orde worden opgepikt.

Er zijn wel wat uitdagingen in de advocatuur.  Tijdens de laatste vergadering van de raad van de orde werd stilgestaan bij het imago van de balie. Het gebeurt soms dat sommige confraters op een niet al te positieve manier in het nieuws komen, wat negatief afstraalt op de ganse beroepsgroep. De beroepsgroep heeft niet de gewoonte om daarop te reageren, maar stilzitten kan soms de indruk geven dat wordt ingestemd met die schaduwzijden.  De raad van de orde gaat daar nu een actieplan rond uitwerken, om op die manier meer aandacht te vragen voor al het goede dat door de advocatuur wordt verricht.

Er wordt door de raad van de orde ook nagedacht over de kwaliteitsbewaking in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand. Het bijstaan van hulpbehoevende rechtzoekenden behoort al sinds het ontstaan van de advocatuur tot één van de kerntaken van de orde. Het is ook de plicht van de balie om ook daar een kwaliteitsvolle dienstverlening te leveren. Dat is vaak ook het geval, maar helaas niet altijd. De raad van de orde heeft de mogelijkheid om in te grijpen. Er wordt nu nagedacht over hoe die kwaliteitscontrole kan worden geoptimaliseerd en welke de gevolgen moeten zijn indien een advocaat zich niet naar behoren inzet in de pro deo-dossiers. Er wordt gewerkt aan een regeling waarbij aan de in gebreke blijvende advocaten als sanctie het recht kan ontzegd worden om nog aanstellingen te krijgen in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand. Dat is natuurlijk een verregaande maatregel, maar de rechtzoekende (én de samenleving) verdienen het dat er wordt toegezien op welke wijze de dienstverlening loopt. Dat debat moet grondig, zorgvuldig en met de nodige nuance worden gevoerd. Advocaten moeten immers in alle onafhankelijkheid de rechtmatige belangen van hun cliënt kunnen verdedigen, maar goede dienstverlening veronderstelt natuurlijk ook dat de advocaat contact heeft met de cliënt, geen termijnen laat schieten en zich ook correct gedraagt ten aanzien van de behandelende magistraten. Dat zijn meetbare criteria.

 

Hugo LAMON